Thema Pasen | Lesideeën voor kleuters
Kringactiviteiten & projecten | Pasen
Boekentips!
De mooiste prentenboeken voor kleuters bij het thema Pasen.
* Door op een boek te klikken, word je doorverwezen naar Bol. #affiliate
Opening / afsluiting van het thema
Eieren zoeken
Verstop kunststof eieren in het lokaal en laat de kinderen ze zoeken. Stop eventueel in elk ei een kleine opdracht of spel en maak elke dag een ei open tot het Pasen is.
Boer Boris en de eieren
Speel het verhaal Boer Boris en de eieren na in een toneelstuk of poppenkastvoorstelling. Op de foto is mijn collega boer Boris en ik ben zusje Sam.
Paasspeurtocht
Vier het paasfeest met deze gezellige speurtocht.
De kinderen speuren in groepjes op of rondom de school naar grote, kartonnen paaseieren. Op elk paasei staat een opdracht. De opdracht wordt uitgevoerd en de kinderen gaan op zoek naar de volgende opdracht.
→ Paasspeurtocht
Projecten van Kleuteruniversiteit
Bij Kleuteruniversiteit vind je projecten voor Pasen. Hier mijn favorieten, door Karin en mezelf geschreven.
Boer Boris en de eieren
Boer Boris, kom eens kijken! Kom eens kijken bij de kippen!
Hun eitjes zijn niet wit of bruin, maar gekleurd en met strepen en stippen.
In dit project, geschreven bij het boek Boer Boris en de eieren van Ted van Lieshout en Philip Hopman, draait alles om Pasen en lente. Het project bevat activiteiten voor taal, rekenen, natuur, muziek, spel, motoriek, mindfulness, kunstzinnige vorming en de creatieve en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Lente & Pasen – peuterproject
De paashaas maakt zich klaar voor een drukke tijd. Eitjes rapen, beschilderen en verstoppen voor de kinderen. Het is een heel karwei!
Dit project bevat activiteiten voor peuters bij het boek Piep, het is Pasen! van Liesbet Slegers. Te gebruiken op de peuterspeelzaal, in de eerste kleuterklas, het asielzoekerscentrum of op het kinderdagverblijf.
Gratis lessuggesties van Lemniscaat
Voor uitgeverij Lemniscaat schrijven Karin en ik regelmatig les- en spelsuggesties voor op school en thuis bij hun prachtige prentenboeken. Je downloadt ze gratis op hun site.
Eieren zoeken
Ga met Beer en zijn vrienden op zoek naar eieren in het bos.
Dotties eieren
Dottie de kip is blij en trots. Voor de eerste keer heeft ze eieren gelegd. Ze vindt dat alle dieren moeten komen kijken. Maar niemand heeft tijd… Dan komt er een grote verrassing!
Activiteiten voor Pasen
Drie ei is een paasei – artikel in Praxisbulletin
Voor Praxisbulletin schreef ik een artikel met praktische ideeën voor de weken voorafgaand aan Pasen. Het artikel verscheen in het blad van februari 2018.
Veel leesplezier!
→ Artikel Drie ei is een paasei

20 ideeën met kunststof eieren
Ken je de kunststof paaseieren die uit twee helften bestaan en je dus open en dicht kunt maken? Je kunt er ontzettend leuke en leerzame dingen mee doen! Tover ze om tot schudkokers, verstop er dingen in. Oefen het tellen en de getalsymbolen of rijm er op los. Deze en meer ideeën vind je in de gratis download.
Kringactiviteiten thema Pasen
Taalactiviteiten
Het paasverhaal
Lees het paasverhaal voor. Mooie verhalen zijn o.a. te vinden in:
- ‘Een ark vol verhalen’ door Herma Vogel en Gitte Spee
- Het Nieuwe Testament door Marianne Busser en Ron Schröder
- de Kijkbijbel
- ‘Nog één nachtje slapen’ / ‘Drie ei is een paasei’ van Jacques Vriens
In ‘Nog één nachtje slapen’ is het christelijke paasverhaal verwerkt in verhalen over het dagelijkse leven van Wouter en Mieke. Een mooi boek voor kleuters, waar je iedere dag een stukje uit voor kunt lezen.
Wil je het paasverhaal liever op het digibord bekijken? Voor jonge kinderen is er het programma ‘Verhalen uit de Schatkist’ waarin Bijbelverhalen tot leven gebracht worden.
Voor oudere kinderen is er ‘Retourtje Israël’ van de EO dat op begrijpelijke wijze de achtergrond van christelijke feesten vertelt.
