 
				Thema carnaval | Lesideeën voor kleuters
Kringactiviteiten & projecten
Boekentips
De mooiste prentenboeken voor kleuters bij het thema carnaval.
* Door op een boek te klikken, word je doorverwezen naar Bol. #affiliate
Projecten van Kleuteruniversiteit
Bij Kleuteruniversiteit vind je projecten bij het thema ‘carnaval’. Hier mijn favorieten, door Karin en mezelf geschreven.
Project ‘Luuk en Lotje – Het is carnaval’
Het is carnaval! De tweeling Luuk en Lotje gaat naar de carnavalsoptocht. Luuk als piraat en Lotje als prinses.
Vier carnaval met Luuk en Lotje! Dit project bevat activiteiten op het gebied van rekenen, taal, Engels en dans en enkele spellen bij het boek Luuk en Lotje Het is carnaval! Van Ruth Wielockx.
 
															Kringactiviteiten thema carnaval
Taalactiviteiten
Ra ra wie is het?
Als het carnaval is, zijn we allemaal verkleed en kom je allerlei types tegen.
Bedenk een raadspelletje met al deze “types” (piraat, clown, boerin, prinses, kabouter Plop, zeerover, Batman, Megamindy, danseres, Roodkapje, jager, boef, politieman).
Enkele mogelijkheden:
- De leerkracht omschrijft een type, de kinderen raden. “Ze heeft een rode jurk aan en een rode muts op, ze heeft een mandje bij zich…”
- De kinderen mogen 10 vragen stellen. De leerkracht beantwoordt met ja of nee.
 “Is het een meisje? Is het een beroep? Is hij/zij op tv?
 Later kan een kind in gedachten nemen wat hij/zij met carnaval is en mag de klas vragen stellen aan deze leerling die met ja en nee beantwoord worden.
- Eén leerling gaat de klas uit. De leerkracht spreekt met de groep een type af. Het is leuk om iets te kiezen wat één van de leerlingen met carnaval is. 
 De leerling komt terug de klas in. De groep gaat aanwijzingen geven, zonder het woord te zeggen. “Het is iemand die heel stout is geweest, misschien moet hij naar de gevangenis, de politie vangt hem..”
Woordweb carnaval
Wat weten de kinderen al over carnaval? Maak een woordveld om de kennis te activeren. Werk gedurende het thema verder vanuit dit woordveld. Nieuwe woorden die de kinderen leren kunnen op het woordveld geschreven worden. Denk aan: verkleden, hossen, polonaise, confetti, serpentine …
Rekenactiviteiten
Ballonnen seriëren en vergelijken
Nodig: opgeblazen ballonnen van verschillende kleur en grootte.
Leg de ballonnen in de kring. Hoeveel ballonnen zijn er? Welke ballon is het grootst? Welke is het kleinst? Leg een rijtje ballonnen op volgorde van groot naar klein.
Bekijk welke kleuren de ballonnen hebben. Hoeveel gele ballonnen zijn er? Hoeveel blauwe? etc. Van welke kleur zijn er de meeste ballonnen en van welke kleur de minste?
Gebruik de ballonnen na deze les een keer in de speelzaal! Doe er allerlei activiteiten mee, zoals de ballonnen hooghouden, overtikken enzovoorts.
Confetti – reeksen leggen
Gebruik de ronde logiblokken uit twee dozen. Spreek met de kinderen af dat je alleen naar de kleur kijkt, niet naar de grootte of dikte van de vorm.
Leg een rijtje confetti in de kring, bijvoorbeeld rood – blauw – geel – rood. Vraag de kinderen wat er nu komt. Maak de reeks af tot de blokken op zijn. Leg vervolgens een nieuwe reeks, zoals rood – geel – geel – blauw – rood… Maak de reeks weer af.
Geef alle kinderen een logiblok in de hand. Leg een reeks. Vraag welk kind de kleur heeft die nu komt. Maak de reeks af.
De kinderen doen de ogen dicht. Haal één blok uit de reeks. Welke kleur is weg?
Muziek
Dansen in de spiegel
Met carnaval dansen we en doen we lekker gek! Dit is alvast een voorproefje.
Alle kinderen zoeken een maatje. Zet carnavalsmuziek aan. Het ene kind maakt (gekke) bewegingen, het andere kind doet dat precies na. Het ziet er dan uit alsof je in een spiegel kijkt. Doe dit met een kind voor. Na een tijdje wisselen de kinderen van rol.
Ik heb een brilletje…
Ook weer een dansactiviteit voor in de kring. Geef één kind een brilletje of een extra grote, opvallende carnavalsbril op.
Zeg het volgende versje op of zing het, als je de melodie kent:
