
Thema winter | Lesideeën voor kleuters
Kringactiviteiten & projecten
Boekentips
De gezelligste prentenboeken voor kleuters bij het thema winter.
* Door op een boek te klikken, word je doorverwezen naar Bol. #affiliate
Projecten van Kleuteruniversiteit
Bij Kleuteruniversiteit vind je projecten bij het thema winter. Hier mijn favorieten, door Karin en mezelf geschreven.

De Sneeuwdief
Eekhoorn is in de war. Wat is dat witte spul op de grond? En waarom is het zo koud? En het allerbelangrijkste: waar zijn de hazelnoten gebleven die hij had verstopt?! Loopt er een SNEEUWDIEF rond in het bos? Kan Eekhoorn daarachter komen – en zijn hazelnoten terugvinden – voordat de sneeuw smelt?
Dit winterse project is geschreven bij ‘De Sneeuwdief‘. Het bevat activiteiten voor taal en rekenen, spel en beweging en de creativiteit met een passende startactiviteit en afsluiting.
Kikker in de kou
Het was winter. Er lag sneeuw en ijs. Alle dieren hielden van de frisse kou. Eend in haar verenpak, Varkentje met haar speklaagje en Haas in zijn bontvacht. Alleen Kikker had helemaal niets. Hij vroor bijna dood …
Dit winterse project is geschreven bij het boek Kikker in de kou van Max Velthuijs. Het bevat reken- en taalactiviteiten, activiteiten voor natuur en techniek, dans, muziek en beweging en creatieve opdrachten.
→ Bekijk ‘Kikker in de kou’
→ Kralenplankvoorbeelden bij ‘Kikker in de kou’


Ergens in de sneeuw – kerstproject
Het is bijna Kerstmis. Overal in de stad zijn mensen in kerststemming, het licht en de warmte stralen je van achter de ramen toe. Behalve in één huis: het huis van Sofie.
Zou het voor Sofie toch nog Kerstmis worden? Je ontdekt het in dit warme, sfeervolle kerstproject bij het boek ‘Ergens in de sneeuw‘ van Linde Faas. Het project gaat over verstilling, aandacht voor de ander, geven, verwondering, vieren en samenzijn, want dat is waar Kerstmis om draait.
Vogels om ons heen
Vogels zijn overal te vinden, op het platteland of ergens midden in de stad. Hoog in de lucht, rondzwemmend in een vijver of vlakbij een boom of op de grond!
Maak kennis met de allerleukste vogels, van de huismus tot de houtduif en van de uil tot de zwaan. Dit project is geschreven bij ‘Het dikke vogelboek’ van Marianne Busser en Ron Schröder en bevat activiteiten voor taal, rekenen, muziek, spel- en beweging, natuur en techniek en suggesties voor de hoeken. Met het project kun je vier weken aan de slag.

Gratis lessuggesties van Lemniscaat
Voor uitgeverij Lemniscaat schrijven Karin en ik regelmatig les- en spelsuggesties voor op school en thuis bij hun prachtige prentenboeken. Je downloadt ze gratis op hun site.
Rana
Rana is een kleine poolvos die haar eerste poolwinter door moet zien te komen. Dat is moeilijk in de donkere, koude nacht waar geen einde aan komt. Maar dan herinnert Rana zich een verhaal dat haar moeder haar altijd vertelde: poolvossen kunnen het noorderlicht maken met hun staart!


Pinguïnpakketje
Wie wil er nou geen pinguïn als huisdier? IJsbeer ziet het idee wel zitten, dus als hij in de krant een kortingsbon voor een pinguïn ziet, bestelt hij er meteen een.
Pinguïn is alles wat IJsbeer hoopt: lief, gezellig, hij kan met hem spelen… maar Pinguïn lijkt niet zo blij en op een gegeven moment raakt IJsbeer hem kwijt.
Als hij Pinguïn terugvindt, ontdekt IJsbeer wat er mis is. Hij weet wat hem te doen staat, maar dat betekent dat ze een reis moeten maken. Een heel erg lange reis.
Tijd om naar het zuiden te gaan
Op haar reis komt de stern walvissen, rendieren, ganzen, schildpadden en vlinders tegen, allemaal op weg naar hun eigen bestemming. Als ze eindelijk haar plaats van bestemming bereikt kan ze rusten… tot het tijd is om weer terug te gaan.

