Thema Kikker | Lesideeën voor kleuters

Kringactiviteiten thema Kikker

Taalactiviteiten

Verhaal navertellen – verteltafel
Lees één van de boeken over Kikker van Max Velthuijs voor. Kunnen de kinderen het verhaal (aan de hand van de platen) navertellen?
Maak een verteltafel of leeshoek in je klas waarin de kinderen het verhaal tijdens de werkles nog eens na kunnen spelen.
Hiervoor kun je de vingerpoppetjes van Kikker en zijn vriendjes gebruiken of zelf afbeeldingen printen en op bijv. een wc rol plakken.

Verhaal naspelen
Speel met de klas één van de verhalen over Kikker na. Verdeel de rollen en laat de kinderen de tekst zeggen of jij vertelt en de kinderen spelen. Speel het verhaal vaker na en wissel de rollen. Geef de kinderen die kijken en luisteren ook een taak.

Zelf een verhaal verzinnen
Neem een boek van Kikker en lees dit niet voor! Laat wel de platen zien. De klas gaat het verhaal nu zelf bedenken. Wat zien de kinderen? Wat gebeurt er allemaal? Hoe zou het verder gaan? etc.

De kleuters ‘lezen voor’
Als je veel kikkerboeken in je klas hebt, kunnen de kinderen elkaar voorlezen. Maak groepjes van 2 of 3 kinderen en geef elk groepje een boek. Eén kind bladert door het boek en vertelt het verhaal over Kikker aan het andere kind / de andere kinderen. Je kunt ervoor kiezen dit te doen nadat je de boeken zelf al eens voorgelezen hebt. Je kunt er ook voor kiezen de kinderen zelf een verhaal te laten bedenken. Sommige kinderen zullen dit nog wel moeilijk vinden.

Letterfeest
Organiseer een letterfeest rondom de K van kikker! Het letterfeest duurt één dagdeel. Bedenk allerlei leuke activiteiten die met de letter K beginnen. Hier wat inspiratie:

* De kinderen komen in Knalgroene Kleding naar school! Natuurlijk is gewoon groen ook goed.
* We krijgen allemaal een beetje Knalgroende schminck op ons gezicht.
* We eten een lekker Kikkersnoepje (kikkertje van Haribo), een stukje
Komkommer of een Kaasje.
* Als we naar buiten gaan doen we dat niet lopend maar met
Kikkersprongen.
* We Kruipen door het lokaal. Kunnen we onder de tafel door Kruipen?
* We Kleuren een Kleurplaat van Kikker.
* We bedenken woorden met de K voor de lettermuur of lettertafel.
* We bakken lekkere Koekjes van de letter K of een Cake.
* We maken iets moois van Klei. Een Kikker of de letter K?
* We spelen spelletjes met Knikkers.
* De kinderen mogen hun lievelings Knuffel mee naar school brengen!

Je kunt het feestje nog specialer maken door in elke kleutergroep een opdracht te doen. Laat de kinderen Kiezen of rouleren. Zo spelen ze ook een keer in de andere klassen, wat ze vaak erg leuk vinden!

De/k/ van Kikker
Bedenk woorden met de /k/ van kikker. Schrijf de woorden op een vel papier. Geef de k een andere kleur. Vraag de kinderen waar de k in het woord zit. Vooraan, achteraan, in het midden. Hak en plak / klap de woorden die opgeschreven worden. Welke woorden zijn lang? Welke kort? etc.
Leuk voor de werkles: geef de oudste kleuters een vel papier en tijdschriften. In de tijdschriften moeten ze plaatjes zoeken van woorden met de k erin. Deze knippen ze uit en plakken ze op het vel papier.

Rekenactiviteiten

Kikkersprongen – vooruit en achteruit tellen, verder tellen
Nodig: een handpop, vingerpoppetje of knuffel (het liefst van Kikker).

Kikker houdt van springen, dat doet hij de hele dag! Vandaag gaan we zijn sprongen eens tellen. Kikker springt door de kring. De kinderen tellen hardop mee. Tel tot 10, tel tot 20. Kan Kikker ook achteruit springen? Hij springt terug de kring door, van 10 naar 0 of van 20 naar 0.

Nu wil Kikker naar een bepaald kind toe springen. In hoeveel sprongen zou Kikker bij dat kind zijn? Wat denkt de klas?
We gaan eens tellen hoeveel sprongen Kikker nodig heeft. Hebben we het goed geraden? Nu springt Kikker weer terug naar de stoel van de juf/ meester. Kikker springt achteruit en wij tellen achteruit terug.

Als dat goed lukt, wil Kikker wel eens verder springen. Hij springt naar het eerste kind (bijv. 6 spongen) en daarna springt hij door naar het volgende kind. We oefenen het verder tellen vanaf een bepaald getal (in dit geval vanaf 6).

Spelletje ter afsluiting: Kikker springt door de kring, máár, de kinderen mogen nu niet hardop meetellen. Ze tellen de sprongen in hun hoofd. Als Kikker stopt met springen, mogen de kinderen raden hoeveel sprongen hij gemaakt heeft.

Kikkersprongenspel – tellen en verder tellen
De kinderen zitten in de kring. Jij begint en springt als een kikker door de kring. Je telt hardop 1, 2, 3, 4. Dan tik je een kind aan. Dit kind wordt nu de kikker en gaat verder waar jij gebleven was 5, 6, 7… net zolang totdat het kind een ander kind aantikt of tot jij het genoeg vindt en in je handen klapt. Tot hoeveel kunnen jullie doorgaan?