De p van Pasen in de lettermuur
De p van Pasen, paasei, paashaas … Start met het verkennen van de klank ‘p’. Hoe klinkt deze? Wat doe je met je mond? Kun je de klank maken met je mond dicht? Hoor je het verschil met de b-klank? Kijk eens bij je buurman, wat zie je als hij de p-klank maakt? Verstop paaseieren in het lokaal. Laat de kinderen door het lokaal lopen. Elke keer als ze een paasei zien, maken ze de p-klank. Bied hierna de letter ‘p’ aan. Schrijf deze op een groot vel papier. Laat de kinderen de letter in de lucht overtrekken. Bedenk vervolgens woorden met de p-klank. Dit kunnen ook woorden zijn met de p-klank achteraan, omdat je de ‘p’ hier duidelijker hoort.
Het mandje van de paashaas – letter van de week
Stop een aantal voorwerpen die met de klank van de week (in dit voorbeeld de p) beginnen in een mandje. Doe er een theedoek overheen.
Dit is het mandje van de paashaas. Om de beurt huppelt een kind met het mandje een rondje door de klas. De klas zingt:
Melodie van ‘dag meneer de sneeuwman’
Dag meneer de paashaas
waar kom je vandaan?
Dag meneer de paashaas
blijf maar staan.
Dit is je mandje,
wat zit er toch in?
het is iets met de p,
die zit aan het begin.
Vervolgens speel je een spelletje met de spullen uit het mandje.
- jij omschrijft één van de voorwerpen, de kinderen raden. Ze weten dat het iets moet zijn dat met de p begint.
- jij neemt een voorwerp in gedachten. De kinderen mogen vragen stellen die jij met ja of nee beantwoordt.
- één van de kinderen mag kijken en een voorwerp omschrijven.
- je stopt voorwerpen die wel en niet met de p beginnen in het mandje. Je haalt er iets uit en vraagt de kinderen of dit voorwerp met de p begint.
Woorden met de p van Pasen: pop – playmobilpoppetje – paasei – pet – peer (mini) – pen – potlood – papier – pannetje – plakband – pizza (mini)- poes (plastic of knuffel) – paard (plastic of knuffel) – paashaas – pingpongbal
Het mandje van de paashaas – geheugen
Vul een mandje met wat spullen die met Pasen (of lente) te maken hebben.
Bekijk met de kinderen wat er in het mandje zit. Vervolgens leg je de spullen uit het mandje een bepaald aantal minuten op tafel of op de grond. De kinderen morgen ernaar kijken. Dan gaan de spullen in het mandje met een theedoek erover heen. Wat zat er in het mandje?
Een variant hierop: ‘wat is weg?’ De spullen uit het mandje liggen in de kring. De kinderen doen de ogen dicht en jij bedekt één voorwerp of haalt het weg. Wat is weg?
Variatie: stop geen spullen, maar paaseieren in verschillende kleuren in het mandje. Leg de paaseieren in de kring en bekijk samen welke kleur ze hebben. Haal een ei weg. Welke kleur is weg?
Paaseieren verstoppen
De kinderen doen de ogen dicht. Jij of een kind mag een ei in de klas verstoppen. Eén van de kinderen mag nu gaan zoeken. De klas zegt zachtjes ‘warm’ of ‘koud’.
Variatie: Verstop een ei en maak op de plek waar je het ei verstopt een geluid, bijv. klappen, op een trom slaan, met belletjes rinkelen… Als je terug in de kring bent, mogen de kinderen kijken. Om de beurt mag een kind even naar het ei gaan zoeken. Als jij klapt moet het kind stoppen met zoeken en terugkomen. Het volgende kind is aan de beurt.
Wie heeft goed geluisterd waar het geluid vandaan kwam en vindt het ei?
‘k Heb een paasei in m’n hand
Zing het liedje ‘Ik heb een euro in m’n hand’. Vervang euro door paasei. In de kring geven de kinderen een paasei door en wordt het lied gezonden. Eén kind mag niet kijken. Als het liedje afgelopen is doen alle kinderen de handen dicht. Het kind mag nu drie keer raden. Waar is het paasei?
Klein, klein, kuikentje – versje, dialoog
Leer de kinderen het onderstaande versje aan. Speel het daarna met de kinderen. Eén kind of de klas stelt de vragen. Het kuikentje zit in de kring of loopt door de kring. Dit kind houdt eventueel een knuffelkuikentje vast of heeft een geel laken om. Het kuikentje antwoordt op de vragen.