Kringactiviteiten | thema winter
Taalactiviteiten
Wat hoort bij de winter? – woordenschat
Verzamel allerlei winterse voorwerpen en kledingstukken. Denk aan: wanten, handschoenen, een das, een sjaal, een pindaslinger, kleine sneeuwpop, snowboots enzovoorts. Vertel wat over de voorwerpen en laat de kinderen raden of laat één kind kijken en er iets over vertellen.
Variatie: verzamel ook voorwerpen die niets met de winter te maken hebben. Leg drie voorwerpen op een rij. Twee die bij de winter horen en één niet. Wat hoort er niet bij?
De ‘w’ van winter – letterherkenning
Verken de w van winter, wanten en wollen muts met de kinderen. Hoe klinkt de w-klank? Hoe ziet je mond eruit als je de w-klank maakt? Kun je de w-klank met je neus dicht maken? En met je mond dicht?
Laat de kinderen woorden met de w-klank bedenken en schrijf deze elk op een stukje papier. Maak proppen van het papier. Schrijf op enkele blaadjes woorden die met een andere klank beginnen en maak ook hier proppen van. De proppen zijn sneeuwballen. Gooi ze door het lokaal.
De kinderen lopen door het lokaal en hebben zin in een sneeuwballengevecht! Op jouw teken rapen ze een prop op, openen deze en kijken of het woord dat erin staat met de letter w of een andere letter begint. Hierna proppen ze het papier weer op en gooien de sneeuwbal weg. Ga zo verder.
Sneeuwvlokjes – woordenschat
Maak het begrip “dwarrelen” duidelijk aan de kinderen door sneeuwvlokjes in het lokaal rond te laten dwarrelen. Neem voor sneeuwvlokjes watten of confetti. Zeg er het versje van het sneeuwvlokje bij op. Laat vervolgens een kind sneeuwvlokje spelen of geef een kind een sneeuwvlokje dat hij naar beneden dwarrelen.
Sneeuwvlokje, sneeuwvlokje
dwarrel maar rond
kom met je vriendjes
bij ons op de grond
sneeuwvlokje, sneeuwvlokje
kom nu maar gauw
misschien maak ik straks
wel een sneeuwpop van jou!
Sneeuwballenrijm – rijmen
Maak proppen van wit papier. Zoek plaatjes die rijmen en print ze.
Plak de plaatjes met doorzichtig plakfolie over de sneeuwballen heen.
Leg alle sneeuwballen in de kring. Bekijk ze met de kinderen. Wat staat erop? Pak één sneeuwbal. Kunnen de kinderen hier een rijmwoord bij bedenken? Staat dit rijmwoord ook op één van de sneeuwballen? Welke sneeuwballen horen bij elkaar?
Geef elk kind een sneeuwbal. De kinderen kijken naar het plaatje dat erop staat. Ze gaan op zoek naar het woord dat hierop rijmt. Twee kinderen die elkaar hebben gevonden, gaan bij elkaar zitten. Wanneer iedereen zit, kijk je of de kinderen juiste paren hebben gevormd.
Schaatsen – woorden in een zin
Doe alsof je met de kinderen op de schaatsbaan bent. Zeg een korte zin en laat de kinderen de woorden in de zin tellen. Maak voor elk woord een schaatsslag met je been, eerst links, dan rechts enzovoorts.
Suggesties voor zinnen:
– Ik schaats.
– Het is koud.
– Het vriest.
– Ik schaats op het ijs.
– Ik hoop dat ik niet val.
– Het ijs kraakt.
– Daar is een wak.
– In de winter is het koud.
– Ik houd van schaatsen.
Rekenactiviteiten
Kleine ijsbeer gaat schotsje springen – seriëren
Knip uit witte vellen (verf)papier ijsschotsen van verschillende grootte. Knip er een flink aantal uit. Zoek een knuffel of leuke plaat van een ijsbeer.
Kleine ijsbeer weet een heel leuk spelletje, schotsje springen! Hij wil dat spelletje vandaag ook gaan spelen. De bedoeling is dat hij eerst de kleinste schots in de zee zoekt en dan steeds een schots die wat groter is. Uiteindelijk wil hij op de allergrootste schots terecht komen.
Leg enkele schotsen alvast in de kring. Welke schots is groot? Welke is klein? We gaan een rij maken van klein naar groot. Waar zou deze schots dan moeten liggen? En deze? Is deze groter of kleiner dan die? Leg 2 schotsen die bijna even groot zijn bij elkaar. Welke is het grootst? Laat verschillende kinderen antwoorden. Misschien krijg je ook verschillende antwoorden. Hoe kunnen we nu zéker weten welke het grootst is? Komen de kinderen met oplossingen als naast elkaar leggen, of nog beter, op elkaar leggen?
Vergelijk de schotsen constant en gebruik de begrippen groter dan, kleiner dan, grootst en kleinst volop.
Als alle schotsen liggen gaat de kleine ijsbeer springen! Hij staat op de eerste schots en springt naar de laatste schots. Laat de ijsbeer ook tellen! Ga op de eerste schots staan en begin te tellen met 1 op de tweede schots! Hé, nu klopt het niet! Er liggen bijv. 10 schotsen, maar de ijsbeer telt maar tot 9. Hoe kan dat nu?
Leg eventueel ook nog getalkaartjes op de schotsen, te beginnen bij schots 1. Daar kun je dan ook nog een leuk spelletje mee spelen, namelijk ‘wat is weg?’ De kinderen doen de ogen dicht, de ijsbeer gaat bovenop een getal zitten en de kinderen mogen weer kijken. Welk getal is nu bedekt?
In mijn klas wilden de kinderen na deze kringactiviteit zelf met de ijsbeer spelen. Ze legden de schotsen op volgorde van klein naar groot en bouwden er met blokjes omheen. Iedere werkles waren er weer kinderen die dit wilden doen!
Pindaslinger – tellen
Vertel de kinderen dat je een pindaslinger voor de vogels met ze wilt maken. Hiervoor heb je natuurlijk veel pinda’s nodig. Bedenk een aantrekkelijke rekenactiviteit met de pinda’s. Denk hierbij aan: pinda’s tellen, pinda’s in groepjes leggen, pinda’s verdelen over 2 of 3 kinderen, pinda’s sorteren op grootte etc. Maak tijdens de werkles met enkele kinderen een pindaslinger en hang deze buiten op, als het kan zodat je hem vanuit de klas kunt zien. Nu maar hopen dat er vogels op af komen!
Getalkaarten winter – getalherkenning
Onder het kopje ‘downloads’ op deze pagina vind je verschillende getalkaarten. Met deze getalkaarten kun je allerlei activiteiten doen. Je kunt ze gebruiken in de kring, maar ook tijdens de werkles of het inloopwerk: :
- Laat de kinderen het juiste aantal wattenschijfjes (make up remove schijfjes) of watjes bij de kaartjes leggen. Dit zijn de sneeuwballen of vlokjes.
- Laat de kinderen de juiste hoeveelheid pinda’s bij de kaartjes leggen.
- Knip een sneeuwbal uit een vel papier. Verstop de sneeuwbal onder één van de kaartjes. De kinderen raden waar de sneeuwbal ligt. Ze moeten het getal eerst juist benoemen en dan mogen ze kijken of de sneeuwbal onder dat kaartje ligt.
Sjaals van lang naar kort – seriëren
Laat alle kinderen op een koude dag hun sjaal/das pakken. Leg alle sjaals in de kring of laat de kinderen de sjaal op schoot houden. Wie denkt dat hij/zij een lange sjaal heeft? Wie heeft een korte sjaal? Klopt dat?
Ik wil wel eens weten wie de aller langste sjaal van de klas heeft. Hoe zouden we kunnen weten wie dat is? En wie heeft de kortste, hoe kunnen we dat zeker weten? Leg de sjaals op volgorde van lang naar kort.
Ontdekkend leren / Natuur
IJsblokjes in de kring
Zet op een koude dag een kuipje water buiten of vries ijsklontjes in.
Vraag de kinderen wat ze denken dat er gaat gebeuren en kijk de volgende dag wat er is gebeurd. Houd een gesprek over bevriezen. Vraag hierna hoe het ijs weer water kan worden en houd een gesprek over dooien. Hoe snel zou een ijsblokje ontdooien als het in de kring doorgegeven wordt? Probeer dit maar eens. Geef het ijsblokje aan elkaar door. Stel ondertussen enkele vragen:
– hoe vaak denk je dat het blokje de kring rond kan?
– hoe vaak kan het blokje daadwerkelijk de kring rond?
– wat gebeurt er als we zout op het blokje doen?
– wat gebeurt er als de kinderen telkens hun hand even om het ijsblokje vouwen?