Kikkersprongen in de speelzaal / buiten – sprongen van 2
De kinderen springen als kikkertjes door de speelzaal. Begin met sprongen van 1. Spring tot 10 en tot 20. Probeer ook eens achteruit te springen en terug te tellen!

Nu gaan we het springen met sprongen van 2 oefenen! De sprongen worden wat groter. Spring weer tot 10 of 20.
We gaan het springen oefenen met de getallenlijn erbij.
Schrijf de getallen (tot 10 of 20) op A4-tjes. Plak de A4tjes in een lange rij achter elkaar op de grond. De kikkertjes gaan in een rij achter elkaar klaarstaan. Ze springen in één keer naar de 2, dan naar 4 etc. De kinderen zien en ervaren zo dat ze telkens één getal overslaan. Dit maakt het maken van sprongen van 2 wat makkelijker. Tip: laat de kinderen náást de getallen springen en niet óp de A4-tjes, dan zijn ze zo stuk. In plaats van A4-tjes kun je natuurlijk ook gewoon getalkaartjes gebruiken. Leuke Kikkergetalkaartjes vind je bij de downloads op deze pagina.

Een spelletje ter afsluiting: haal de oneven getallen weg, zodat alleen 2, 4, 6, 8, 10 etc. te zien zijn. De kinderen doen de ogen dicht. Draai nu één van de even getallen om. Welk getal is omgedraaid?

De kikker op het lelieblad – seriëren
Voorbereiding: Maak een aantal leliebladeren (ong. 8) van verschillende grootte. Knip ze uit grote, groene vellen papier. Als je een knuffel, vingerpoppetje of plastic figuurtje van een kikker hebt, is het leuk deze erbij te gebruiken.

Leg de leliebladeren in de kring. De kikker wil over de leliebladeren springen. Hij wil beginnen op het kleinste blad en eindigen op het grootste blad. Kunnen de kinderen de kikker helpen?
Welk blad is het grootst? Hoe kun je dat weten?
Welk blad is het kleinst? Waarom? Welke bladeren moeten er nog tussenin?
Laat de kinderen de volgorde maken en samen bespreken of het goed is.
Wanneer de bladeren goed liggen, springt kikker naar de andere kant!

Gym- en spelles

Tikspelletjes

Kikker in de vijver – tikspel
Teken met krijt een grote cirkel op de speelplaats (de vijver). Midden in deze cirkel teken je een kleine cirkel (een lelieblad). Eén kind is kikker en zit op de hurken op het lelieblad.
In de speelzaal kun je bijv. een touw gebruiken als vijver.
De kinderen zeggen: dag kikker. De kikker zegt: als je zin hebt, mag je bij mij in de vijver….. (hinkelen, springen, kruipen, op handen en voeten lopen).
De kinderen gaan de vijver in en doen wat de kikker zei. Als de kikker KWAK zegt, dan moeten de kinderen de vijver zo snel mogelijk verlaten en probeert de kikker kinderen te tikken.

Kikker op het lelieblad – tikspel / overloopspel
Leg matten in de breedte van de zaal met tussen elke mat of 2 matten een opening. Op elke mat zit een kikker. De kinderen staan bij de muur. Ze rennen, door de openingen, naar de andere kant van de zaal. De kikkers op de matten (leliebladeren) proberen een kind te tikken, maar mogen niet van hun blad af! Lukt het om iemand te tikken, dan wordt dit kind ook kikker en gaat op een lelieblad staan. Hoe meer kikkers, hoe makkelijker het tikken wordt.

Lelieblad wisselen – tikspel
Leg hoepels in de zaal, 2 minder dan het aantal kinderen. Kies 2 tikkers. Alle kinderen zijn kikkers en gaan op een lelieblad staan. Er lopen 2 tikkers tussen de leliebladeren door.
De kinderen proberen met elkaar van blad te wisselen zonder getikt te worden. Er mag maar één kind op elk blad staan. Als je getikt wordt, ben je de nieuwe tikker.

De kikker en de prinses – tikspel
De kinderen zitten in de kring. In het midden van de kring ligt de gouden bal. Eén kind is de kikker en loopt om de kring heen. Een ander kind wordt als prinses aangewezen, zonder dat de kikker weet wie. De kikker moet de bal die in de kring ligt proberen te pakken.
Wanneer de kikker zich in de kring begeeft, mag de prinses de kikker gaan tikken. Als de kikker weer uit de kring is, is hij weer vrij. Lukt het de kikker om ongetikt de bal te pakken?

Balspel

Kikkerkoning – oefeningen met de bal
Alle kinderen krijgen een bal of hebben in tweetallen een bal.
– stuiteren met de bal en naar de overkant van de zaal lopen
– de bal overgooien
– in tweetallen op de grond zitten en de bal over rollen
– de bal tegen de muur stuiteren (en er overheen springen als de bal terugkomt)
– de klas in 2 groepen verdelen. Deze groepen gaan in 2 rijen staan. De kinderen staan achter elkaar. Ze geven een bal over de hoofden door. Welke rij is het eerst klaar?
Daarna wordt er een bal onder de benen door doorgegeven.
– kegelen met een bal
– lummelen

Dansen

Indische waterlelies – dans
Zoek de muziek van de Indische waterlelies – Efteling. 
Verdeel de klas in 2 groepen. Eén groep kinderen mag kikker zijn. De kikkers springen, op de maat van de muziek, door de speelzaal.
De andere groep kinderen is waterlelie. De waterlelies geven elkaar een hand en dansen door de zaal. De waterlelies proberen van een lange sliert een kring te maken. De kikker springen de kring in. Aan het eind van het lied vormen de lelies een kring waar alle kikkers inzitten. Dan wordt er van rol gewisseld.