Ik heb een brilletje al voor mijn ogen,
om te zien wie er dansen mogen.
Ik heb een brilletje al voor mijn ogen,
‘k zie ’t al, ik dans met jou!
Tralalala lalalala, tralalala lalalala
Tralalala lalalala, tralalala lalalala
Het kind kiest één leerling uit en danst even met hem/haar. Hierbij kun je eventueel carnavalsmuziek opzetten of leerlingen muziek laten maken op instrumenten.
Muziek maken
Bij carnaval hoort muziek. Het is daarom leuk om tijdens een kringactiviteit eens lekker muziek te maken. Dit kan met de instrumenten die op school aanwezig zijn of met zelfgemaakte instrumenten, zoals schudkokers.
- Sla op de trom een ritme, de kinderen doen dit met de instrumenten na.
- Sla een bepaald aantal keer, de kinderen maken een bepaald aantal keer een geluid met het instrument.
- Maak een herrieorkest dat heel veel lawaai maakt, máár, als de leerkracht de zogenaamde geluidsknop zachter draait, gaat het orkest zachter spelen, etc.
- Begeleid een liedje dat de kinderen kennen met de instrumentjes.
- Leg vouwcirkels op een rij die confetti voorstellen. Dit is het partituur. De kinderen kiezen een geluid dat ze met het lichaam kunnen maken of krijgen een muziekinstrument en spelen het confetti partituur tegelijkertijd.
Polonaise
De polonaise oefenen met de klas! Maak een lange rij. Geef de kinderen opdrachten zoals: tel de kinderen in de rij. Hoeveel jongens staan er in de rij? Hoeveel meisje? De hoeveelste in de rij is …. (naam kind)?
Of laat de kinderen een rij maken van groot naar klein of een rij op leeftijd.
Loop vervolgens de polonaise door de klas. Zet leuke muziek op (bijv. de kabouterpolonaise). Als de muziek stopt, “bevriest” de polonaise. Alle kinderen staan dan doodstil. Als de muziek weer speelt, loopt de polonaise verder.
Breng tenslotte een bezoekje aan je collega’s door met de polonaise de klas binnen te vallen ;).
Je kunt ook een polonaise door de aula of gang lopen, dat vinden de kinderen al heel speciaal.
Liedjes & versjes | thema carnaval
Liedjes over carnaval
’t Is carnaval
(Wijs: 1, 2, 3, 4, hoedje van papier)
1, 2, 3, 4, ’t is carnaval, ’t is carnaval
1, 2, 3, 4, we maken veel plezier
we stampen allemaal op de grond
maken een toeter van onze mond
toet, toet, toet, toet, toetetoetetoet.
Carnaval
(Wijs: altijd is Kortjakje ziek)
Carnaval is om te zingen
om te dansen en te springen
gekke kleren, malle hoedjes
en wat schmink op onze snoetjes
ja, dat is nu carnaval
dan doen alle mensen mal.
Naar het carnaval
Naar het carnaval in een hele lange rij
alle dieren – alle dieren van de kinderboerderij
kijk ze dansen, hoor ze zingen – o wat hebben ze een zin
en ze krijgen nog een feestmuts van de boer en de boerin.
Het varken wil als schaapje
en het schaapje wil als koe
de koe die wil als paardje
naar de grote feesttent toe
dus gaan ze zich verkleden
in de grote varkensstal
en daarna snel in optocht
naar het dierencarnaval.
Uit: Het grote liedjesboek
Doe een stapje naar voren
Refrein:
Hoog die handjes allebei (doe een stapje naar voren)
Handjes in de zij (en een stapje terug)
Lekker stappen is gezond (doe een stapje naar voren)
Handjes naar de grond (en een stapje terug)
Doe een stapje naar voren en een stapje terug
Doe een stapje naar voren en een stapje terug
Doe een stapje naar voren en een stapje terug
Doe een stapje naar voren en een stapje terug.
Carnaval der dieren
Carnaval der dieren, dieren carnaval
ook dieren willen vieren, het is gemaskerd bal
de mier danst met de olifant,
hij neemt haar bij de hand
de vos swingt met de krokodil
hij aait over haar bil.
Carnaval der dieren, dieren carnaval
ook dieren willen vieren, het is gemaskerd bal
de kater draagt een heksenhoed
die past hem reuzegoed
de poedel heeft een toverjas
hij voelt zich in zijn sas.
Clowntje heeft een rooie neus
Clowntje heeft een rooie neus, rooie neus, rooie neus
clowntje heeft een rooie neus, ha, ha, ha, ha, ha!
En als hij dan gaat dansen, hopsafaldera,
dan doen we ’t allemaal na, ja ja,