– hoe lang doet een ijsblokje op de vensterbank erover tot het gesmolten is?
Voer voor de vogels
Houd een kringgesprekje over de winter, het weer in de winter, de dieren. Sommige dieren houden een winterslaap, anderen vliegen naar het zuiden. Wanneer er sneeuw ligt is het moeilijk om eten te vinden. We kunnen de vogeltjes dan een handje helpen.
Maak met de klas voer voor de vogeltjes, zoals vetbollen en pindaslingers. Hang ze buiten op een plek waar je ze kunt zien.
Het is ook leuk, en makkelijk te maken, om een plastic fles om te toveren tot voeder’huisje’. Snijd met een stanleymes een stukje uit de fles, zover mogelijk naar beneden, zodat de vogeltjes makkelijk in en uit de fles kunnen. Strooi wat lekkers op de bodem.
Liedjes & versjes | thema winter
Muzieklessen
Winterslaap
Bedenk met de groep een slaapliedje voor een dier dat een winterslaap gaat houden. Speel dit slaapliedje met instrumenten. Bedenk samen welke instrumenten geschikt zijn voor een slaapliedje. Wissel af in solo’s en samen spelen. Bedenk hierna een ‘wordt wakker’ liedje en kies ook hiervoor bijpassende instrumenten.
Sneeuwvlokjes in de lucht
Neem een heel groot stuk plastic, licht zeil of de parachute. Ga naar de speelzaal.
Ga met de klas om het plastic staan. Gooi watjes of stukjes piepschuim op het plastic. Dit zijn de sneeuwvlokjes. Zing een liedje over sneeuw en beweeg het plastic. Maak golfbewegingen, gooi het plastic omhoog etc. Kijk hoe de sneeuwvlokjes bewegen.
Ritmeoefening
Alle kinderen zitten in de kring, op de grond met een ritmestokje in de hand (een houten stokje of, bij gebrek hieraan, een alternatief zoals een dikke stift, blok). Let op, de vloer moet hard zijn. Heb je vloerbedekking in de klas, ga dan naar de speelzaal.
Zing het volgende liedje of zeg het als versje op:
Roodborstje tikt tegen het raam rin, tin, tin
laat mij erin, laat mij erin
’t is hier te stil en te koud naar mijn zin
laat mij er snel toch weer in rin, tin, tin.
Zing het liedje een aantal keer, zodat de kinderen weten hoe het gaat. Zeg de tekst ook een keer duidelijk op, zonder te zingen.
Print een plaat van een roodborstje uit en leg deze in het midden van de kring. Hebben de kinderen dit vogeltje wel eens gezien?
Nu gaan we tikken op het ritme van het liedje!
Roodborstje tikt tegen het raam rin, tin, tin
laat mij erin, laat mij erin
’t is hier te stil en te koud naar mijn zin
laat mij er snel toch weer in rin, tin, tin.
De kinderen tikken op de rode regels. Dit zien ze natuurlijk niet, maar jij spreekt met ze af dat ze mogen tikken op de woorden tot ze het woord ‘stil’ horen. Bij rin tin tin tik je drie keer. Wanneer de kinderen het woord ‘stil’ horen, tikken ze niet meer. Ze houden het ritmestokje omhoog tot ze weer ‘rin tin tin’ horen. Dan mogen ze weer 3 keer tikken.
Wissel af in hard en zacht door bijv. de regel ‘laat mij erin’ hard te tikken. Roodborstje wil immers heel graag naar binnen en wil gehoord worden!
Wissel verder af door kinderen alleen te laten tikken, de jongens en de meisjes apart, door een inleiding met andere ritme’s te spelen en door te proberen een ander winterliedje of versje eens mee te tikken.
Sneeuwvlokjes in de wind – speelzaal
De kinderen liggen op de grond. Als de muziek begint zijn ze een klein sneeuwvlokje dat rustig op de grond heen en weer wiegt. De kinderen bewegen hun armen en benen rustig.
Als de muziek wat harder wordt (je kunt de muziek zelf harder zetten), rollen de sneeuwvlokjes door de sneeuw.
Wanneer de muziek nog harder wordt, gaan de sneeuwvlokjes dwarrelen. Dit kan door jezelf door de ruimte te bewegen, maar ook door je vingers en handen een dwarrelende beweging te laten maken.
Nu staan alle kinderen en zijn ze dwarrelende sneeuwvlokjes. De wind komt nu uit één richting van de zaal, bijv. vanuit de deur. Als de muziek begint te spelen, worden alle sneeuwvlokjes naar achter geblazen. De kinderen dwarrelen rustig naar achter. Als de muziek stopt, duwen de sneeuwvlokjes zichzelf terug in de richting van de deur.
Nu mogen de kinderen één lichaamsdeel weg laten blazen door de wind, bijv. de handen worden naar achter geblazen, totdat de muziek stopt. Dan de benen, het hoofd, de armen, de voeten etc.
Het dansen kan op vele instrumentale nummers, zoals ‘De vier jaargetijden’ van Vivaldi.
Bewegingsverhaal
Zoek een instrumentaal, klassiek, muziekstuk waarin duidelijke overgangen zitten. Bedenk een winters verhaal dat bij het stuk past en beeld dit met de kinderen uit. Bijvoorbeeld: je gaat schaatsen, valt in een wak en zwemt onder water of je rol sneeuwballen en maakt een sneeuwman.
Sporen in de sneeuw
Het heeft gesneeuwd. In het bos zijn dierensporen te ontdekken. Van wie zouden ze zijn?
Met de pootafdrukken uit deze download kun je verschillende muzikale activiteiten doen. Je vindt de ideeën in de download en hier op deze pagina.
Activiteit 1
Print de pootafdrukken meerdere keren. Laat de kinderen bedenken van welke dieren ze zijn en laat ze per pootafdruk een instrument kiezen dat ze bij het dier vinden passen. Leg de pootafdrukken in een willekeurige rij. Verdeel de gekozen instrumenten en speel het spoor. Jij wijst als dirigent de pootafdrukken één voor één aan, zodat de kinderen weten wanneer ze mogen spelen.
Variatie: Leg grote en kleine pootafdrukken neer. Een grote afdruk betekent: luid spelen. Een kleine afdruk betekent: zacht spelen. Of gebruik alleen de grote afdrukken en leg een sneeuwvlok (wit dopje of witte pompon) op de afdrukken die in de sneeuw staan. Deze worden heel zacht gespeeld.
Activiteit 2
Volg de beschrijving van activiteit 1. Gebruik geen instrumenten, maar kies voor elk dier een geluid dat met het lichaam wordt gemaakt. Zorg ervoor dat het geluiden zijn die alle kinderen kunnen maken. Speel het spoor met de hele groep samen of verdeel de dieren (en dus ook de geluiden).
Activiteit 3
Print de muzieknotaties met pootafdrukken. Bepaal met de kinderen welk instrument bij welke afdruk past. Verdeel de instrumenten en speel het spoor.
Variatie: Eén van de dieren houdt een winterslaap. Spreek af welk dier. Wanneer zijn pootafdruk aan de beurt is, wordt deze niet gespeeld. Er valt een korte stilte.
Activiteit 4
Volg de beschrijving van activiteit 3. Gebruik geen instrumenten, maar kies voor elk dier een geluid dat met het lichaam wordt gemaakt. Zorg ervoor dat het geluiden zijn die alle kinderen kunnen maken.
Speel het spoor met de hele groep samen of verdeel de dieren (en dus ook de geluiden).
Activiteit 5
Speel een spoor met geluiden die je met je lichaam maakt en laat de kinderen raden welk spoor het is.
Activiteit 6
Verdeel de kinderen in groepjes. Geef elk groepje een aantal pootafdrukken. Laat ze hiermee hun eigen spoor leggen. Ze bedenken er bijpassende geluiden bij en maken deze met het lichaam of instrumenten. Dit oefenen ze een aantal keer. Daarna spelen ze hun stuk voor de groep.
Bewegen met sjaaltjes
Joanna van Toontje Hoger bedacht sjaaltjesliedjes waarbij de kinderen met een sjaaltje bewegen op een winterliedje. Het maakt het zingen nóg leuker, het lied onthouden makkelijker en er wordt tegemoet gekomen aan de bewegingsdrang van de kleuters.
Je vindt de liedjes en bijbehorende bewegingen in de gratis download.
Liedjes
Sneeuwvlok, sneeuwvlok
Op de wijs van ‘Twinkel, twinkel, kleine ster’
Sneeuwvlok, sneeuwvlok val maar neer
dwarrel rustig heen en weer
‘k maak van jou een witte man