Klein, klein kuikentje, waar kom jij vandaan?
Ik kom uit het ei, dat net stuk is gegaan.
Klein, klein kuikentje, waar ga jij naartoe?
Naar de witte kip, want dat is nu mijn moe.
Klein, klein kuikentje, waar slaap je dan vannacht?
Onder moeders vleugels, want dat is warm en zacht.
Rekenactiviteiten
Paaseieren tellen
Nodig: een zak paaseieren
De paashaas is de tel kwijt. Hoeveel eieren had hij nu? De hele nacht heeft hij geteld en toen hij bijna klaar was, vergat hij waar hij was gebleven. Kunnen de kleuters helpen met tellen?
Tel alle eieren uit de zak. Tel ze één voor één, leg ze in een rij, geef elk kind een ei, maak groepjes van vijf of tien, verdeel eieren over mandjes etc. Wees creatief en maak hier een leuke rekenactiviteit van!
Eitjes in de eierdoos – tellen
Nodig: paaseitjes (echt of van plastic) en een eierdoos voor 10 eieren
Vul de doos met 10 eieren.
De kinderen mogen raden hoeveel eieren ze denken dat er in doos zitten. Laat veel kinderen iets raden. Houd bij wat er geraden wordt door bijvoorbeeld te turven. Kijk hoeveel eieren er in de doos zitten. Speel vervolgens flitsspelletjes met de doos. Stop een aantal eieren in de gaten en laat dit even aan de groep zien. Hoeveel eieren zag je? En hoeveel eieren waren er dan weg? Klopt dit?
Speel dit een aantal keer. Leg eventueel ook getallen bij de doos, bijv. het getal 7 als er 7 eieren in zitten en het getal 3 omdat er 3 eieren weg zijn.
Spelletje ter afsluiting: alle kinderen doen de ogen dicht. Tik één kind aan. Dat kind mag eieren uit de doos halen. De kinderen doen de ogen open en mogen de doos zien. Hoeveel eieren zijn er weg?
Van klein naar groot – seriëren
Verzamel verschillende kuikens of paaseieren. Leg ze met de kinderen op volgorde van klein naar groot, van groot naar klein, van dik naar dun, van dun naar dik etc.
Paashazenrace – tellen, getalbeelden op de dobbelsteen, getalsymbolen, meer / minder / evenveel
Nodig:
42 paaseieren met 2 verschillende kleuren wikkels (bijv. blauwe eieren en rode eieren)
2 mandjes
2 (paas)haasjes, bijv. knuffeltjes, handpoppen of afbeeldingen
kleine blokken
cijferkaartjes 1 t/m 6
1 dobbelsteen
Voorbereiding: Verdeel de paaseieren, op kleur, over de mandjes. In het ene mandje zitten 21 blauwe eieren, in het andere mandje 21 rode.
Bouw in de kring, op de grond, 6 kleine huisjes met de blokjes.
Geef de huisjes de huisnummers 1 t/m 6 door er een cijferkaartje bij te leggen.
Haasje Hop vertelt aan de kinderen dat hij vandaag paaseieren gaat bezorgen. Dat gaat hij in deze straat doen. Bij elk huis verstopt hij net zoveel eieren als het huisnummer dat het huis heeft. Maar… gewoon paaseieren verstoppen doet Haasje Hop elke dag al. Vandaag wil hij er een spannend spelletje van maken! Hij wil een paashazenrace houden met Haasje Hup. Wie kan het eerst al zijn eieren bezorgen?
Om de beurt gooien Haasje Hop en Haasje Hup met de dobbelsteen. Dit mogen de kinderen voor hen doen. Wat heeft de haas gegooid? Welk huis hoort daarbij? De kinderen leggen het juiste aantal eieren bij het huis.
Wanneer er een getal gegooid wordt dat al geweest is, kan de haas geen eieren bezorgen en is de andere haas aan de beurt.
Welke haas heeft zijn mandje het eerst leeg en dus bij alle huizen eieren bezorgd?
Stel de kinderen tijdens de activiteit allerlei vragen, zoals:
– Welke haas heeft op dit moment de meeste eieren bezorgd? Waarom denk je dat?
– Hoeveel eieren zitten er nog in de mandjes?
– Kunnen we een manier bedenken om handig en snel te zien hoeveel eieren de hazen nog moeten bezorgen? (de eieren uit de mandjes halen en in een rij leggen, naast elkaar, zodat je de rijen kunt vergelijken)
– Welke haas is bij de meeste huizen geweest om eieren te verstoppen?