dan doen we ’t allemaal na.
Variaties op neus: slobberbroek, malle muts, toetertje
Uit: Liedjes met een hoepeltje erom
Blikjesdrum
Tik, tik! Als je drummen gaat
tik, tik, sla dan in de maat
tik, tik doe eens net als ik
rikkte tikke tik op je groenteblik.
Uit: Kleuterwijs
Carnaval met een aa
Een liedje van Benny Vreden dat te beluisteren is op de Carnaval cd. 
Het liedje is de hele tijd hetzelfde, alleen de dieren veranderen: haas, aap, paard, schaap. 
Tip! Zoek plaatjes of plastic figuren van deze dieren, zodat de kinderen de volgorde kunnen zien. Dans de coupletjes, draai rond en stamp op de grond.
Alle dieren met een aa
vieren carnaval, vieren carnaval
alle dieren met een aa
en de rest die doet ze na.
De haas springt in het rond
lekker stampen op de grond
van je hajehajehajehajahe
en de rest doet met hen mee.
Alle dieren met een aa
vieren carnaval, vieren carnaval
alle dieren met een aa
en de rest die doet ze na.
De aap springt in het rond
lekker stampen op de grond
van je hajehajehajehajahe
en de rest doet met hen mee.
Alle dieren met een aa
vieren carnaval, vieren carnaval
alle dieren met een aa
en de rest die doet ze na.
Het paard springt in het rond
lekker stampen op de grond
van je hajehajehajehajahe
en de rest doet met hen mee.
Alle dieren met een aa
vieren carnaval, vieren carnaval
alle dieren met een aa
en de rest die doet ze na.
Het schaap springt in het rond
lekker stampen op de grond
van je hajehajehajehajahe
en de rest doet met hen mee.
Alle dieren met een aa
vieren carnaval, vieren carnaval
alle dieren met een aa
en de rest die doet ze na.
Versjes over carnaval
Clowntje pierlala
Ik ben clowntje pierlala
met een rare snuit
als ik ga zitten steken m’n benen recht vooruit
mijn armen gaan opzij
mijn hoofd gaat heen een weer
hebben jullie het goed gezien?
Dan doen we het nog een keer!
2e Keer: dan doen we het nu niet meer.
Tip! Maak gekke gebaren bij dit versje!
Clowntje in mijn hart
Er woont een clowntje in mijn hart
heel klein, maar heel apart
Het kan dansen en springen
lachen en zingen
Heb je verdriet, en moet je wenen
Dan mag je het van mij lenen.
Ideeën voor de hoeken & spelinloop
Themabundel Carnaval
Deze digitale download van 26 pagina’s bevat 4 activiteiten / spellen in de thema’s feest & carnaval om in te zetten tijdens de spelinloop, de speel-/werktijd, het werken met groepjes kinderen, specifieke begeleiding en meer.
De themabundel bevat de volgende spellen: Gekke haren, ballen hooghouden, verkleedwedstrijd en carnavals bingo.
Inrichting van de hoeken | thema carnaval
De huishoek in carnavalssfeer
Het is gezellig als het ’thuis’ ook carnaval is. Hang serpentines op in de huishoek, leg de carnavalskrant neer, zorg voor wat verkleedkleding en eventueel een cd met carnavalsmuziek. Leg enkele prentenboeken over carnaval in een boekenmand en laat de kinderen zichzelf schminken.
De feestwinkel
Richt een feestwinkel in. Zorg voor verkleedkleding en kleurige attributen zoals brillen, haarbanden, strikjes, handschoenen, beenwarmers en hoeden. Zet een spiegel neer waarin de kinderen zichzelf kunnen bekijken. Zorg voor een kassa en speelgeld. Kleed de winkel gezellig aan met ballonnen en serpentines. Wanneer er ruimte voor is, maak je ook een pashokje. 
De kinderen komen vanuit de huishoek naar de feestwinkel. Ze kiezen hier hun outfit voor carnaval en kopen het. In de huishoek vieren ze een feestje, bedenken ze een optreden of vanuit daar gaan ze naar de optocht. 
Laat de medewerker van de feestwinkel prijskaartjes maken voor de spullen in zijn winkel.
Verzamel de weken voor carnaval reclamefolders met verkleedkleding erin en laat deze in de brievenbus van de huishoek bezorgen. 
Tip! Zet een oude computer of laptop in de feestwinkel, waarop de medewerkers bestellingen kunnen doen. Vul een kartonnen doos met feestartikelen en kleding en bezorg deze bij de feestwinkel. De medewerkers pakken de doos uit en richten de winkel netjes in met de aangekochte spullen.
 