op je hoofd een koekenpan
als de zon komt, wat een pech
smelt jij langzaam, langzaam weg.
Sneeuwvlokje
Sneeuwvlokje, sneeuwvlokje
dwarrel maar rond
kom met je vriendjes
bij ons op de grond
sneeuwvlokje, sneeuwvlokje
kom nu maar gauw
misschien maak ik straks
wel een sneeuwpop van jou!
Uit: Het Grote Liedjesboek & Kleuterwijs
Winterkleren
Ik ga de kou weer in
ik pak me warmpjes in
een muts van dikke wol
voor mijn kleine krullenbol
Ik ga de kou weer in
ik pak me warmpjes in
mijn wanten doe ik aan
dan kan ik naar buiten gaan
Uit: Schatkist
Een winter liedje
’t Is winter en ’t is koud
’t is winter en ’t is koud
aia victoria
’t is winter en ’t is koud.
De boom verliest zijn blad
de boom verliest zijn blad
aia victoria
de boom verliest zijn blad.
De beer slaapt in zijn hol
de beer slaapt in zijn hol
aia victoria
de beer slaapt in zijn hol
Tijd voor een dikke jas,
tijd voor een dikke jas
aia victoria
tijd voor een dikke jas.
Pak je laarzen
Pak je laarzen, pak je jas,
moeder breit een wollen das.
Loop maar in de sneeuw,
loop maar in de wind,
maak maar een sneeuwpop mijn lieve kind.
(Variaties: – schaats op het ijs mijn lieve kind
– gooi maar een sneeuwbal mijn lieve kind
– slee van de heuvel mijn lieve kind)
De winter pokey
Je doet je rechter want in
je rechter want uit
in uit, in uit,
gooi het er maar uit
we doen de winter pokey
en we gaan maar door
en zingen daarbij in koor
Woho de winter pokey
woho de winter pokey
woho de winter pokey
want, schoen, das en rol rol rol.
2e couplet = linkerwant
3e couplet = rechterschoen
4e couplet = linkerschoen
5e couplet = winterdas
6e couplet = wollen muts
enzovoorts
Dag meneer de sneeuwman
Dag meneer de sneeuwman,
waar kom je vandaan?
Dag meneer de sneeuwman,
blijf maar staan.
Hier is een bezem,
een stok en een hoed.
Dag meneer de sneeuwman,
’t staat je goed.
Uit: Liedjes met een hoepeltje erom
De sneeuwman
Daar staat een hele grote man
die helemaal niet praten kan
het lijkt wel op een grote reus
maar het is een sneeuwman met een neus
Uit: Liedjes met een hoepeltje erom
Sneeuwman, pak me dan
Sneeuwman, sneeuwman
pak me dan, als je kan
jij blijft daar maar rustig staan
jij kunt vast niet verder gaan
sneeuwman, sneeuwman
pak me dan, als je kan.
Uit: Liedjes met een hoepeltje erom
5 Kleine sneeuwpoppen
Steek bij dit liedje 5 vingers in de lucht. Telkens als er een sneeuwpop smelt, doe je een vinger naar beneden.
5 Kleine sneeuwpoppen, o zo blij
5 kleine sneeuwpoppen in een rij
daar kwam de zon en scheen en scheen
1 kleine sneeuwpop smolt – verdween.
Pech, pech, pech
1 moest er weg
pech pech pech
1 moest er weg.
Nu staan er 4 sneeuwpoppen in de rij
want 1 sneeuwpop is er niet meer bij.
4 Kleine sneeuwpoppen, o zo blij
4 kleine sneeuwpoppen in een rij
daar kwam de zon… etc.
Pech, pech, pech
2 moesten weg
pech pech pech
2 moesten weg
nu staan er 3 sneeuwpoppen in de rij
want 2 sneeuwpoppen zijn er niet meer bij.
…en zo verder
Winter bibber bibber
Het is winter bibber bibber
en ik bibber, bibber, bibber
want buiten is het koud
doe je jas aan, bibber, bibber
zet je muts op, bibber, bibber
doe je sjaal om, bibber, bibber
en je wanten aan.
Het is winter bibber bibber
en ik bibber bibber bibber
want buiten is het koud.
Uit: Kleuterwijs
De sneeuwdans
Sneeuwt het al? Sneeuwt het al?
ik wil vlokken overal
ik wil sleetje rijden van de heuvel naar benee
lekker buiten met mijn slee.
Eén keer links en één keer rechts
handen in je zij
handen hoog en handen laag
dans je mee met mij?
want misschien is er een kans
als ik de sneeuwdans dans
misschien is er een kans.
Van: Koekeloere
Versjes
Beste sneeuwman
Beste sneeuwman luister even
beste sneeuwman, ben je daar?
Je mag bij ons blijven wonen
als je wilt tot volgend jaar.
Met je hoedje en je bezem
met je wortel en je das
met je grote, zwarte ogen
en je oude winterjas.
Beste sneeuwman, zeg eens even
vind je dat een goed idee?
En wanneer je niet alleen wilt,
neem gerust je vriendje mee.
Als het strakjes dan te warm wordt
in april of pas in mei,
kruip je lekker in de ijskast
daar is vast een plaatsje vrij!
Sneeuwpop
Er staat een sneeuwpop in de tuin
met een hoedje op z’n kruin
met een pijpje in z’n mond
en twee oogjes, zwart en rond.
Dag sneeuwpop, met je witte jas
de groeten van de hele klas!
Sneeuwvlokjes
Sneeuwvlokjes dwarrelen in het rond
uit de lucht tot op de grond
dwarrel, dwarrel kom jij maar
zo nu is mijn sneeuwbal klaar
Sneeuwballen vliegen in het rond
door de lucht en op de grond
zoef, zoef, kom jij maar
nog een paar
en mijn sneeuwpop is klaar!
Ik ben een kleine sneeuwvlok
Ik ben een kleine sneeuwvlok
dat kun je zien
geen enkele andere sneeuwvlok
lijkt op mij bovendien
pak me op als ik val
en rol me met mijn vriendjes
tot een mooie sneeuwbal!
Gekleurde wanten
Gekleurde wanten voor jou en mij
rode, gele en blauwe erbij
maar het paar dat rijmt op groot
dat zijn mijn favorieten en ze zijn… rood!
ze zijn rood! ze zijn rood!
mijn favoriete wanten zijn rood!
Gekleurde wanten voor jou en mij
rode, gele en blauwe erbij
maar het paar dat rijmt op veel
dat zijn mijn favorieten en ze zijn… geel!
ze zijn geel! ze zijn geel!
mijn favoriete wanten zijn geel!
Gekleurde wanten voor jou en mij
rode, gele en blauwe erbij
maar het paar dat rijmt op pauw
dat zijn mijn favorieten en ze zijn… blauw!
ze zijn blauw! ze zijn blauw!
mijn favoriete wanten zijn blauw!
Verzin zelf verder met andere kleuren.
Ik ben een sneeuwman
Ik ben een kleine sneeuwman
dik en kaal
hier is mijn neus
en hier is mijn sjaal
als de zon schijnt
kan ik niet spelen,
wat een pech
ik smelt langzaam weg.
Winter
Een muts voor mijn oren
een sjaal voor mijn kin
wantjes voor mijn handjes.
Ik zit er warmpjes in.
Waterijsjes
Er hangen pegeltjes van ijs
aan de randen van het dak.
Er hangen pegeltjes van ijs
aan een grote dikke tak.
Miljoenen kegeltjes van ijs
Koning Winter wordt bedankt!
Het lijkt wel of de wereld
vol met waterijsjes hangt.
Koude handen
Koude handen op elkaar.
Klappen maar, klappen maar.
Koude handen in elkaar.
Wrijven maar, wrijven maar.
Klappen, wrijven, zwaaien met je arm.
Zo wordt je weer lekker warm.
Het hongerige konijntje
Een dikke, kleine sneeuwman
had een wortelneus
toen kwam daar een konijntje
en die zag dat heus
hongerig zocht ze naar haar diner
en wat denk je? Hap, hap, hap,
de wortel nam ze mee!
Ideeën voor de hoeken & spelinloop
Inrichting van de hoeken
Gezellig bij de open haard
Kleed de huishoek lekker warm en gezellig aan, zodat er een echte winter sfeer ontstaat. Haal veel spullen eens uit de huishoek die er al lang in staan (denk hierbij vooral aan kleding, service en andere kleine dingen) en zet er het minimale in. Kinderen kunnen namelijk prima spelen met weinig spullen! Beter zelfs, wanneer een hoek te vol staat ziet een kind door de bomen het bos niet meer.
Denk bij de aankleding van deze hoek aan:
- een open haard van karton (misschien heb je er nog één van de sinterklaastijd)
- een mand met blokken hout naast de open haard
- een dik, warm kleed voor de open haard waar de kinderen op kunnen zitten (haal de stoelen eventueel uit de huishoek)
- mokken, een slagroomspuitbus en een pak chocomel (leeg natuurlijk)
- een leeg blik erwtensoep en rookworst (AH mini’s)
- een paar prentenboeken over de winter waar de kinderen in kunnen lezen bij de open haard
- warme winterkleding zoals sjaals, mutsen, handschoenen, wanten, huissokken
- een gezelschapsspelletje
- een kaarsje op tafel