– Bij welke huisnummers zijn beide hazen geweest?
– Bij welke huisnummers is nog niemand geweest?
– Wat moet Haasje ….. nu gooien om meer eitjes bezorgd te hebben dan Haasje …..?
Variatie, een stapje moeilijker
Gebruik 2 dobbelstenen en bouw 11 huisjes in de kring.
Nu gooien de hazen telkens met 2 dobbelstenen tegelijk en leggen het juiste aantal eieren bij de huisjes.
Ga door tot de eieren op zijn. Je hoeft nu niet bij elk huisje eieren te bezorgen, want dan heb je erg veel eieren nodig.
Vraag de kinderen waarom er geen huis is met huisnummer 1.
Paaseieren bezorgen – tellen, getalbeelden op de dobbelsteen, getalsymbolen
Nodig: 21 paaseieren of plastic eieren, een dobbelsteen, cijferkaartjes, blokjes en een knuffel van een haasje.

Deze activiteit is de eenvoudigere variant van de activiteit hierboven. Voor deze activiteit heb je veel minder eieren nodig en de eieren mogen alle kleuren hebben. Zo kun je ook je plastic eieren gebruiken.
Bouw 6 huisjes in de kring. Huisje 1 wordt gebouwd met 1 blokje, huisje 2 met 2 blokjes etc. Dit kun je de kinderen laten doen.
Als de straat klaar is, leg je er met de kinderen cijferkaartjes bij. Dit zijn de huisnummers. Het eerste huis krijgt huisnummer 1, het laatste huis huisnummer 6.
De paashaas gaat bij deze huizen eitjes bezorgen. Hij gooit hiervoor met de dobbelsteen. Dit aantal eitjes legt hij bij het huisnummer dat correspondeert met het aantal gegooide ogen. Bijv. Er wordt 4 gegooid. Een kind legt, samen met de paashaas, 4 eitjes bij huisnummer 4.
De paashaas werkt net zolang tot de eitjes bij alle huizen bezorgd zijn.
Paaseieren tellen, terugtellen, dobbelsteenstructuur en cijfersymbolen – jongste kleuters
Leg een aantal paaseieren op een rij. Hier gaan we uit van 6.
Neem een handpop of knuffel van een (paas)haas.
Ga met de jongste kleuters in de kleine kring zitten. Leg de eieren voor je op de grond.
De paashaas heeft al heel wat eitjes geverfd. Hij is er super trots op. Hij vertelt de kinderen: ‘Kijk, mijn eieren! Mooi zijn ze hé!’ ‘Hoeveel zijn het er eigenlijk?’ De kinderen tellen. ‘Straks ga ik er eentje proeven, daar heb ik echt zin in!’
De paashaas vertelt verder: ‘Na het verven ging ik nog even naar de kippen om te kijken of ze nog eieren gelegd hadden. De kippen wilden wel zo’n mooi versierd ei van me hebben. Dus ja, wat zei ik? Natuurlijk mag dat! Het zijn jullie eieren. Pak er maar één. De kippen namen een paasei’.
Laat een leerling een paasei wegpakken.
Hoeveel eieren zijn er nu nog? Kunnen we de eieren mooi neerleggen, zodat we meteen zien hoeveel het er zijn?
‘Ah, kijk daar, een kuikentje! Wat schattig! Die zal ik ook een paaseitje geven’. Hoeveel paaseieren zijn er nu nog?
Telkens komt er zogenaamd een mens of dier langs die een paasei van de paashaas krijgt. Speel dit op een leuke, grappige manier.
Leg telkens een cijferkaartje bij het aantal wat er ligt en een dobbelsteen met de juiste hoeveelheid.
De paashaas blijft uitdelen, net zolang tot er niets meer ligt.
‘Zo en nu ga ik zelf maar eens wat eten, ik ben zo benieuwd hoe de eitjes smaken!’ Hé, wat is dat nou? Waar zijn mijn paaseieren gebleven?’
Fantaseer en tel volop tijdens deze activiteit. De kinderen van mijn groep 1 vonden het erg leuk en grappig en waren een half uurtje enthousiast!
Helemaal toen de paashaas zelf wilde gaan eten en niets meer had.
Telspelletjes met cijferkaartjes – tellen tot 30, getallen herkennen en de telrij
Voorbereiding: Download de cijferkaartjes met paaseieren, te vinden onder de beschrijving van deze activiteit. Print net zoveel kaartjes als het aantal kinderen dat je in de klas hebt. Lamineer de kaartjes.