															 
															 
															 
															 
															 
															Bouwhoek
Laat de kinderen een feestzaal bouwen waarin carnaval kan worden gevierd. Kleed de zaal aan met confetti en serpentine en zet hossende Playmobil poppetjes neer.

Confetti – sensomotoriek en meten
Vul een bak met confetti. Leg hier kleine (maat)scheppen en (maat)bekers bij. Laat de kinderen confetti in de bekers scheppen en inhoud vergelijken of laat ze lekker met hun handen door de confetti gaan.

Sensobak – carnaval!
Vul een (diepvries)zak met rijst of macaroni. Voeg hier enkele druppels ecoline of kleurstof aan toe en een scheut schoonmaakazijn (tegen het afgeven van de kleur). Kneed alles goed door elkaar. Kiep de zak leeg op een krant of bakpapier en laat de rijst drogen. Herhaal dit met een andere kleur. Vul een bak met de gekleurde rijst of macaroni en voeg er materiaal om mee te spelen aan toe, zoals schepjes, leuke poppetjes, glazen, magnetische fiches (als confetti) en magneetstaven.
 
															 
															Carnaval! – bouwen en loose parts
 
															 
															Spelinloop | thema carnaval
Denk bij de spelinloop aan het materiaal dat je vast in je klas hebt, zoals het constructiemateriaal, klei, loose parts en ontwikkelingsmateriaal en bedenk hier opdrachten mee die bij het thema passen. Gebruik verder opdrachten van een methode voor voorbereidend schrijven zoals Krullenbol. Deze methode heeft speelse oefeningen op thema.
Carnavalsoptocht
Laat de kinderen van bouw- of constructiemateriaal carnavalswagens maken. Zet deze in een rij, zodat er een optocht ontstaat. Op deze wagens staan poppetjes die ik jaren geleden bij een supermarkt spaarde.

Clownsneuzen – fijne motoriek
Print de download en laat de kinderen met een groot pincet pompons (neuzen) op de gezichten van de clowns leggen. Varieer door ze met twee handen tegelijk te laten werken en afwisselend met links en rechts.

Krulhaar van scheerschuim
Laat de kinderen een clown tekenen en spuit wat scheerschuim boven zijn hoofd voor de haren. De kinderen woelen met beide handen door het scheerschuim. 
Deze clown is getekend met Woody’s van Stabilo.

Rekenhoek – telkaartjes clowns
Voor Kleuteruniversiteit maakte ik deze telkaartjes. Je vindt ze in het rekenspellenpakket clowns.

Clown van doppen
De kinderen leggen een clown van kosteloos materiaal, bijvoorbeeld doppen, stenen, fiches, veren, stokjes enzovoorts.

Gekke haren – fijne motoriek & patronen ontdekken en voortzetten
Laat de kinderen strijkkralen aan chenilledraad (de haren van clowns) rijgen. Ze doen dit naar eigen inzicht of volgen een patroon en zetten dit voort tot de draad vol is.
De clowns vind je in de minibundel ‘carnaval’. Je kunt ze natuurlijk ook zelf maken.
 
															 
															Knutselen | thema carnaval
Clown op het verfbord
 Dat zit wel snor!
Dat zit wel snor! 
Het thema bij ons in het dorp was een keer ‘Dat zit wel snor!’ Daarom lieten we de kleuters een carnavalsfiguur rondom een grote snor tekenen.

Confetti en serpentines – motorische activiteit
Plak schilderstape op een stevig vel wit A3 papier. Laat de kinderen de vlakken verven. Trek de tape los. Als het werk droog is, tekenen de kinderen serpentine op de witte lijnen. Ze doen dit door telkens drie slingers (open guirlandes) te maken. De jongsten kunnen ook golvende lijnen tekenen in plaats van open guirlandes. 
Hierna plakken de kinderen confetti (gekleurde plakcirkels) in de vlakken.