Op de ijsbaan
Maak een schaatsbaan in de klas of op de gang. Zorg voor een kassa, speelgeld, portemonnees, prijslijst, bord met naam van de ijsbaan, schaatsverhuur, een baan afgebakend met pionnen, een koek-en-zopie kraam, lekkers voor in de kraam, winterse muziek, warme kleding, een bezem om de baan te vegen, een grote pan voor de erwtensoep, knakworstjes, bekers om uit te drinken en borden.
De kinderen brengen een bezoek aan de ijsbaan. Ze betalen bij de kassa en schaatsen rondjes op de baan. Bij de koek-en-zopie kraam kopen ze wat lekkers.





In de iglo
Maak een iglo in de klas, waarin de kinderen als Inuit, met warme winterkleding aan, kunnen spelen. Om een iglo te maken, gebruik je een kleine, witte tent of bedek je een kleine tent met een wit laken.
Leg sneeuw op de grond door watten of piepschuim in het rond te strooien of bedek de vloer met een wit of blauw laken. Een warm, wit berenvel neerleggen oogt ook sfeervol.
Zet enkele knuffels van dieren die op de Noordpool voorkomen bij de iglo.
Tip! Vraag de kinderen deze knuffels van thuis mee te nemen.
Laat de kinderen sneeuw op het raam verven of verf een sneeuwlandschap op blauw of zwart Engels karton dat je aan de muur hangt. Hang slierten wit crêpepapier op om de hoek nog sfeervoller aan te kleden.