Schudkokertjes maken
Elk kind versiert een wc rolletje (door het met een gekleurd vouwblaadje te beplakken, door er plakfiguurtjes op te plakken, door het met aluminiumfolie te omwikkelen). Plak een stevig blaadje om het uiteinde van het rolletje heen. Doe er eventueel nog een elastiek omheen ter versteviging. Schud wat macaroni of rijst in het rolletje en maak daarna de andere kant dicht. Klaar is het instrumentje!
Heks vouwen
Nodig: 2 grote, zwarte, vierkante vouwblaadjes, 1 kleiner, vierkant, zwart vouwblaadje, het kleinste formaat wit vouwblaadje (of een groot vouwblaadje in 4-en geknipt), restpapier, sterretjes.
Neem 2 grote, vierkante vouwblaadjes voor de cape van de heks. 
Vouw de schuine vouw. Vouw een klein stukje om, zie foto.
De hoed kun je maken door van een wat kleiner vouwblaadje een vlieger te vouwen. De punt van de vlieger vouw je naar binnen. Het hoofd van de heks is een vierkant vouwblaadje op z’n kant. Versier de heks met sterren. Geef haar haren en een bezem.

Gekke gezichten
Laat de kinderen een wit papieren bord omtoveren tot een carnavalsgezicht: een clown, ninja, piraat, prinses of …? De kinderen gebruiken gekleurd (rest)papier en andere leuke versiersels.

Carnavalswagen knutselen
Nodig: doosjes van bijv. hagelslag, wit papier, verf, plakfiguurtjes
Beplak een doosje met wit papier. Beschilder dit. Plak er ronde plakfiguurtjes op voor de wielen.
Versier de wagen eventueel met mooie koppen (kleurplaten) die de kinderen kleuren en opplakken, zie foto.

Clown vouwen (1) – schuine vouw en vliegers
Vouw voor de broek 2 kleine vouwblaadjes tot een vlieger. Vouw de smalle punt van de vlieger een stukje om.
Vouw voor de bovenkleding een iets groter vouwblaadje in de schuine vouw. Vouw voor de armen een stukje om, zie foto.
Knip een hoofd. Gebruik voor de voetjes halve, ronde plakfiguurtjes.
Versier de clown.

Clown vouwen (2) – 16 vierkantjes en vliegers
Hoed: 16 vierkantjes vouwen. 1 Rij eraf knippen. Dan aan beide kanten 2 vierkantjes eraf knippen en bij de bovenste rij de hoeken omvouwen.
Hoofd: 16 vierkantjes. Alle hoeken omvouwen.
Strik: 2 vliegers vouwen.

Clowntjes opvullen – scheuren
Zoek een leuke kleurplaat / tekening van een clown of maak er zelf één. De kinderen vullen de clown op met gescheurde (of geknipte) stukjes papier.

Papier maché

Carnavalskoppen gemaakt door kinderen van ’t Palet, Vlijmen
Carnavalsoptocht
Maak van een rechthoekig vel papier een koker. Knip de koker onder recht, zodat de koker kan blijven staan. Maak van de koker een carnavalsfiguur, zoals een heks, een indiaan, een rover, een soldaat, een prinses etc.
Zorg voor veel materiaal waar de kinderen de koker mee kunnen versieren. Denk aan: knopen, prikkers, stof, kralen, veertjes, glitters, plakfiguurtjes, touw, wol, wasknijpers, rietjes etc.
Zet de gemaakte figuren in een polonaise of optocht neer op bijv. een kast.

Verkleed met carnaval
Maak een portretfoto van elk kind en laat ze verkleedkleding en attributen uit gekleurd papier knippen. Hiermee kleden ze het portret aan.

Bekerclowns
Lijm twee bekers op elkaar en laat de kinderen ze omtoveren tot carnavalsfiguren zoals clowns.

Muizentrapclown
Laat de kinderen een muizentrap maken van brede repen papier. Hierna tekenen ze een clownshoofd op zwart papier en kleuren dit in. Ze knippen het hoofd uit en plakken het op de muizentrap. Aan de onderkant worden voeten / schoenen geplakt.
 
															 
															Dit ben ik met carnaval
De kinderen tekenen zichzelf met carnaval. Ze tekenen met zwarte stift en kleuren de tekening met kleurpotlood in voor een mooi effect. 
Tip! Laat kinderen die dat kunnen er zelf bij schrijven wat ze willen worden. Schrijf dit met een Stabilo Woody voor op de tafel, zodat de kinderen het na kunnen schrijven op hun werk.
→ Het format voor deze ‘Dit ben ik’ tekening zit als freebie bij de carnaval mini bundel.
 