Een iglo in de bouwhoek
Geef de kinderen de opdracht een iglo van blokken te bouwen. Drapeer een wit laken over de blokken en leg ijsschotsen bij de iglo.



Winterwonderland
Vul een tuff-tray of bak met witte pompons of leg ze op een tafel. Leg er grijpers bij en laat de kinderen de ‘sneeuw’ pakken met de grijpers.
Winterdorp
Gebruik de AH wintermini’s (van enkele jaren geleden) voor een sfeervol winterdorp. Kleed het dorp aan met bomen, kerstlichtjes, wegdelen (Way-to-play) een treinrails, zilver papier of spiegels als ijs en sneeuw (baking soda of bloem gemengd met baby-olie).




Noordpooltafel
Een leuke speeltafel waarbij de kinderen zich op de Noord- of Zuidpool wanen.
Laat de kinderen een achtergrond verven en vraag hen speelfiguren van thuis mee te brengen (pinguïns, ijsberen enzovoorts).


IJsschotsen in de watertafel
Leg stukken piepschuim (ijsschotsen) in de watertafel. Voeg hier speelfiguren van dieren die op de Noordpool leven aan toe.
IJs in de watertafel
Vries bekertjes water in. Leg het ijs de volgende dag in de watertafel en laat de kinderen ermee experimenteren en ontdekken.
Verstop kleine diertjes in water en vries het in. Voeg eventueel wat kleurstof toe. Leg het ijs de volgende dag in de watertafel. Laat de kinderen bedenken hoe ze de diertjes kunnen bevrijden.


Spelinloop | thema winter
Denk bij de spelinloop aan het materiaal dat je vast in je klas hebt, zoals het constructiemateriaal, klei, loose parts en ontwikkelingsmateriaal en bedenk hier opdrachten mee die bij het thema passen. Gebruik verder opdrachten van een methode voor voorbereidend schrijven zoals Krullenbol. Deze methode heeft speelse oefeningen op thema.
Bouwen met bakjes
Deze bakjes komen van de AH. Met Kerst verkopen ze deze. Er zitten heerlijke toetjes in. Met de bakjes maken de kinderen een iglo. Naast de bakjes gebruiken ze ook doppen om mee te bouwen.
IJsschotsen spiegelen
Een leuk idee voor de rekenhoek of als inloopwerk wanneer de kinderen binnenkomen: Twee kinderen gaan tegenover elkaar zitten. Leg een blauwe reep tussen de kinderen in. De kinderen leggen om de beurt een figuur tegen de blauwe reep dat gespiegeld wordt. Gebruik hiervoor witte (en blauwe) mozaïekfiguren, die ijsschotsen voorstellen.
Wintermozaïek
Maak een ijskristal of sneeuwkristal met de kinderen door samen een mozaïek te leggen en te spiegelen.
Op het ijs
Geef de kinderen een spiegel en wit / blauw materiaal, zoals teldopjes. De spiegel is het ijs van de Noordpool. De kinderen leggen de dopjes naar eigen inzicht op de spiegel. De dopjes kunnen water en sneeuw voorstellen.
IJskristallen & sneeuwvlokken van K’nex
Knutselen | thema winter
Sneeuwuilen
Schattige uilen die je kunt maken met vingerverf of kunt stempelen met kurken. Onderstaande uilen zijn gestempeld. De kinderen knippen eerst een strook bruin papier, een tak, en plakken deze op. Daarna stempelen ze de uilen en plakken ze de ogen en de snavel. Tenslotte wordt het werk versierd met sterren en een maan.