															 
															Carnavalswagen mozaïeken en tekenen/kleuren
Nodig: mozaïekvoorbeeld om na te leggen (gr. 2) of op te vullen (gr. 1).
Plakfiguurtjes, vierkant en rond.
Leg de wagen met de plakfiguurtjes. De jongste kleuters leggen de figuurtjes op het voorbeeld (zie download), de oudsten leggen het voorbeeld zelf na. Geef hen de opdracht een patroon te leggen, 2 kleuren om en om.
Daarna tekenen de oudste kleuters wat moois op de carnavalswagen. Poppen, dieren, zichzelf in carnavalskleding…
De jongste kleuters kunnen ook tekenen of je zoekt voor hen kleine kleurplaatjes die ze in kunnen kleuren, uitknippen en op de wagen plakken. Wanneer je voor dit laatste kiest, kunnen de jongste kleuters op een gekleurd vel papier werken.
→ Format carnavalswagen mozaïek
Let op, de hokjes in het format zijn helaas iets te klein voor de plakfiguurtjes. 
 
															 
															 
															Clowns verven met waterverf
Teken een clown met zwarte wasco. Verf de clown en achtergrond met waterverf.
 
															 
															 
															Downloads | thema carnaval
Woordkaarten carnaval
Een set woordkaarten met lidwoorden bij het thema ‘carnaval’.
 
															 
															Startnummers – getallen en de volgorde van de getallenrij
De carnavalsoptocht gaat van start. Welk startnummer krijgen de mooi verklede kinderen?
De kinderen pakken een kaart en kijken naar de getallenrij die bovenin staat. Ze bedenken welk getal op de lege plek hoort en zoeken dit getal in de drie vakjes onderin. Gevonden? Ze plaatsen er een wasknijper op.
 
															 
															Verkleedfeestje – visuele waarneming en geheugen
Met deze download trainen de kinderen de visuele waarneming en het visueel geheugen. Ze pakken een kaart, kijken naar de verklede kinderen en onthouden in welke volgorde ze staan. Deze opdracht kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Je vindt de uitleg in de download.
 
															 
															Clownsneuzen – motorische oefening
De kinderen geven de clowns een grote clownsneus. Ze pakken een pompon met een pincet op en leggen deze op de neus van de clown. 
Maak de oefening wat moeilijker door met een pincet in elke hand twee pompons tegelijkertijd op de clown te leggen.
Variatie: De kinderen starten met de kleinste clown en eindigen met de grootste. De clowns variëren allemaal in grootte.

Confetticlowns – tel- en kleikaarten
Strooi confetti rondom de clowns. De kinderen kijken naar het getal en strooien het juiste aantal dopjes of ronde plakfiguren rond de clowns. Ze kunnen de confetti ook zelf kleien.
 
															 
															Slingers – motorische oefening
Gebruik veters of draad. De kinderen leggen lussen (open guirlande) rondom confetti. Zo ontstaan er slingers.

Werkbladen carnaval
Deze download bevat werkbladen in het thema carnaval met onder andere:
– ontdek het patroon
– getallenkleurplaat
– auditieve analyse
– visuele discriminatie
– zoek de kleinste
– tellen
De werkbladen zijn te bundelen tot een boekje.

Carnaval – Tel en kleur
Deze download bevat twee dobbelspellen:
1. De kinderen gooien met de dobbelsteen en kleuren evenveel confetti als het aantal ogen dat is gegooid. 
2. De kinderen gooien met de dobbelsteen én de kleurendobbelsteen. Ze kleuren evenveel confetti als het aantal ogen dat is gegooid, in de kleuren die de kleurendobbelsteen aangeeft.

Rol de dobbelsteen
Een spel om de getalsymbolen, getalbeelden op de dobbelsteen en het tellen te oefenen. Het spel kan alleen of met een groepje kinderen gespeeld worden. 
Print het dobbelblad voor elk kind uit.
Eén kind gooit met de dobbelsteen/dobbelstenen en kleurt het getal dat gegooid is in op zijn/haar werkblad. 
Gooit het kind de volgende beurt hetzelfde getal? Dan gaat de beurt naar de volgende en kun je niks kleuren.
Wie heeft al zijn getallen het eerst ingekleurd?

 
								 
								 
								 
								 
								 
								 
								