Sneeuwpop mozaïeken
Sneeuwpop tekenen
Sneeuwpop – motorische oefening
De kinderen tekenen de sneeuwpop met wasco. Ze trekken de lijnen meerdere malen over. Daarna plakken ze plakfiguren als knopen op. De sneeuwpop krijgt ogen, een neus en een hoed. De achtergrond wordt geverfd met waterverf.
Sneeuwmannen in de nacht
De kinderen tekenen sneeuwpoppen op wit papier. Daarna knippen ze deze uit, een goede oefening voor de motoriek.
De sneeuwpoppen worden op zwart papier geplakt. Versier alles met sneeuw op de grond (vingerverf) en in de lucht (spatten).
Sneeuwpopkunst
Teken een deel van het hoofd van een sneeuwman. Beplak het hoofd met gescheurde of geknipte stukjes papier. Plak er een oog, mond en neus (wortel) op. Plak eventueel een leuk liedje of versje over een sneeuwpop bij het werkje.
Sneeuwpop van een eierdoos
Knip 3 stukjes van een eierdoos af. Neem hiervoor een eierdoos die niet wit is, zodat de kinderen hem wit kunnen verven.
Versier de eierdoos met een sjaaltje van een stukje lint of wol, ogen, een wortelneus, een hoed en knopen op de buik.
Sneeuwpop vouwen
Neem 2 of 3 witte vouwblaadjes van verschillende grootte. Vouw 16 vierkantjes. Vouw alle hoeken om. Plak de 2 / 3 blaadjes boven elkaar op een blad. Versier de sneeuwpop, vouw een hoed en… klaar!
Of vouw Olaf van Frozen. Olaf is gemaakt van vliegers.


Sneeuwklokjes vouwen
Nodig: witte, vierkante vouwblaadjes.
Vouw de schuine vouw. Leg het blaadje met de punt naar boven voor je neer. Vouw de 2 buitenste punten omhoog, zie foto. Klaar is je sneeuwklokje. Maak er een steeltje aan en plak de sneeuwklokjes op een vel papier.
Voedsel voor de vogeltjes
Maak met de kinderen pindakettingen en vetbollen. Hang ze in een boom die vanuit de klas te zien is.
Zo maak je een vetbol:
* Smelt ongezouten spekvet of oud frituurvet (geen vloeibaar vet, maar vet dat hard wordt) in een pan. Meng er zaden doorheen. Dit kunnen allerlei verschillende soorten zaden zijn zoals tarwekorrels, gerst, zonnebloempitten, maïs, sesamzaad, maanzaad, havervlokken en krenten.
Het vet moet nét gesmolten zijn, dus houd het vuur laag. Het vet mag absoluut niet gaan koken.
Giet het vet in kleine plastic bekertjes van vla of yoghurt (kleine Danoontje bekertjes bijvoorbeeld). Als je de vetbol later aan een draad wilt hangen, doe dan nu al een katoenen draad in het vet.
Zet het bekertje in de vriezer of koelkast. Als het vet hard is, kan de vetbol uit het bekertje gehaald worden en opgehangen worden.
Een vetbol zonder draadje kan in een pindanetje (of een stuk van een sinaasappel- of mandarijnnet) gedaan worden en zo buiten opgehangen worden.
Vogelhuisje van repen
Een opdracht waarbij de kinderen moeten passen en meten. De oudste kleuters maken het vogelhuisje zelf. Voor de jongste kleuters kun je het huisje op een wit vel papier tekenen. De kleuters leggen de stroken hierop, knippen ze af en plakken ze op.
Bomen in de winter
Gebruik zwarte oliepastel om de bomen te tekenen. Start met het tekenen van een driehoek. Maak daarna de rechte en schuine lijnen voor de takken, zie linker boom op de foto.
Warme handschoen
Wantjes vouwen
Vouw 16 vierkantjes. Knip één hokje in de hoek weg. Vouw nu alle hoekjes om. Knip bij het weggeknipte blokje een stukje in voor de duim, zie afbeelding. Vouw de duim om.
Plak een strook papier onder het wantje en versier het wantje bijvoorbeeld met een leuk patroon.
Warme winterkleding
Beplak een trui met lapjes stof.
Winterwantjes borduren
Borduur winterwantjes en versier ze met plakfiguurtjes.


IJsbeer tamponneren
Teken een ijsbeer op een stevig vel wit papier of zoek een kleurplaat van een ijsbeer. Knip deze uit zonder de buitenrand te raken. Leg het vel wit papier op een vel blauw papier en laat de kinderen met witte verf en een tamponneerkwast of kleine spons in de ijsbeer stempelen. Haal de mal weg. Daar is de ijsbeer!
Pinguïn verven op het verfbord
Pinguïn vouwen
In het Grote Vouwboek staat een vouwvoorbeeld van een pinguïn. De pinguïns zijn gemaakt van twee even grote vouwblaadjes die je in 16 vierkantjes vouwt en in het midden doorknipt. Hierna vouw je één hoek over vier vierkantjes om en de andere hoeken vouw je een stukje om. Plak het witte vouwblaadje op het zwarte en het lijf van de pinguïn is klaar.
Iglo stempelen
Knip een schuurspons in kleine, rechthoekige stukken. De kinderen stempelen een iglo met de spons. Hierna tekenen ze zichzelf als Inuit met een zwarte stift en kleuren hun tekening in. De Inuit wordt bij de iglo geplakt.


Pinguïn met wasco en waterverf
Teken een pinguïn met zwarte wasco. Teken er met witte wasco sneeuwvlokken omheen. Verf de pinguïn daarna met zwarte waterverf. Geef de achtergrond vrolijke kleurtjes.


Pinguïn met plakkaatverf en papier
Laat de kinderen strepen in felle kleuren op een stevig vel A3 papier verven. Daarna knippen ze een pinguïn van een vel zwart A4 papier en een vel wit A5 papier. De snavel en poten worden uit oranje papier geknipt. De pinguïn wordt op het verfwerk geplakt.


Pinguïn knippen
De kinderen maken een ijsschots door stukjes sitspapier te scheuren. Hierna knippen ze zelf een pinguïn uit zwart en wit papier en plakken deze op de ijsschots.



Pinguïn van een wc-rol
Deze pinguïns hebben de kinderen zelf bedacht. De opdracht was: maak een pinguïn van een wc-rol. De kinderen kozen het materiaal dat ze wilden gebruiken zelf.


Pinguïn van een 8
De kinderen schrijven het cijfer 8 met zwarte wasco op blauw papier. Hierna trekken ze de 8 verschillende keren over. De pinguïn krijgt poten, een snavel, ogen en een witte buik.


Pinguïns en ijsberen vouwen
Pinguïn: 3 vliegers vouwen, 2 vliegers dubbelklappen voor de vleugels. Kop: schuine vouw maken en een stukje omvouwen.
IJsberen: 16 vierkantjes vouwen, 1 hele rij eraf knippen. 1 hokje eruit knippen tussen de poten en 2 hokjes eraf knippen onder de kop. De kop omvouwen en de rug omvouwen (zie foto).


Kikker in de kou
Teken- en knutselactiviteiten bij het boek Kikker in de kou van Max Velthuijs.
Downloads | thema winter
Kralenplankvoorbeelden Kikker in de kou
Bij het boek Kikker in de kou maakte ik kralenplankvoorbeelden van Kikker, Eend, Haas en Varkentje. Het pakket bevat ook een codeeropdracht.

Kralenplankvoorbeelden kerst met Takkie & Siepie
Dit pakket bevat kralenplankvoorbeelden met de bekende hond Takkie en kat Siepie uit Jip en Janneke. De voorbeelden zijn onderverdeeld in drie opdrachten: klassieke kralenplankvoorbeelden om na te leggen, voorbeelden om het spiegelen te oefenen en een ‘kraak de code’ opdracht.
Tip! Kies bij het afdrukken voor ‘ware grootte’, zodat de kralenplankvoorbeelden precies onder een doorzichtige kralenplank passen.




Cijferdoolhoven Kikker in de kou
Met de cijferdoolhoven oefenen de kinderen het herkennen van de cijfers, de visuele waarneming, visuele discriminatie en het onthouden en herhalen van een reeks cijfers. De download bevat drie cijferdoolhoven in verschillende niveau’s.


Warme wintertruitjes
Oefen het tellen en de getalsymbolen met de warme wintertruitjes. Print de opdrachtkaartjes uit en lamineer ze. De kinderen leggen het juiste aantal knopen op de truitjes.



Knopen leggen – tellen en getalsymbolen herkennen
Geef de sneeuwman knopen. De kinderen leggen het aangegeven aantal knopen op de buik van de sneeuwman.
De download bevat de getallen t/m 12 en een lege kaart waar je met een whiteboardmarker zelf een getal op kunt schrijven.
De sneeuwmannen kunnen ook als kleikaarten gebruikt worden. De kinderen kleien knopen voor de sneeuwman.


Getallenrace – winter
Dobbel de pinguïn naar de vis. Wie is het snelst?
Rol en raap
Gooi met de dobbelsteen en raap sneeuwvlokken. Deze download bevat een spelblad voor de getallen tot en met 6 en een blad voor de getallen tot en met 12.
Rol de dobbelsteen
Spel om met een groepje tot ongeveer 4 kinderen te spelen.
Print het werkblad voor elk kind uit.
Eén kind gooit met de dobbelsteen/dobbelstenen en kleurt het getal dat gegooid is in op zijn/haar werkblad.
Gooit het kind de volgende beurt hetzelfde getal? Dan gaat de beurt naar de volgende en kun je niks kleuren.
Wie heeft al zijn getallen het eerst ingekleurd?
Het eerste werkblad bevat de getallen 1 t/m 5.
Het tweede en derde werkblad bevatten de getallen 2 t/m 12.
Tel en kleur
Het bovenstaande spel ‘Rol de dobbelsteen’ is vooral geschikt voor groep 2. Dit spel ‘Tel en kleur’ is ook erg leuk voor de jongste kleuters!
Je speelt het spel met ongeveer 4 kinderen.
Het spel bevat 2 niveaus.
1: Gooi met de dobbelsteen en kleur het aantal sneeuwvlokken dat je gegooid hebt in. Wie heeft al zijn sneeuwvlokken het eerst gekleurd?
2: Gooi met de dobbelsteen en gooi met de kleurendobbelsteen. Je kleurt het aantal dat je gegooid hebt in met de kleur die je gegooid hebt, bijv. 5 rode sneeuwvlokken, 3 blauwe sneeuwvlokken. Wie heeft zijn vlokken het eerst gekleurd?
Getalkaarten winter
Drie sets leuke cijferkaartjes met daarop de cijfers 1 t/m 20. Eén set bevat ook de aantallen bij elk getal, weergegeven in sneeuwvlokken.
Tips voor het werken met de cijferkaartjes:
- Laat de kinderen het juiste aantal wattenschijfjes (make up remover schijfjes) of watjes bij de kaartjes leggen. Dit zijn de sneeuwballen of vlokjes.
- Laat de kinderen de juiste hoeveelheid pinda’s bij de kaartjes leggen.
- Knip een sneeuwbal uit een vel papier. Verstop de sneeuwbal onder één van de kaartjes. De kinderen raden waar de sneeuwbal ligt. Ze moeten het getal eerst juist benoemen en dan mogen ze kijken of de sneeuwbal onder dat kaartje ligt.
→ Download de cijferkaartjes met sneeuwpop
→ Download de cijferkaartjes met kinderen en sneeuwpop
→ Download de cijferkaartjes met aantallen



Sneeuwvlokken – motorische oefening
De kinderen leggen met een pincet sneeuwvlokken op de cirkels en oefenen de fijne motoriek. Voor sneeuwvlokken kun je wattenbolletjes, witte pompons of stukken van watjes gebruiken.


Winterwerkbladen
13 werkbladen over de winter om te bundelen tot een werkboekje of om los te printen. Met o.a.:
– stempelen
– letterkennis (de w)
– auditieve analyse
– beginklank
– visuele waarneming
– seriëren
– begrip ‘grootste’
– tellen
– classificeren



Winterdorp – visuele waarneming & geheugen
De Winterdorp mini’s die je kon sparen bij Albert Heijn zien er hartstikke leuk uit en je kunt er een mooi winterdorp mee maken, maar je kunt er ook leerzame activiteiten mee doen in de klas. Wat dacht je van een oefening in het visuele geheugen en het ontdekken en voortzetten van patronen? Met deze download doe je meer met je mini’s!
De download bevat opdrachten waarbij de kinderen het visuele geheugen trainen en oefeningen in het ontdekken en voortzetten van patronen.



Programmeren in het winterdorp
Oefen de beginselen van het programmeren, het ruimtelijk inzicht en de oriëntatie op het platte vlak met dit programmeerpakket. Hier kun je de AH Winterdorp mini’s bij gebruiken, maar de activiteiten zijn ook zonder de mini’s uit te voeren.