Let op, wanneer je veel kinderen in je klas hebt, gebruik je voor deze activiteit dus ook hoge getallen. Geef de oudste kleuters de hoogste getallen.
Geef elk kind een cijferkaartje en doe hier telactiviteiten mee als:
- De kinderen zitten aan tafel. Iedereen krijgt een cijferkaartje. De kinderen krijgen de opdracht om in de kring te komen zitten op de juiste volgorde. Getal 1 moet naast de juf zitten, daarnaast 2, dan 3 etc. en het laatste getal, getal nummer… zit ook weer naast de juf. De kinderen zullen naar je toe komen om te vragen waar ze moeten zitten. Vertel ze dat ze hulp mogen vragen van klasgenootjes. Jij zegt niks! Er zullen altijd kinderen zijn die gaan regelen!
Als iedereen zit vertellen de kinderen één voor één welk getal ze hebben en steken dit omhoog. Zitten we allemaal goed? Zo niet, welke kinderen moeten nog wisselen?
Speel het spel nog een keer! - Paaseieren verstoppen.
De kinderen zitten in de kring en hebben hun cijferkaartje met de paaseieren erop vast.
De kinderen doen de ogen dicht. Jij tikt één kind aan. Dit paasei wordt verstopt (het kind verstopt zich met het kaartje). Dan mogen de kinderen weer kijken. Welk getal is verdwenen? De kinderen moeten gaan tellen of naar hun eigen getal kijken en verder-/terugtellen om dit te weten te komen. Wanneer de kinderen een getal noemen kijken we of het paasei terug komt. Wordt het juiste getal genoemd, dan is het paasei gevonden en komt het kind weer in de kring zitten.
Breid dit uit door meerdere kinderen in één ronde aan te tikken. Zij verdwijnen en wanneer hun getal genoemd wordt, komen ze terug in de kring. - Jij neemt een getal in gedachten. In dit voorbeeld 18. De kinderen gaan allemaal op hun stoel staan, met hun cijferkaartje zichtbaar in de hand. Ze mogen het geheime getal raden. Als een kind 20 raadt, zeg jij ‘lager’ en moeten alle kinderen die 20 of hoger dan 20 hebben gaan zitten. Nu raadt een kind 5. Jij zegt ‘hoger’ en alle kinderen die 5 of lager hebben gaan zitten. Wie raadt het getal?
Je kunt het spannend maken door te zeggen dat de kinderen het getal moeten raden, voordat er nog maar één kind over is. Wanneer er nog maar één kind staat, heeft dit kind natuurlijk het juiste getal vast. Dan heb jij gewonnen. Raden de kinderen het getal eerder, dan wint de klas.
Zorg ervoor dat de kinderen hun getal goed zichtbaar vast blijven houden. Zo kunnen de kinderen de telrij en getalsymbolen tijdens dit spel goed oefenen.
→ Merk je of denk je dat de kinderen deze activiteit nog lastig vinden, speel dan eerst een keer het spel Kikker & Haas. Dit spel maakt de activiteit inzichtelijk.
- De kinderen zitten in de kring (op volgorde van de getallen) en hebben hun cijferkaartje vast. Jij noemt een getal. Dit kind mag zijn/haar cijferkaartje in de kring komen leggen. Wanneer een kind zijn getal niet herkent of niet reageert, zullen de buren dit misschien wel opmerken. Je kunt immers tellen wie welk getal heeft.
De paaseierendief – hoeveelheden tot 5 / 10 overzien
De paashaas is druk aan het verven. Hij heeft al 5 of 10 eitjes af. Die liggen in zijn mandje. Maar… van achter de struiken gluurt de paaseierdief. De paashaas is zo druk bezig met verven en let niet op de eieren. De dief sluipt naar het mandje en steelt wat eieren.
De kinderen hebben de ogen dicht, de dief (een kind of de leerkracht) pakt wat paaseieren weg. De kinderen mogen weer kijken. Hoeveel eieren liggen er nog? Hoeveel eieren zijn er weg? Waarom denk je dat?
Het geheime paasei – rangtelwoorden, begrippen meer, minder, evenveel
Leg 10 paaseieren in het midden van de kring op een rij. Wanneer de kinderen gewoon in de ronde kring zitten, spreek je af welk paasei het eerste is en welke het laatste. Je kunt de kinderen ook allemaal zo laten zitten dat ze de eieren vanuit de juiste richting zien. De helft van de kinderen gaat dan op de grond, voor een ander kind zitten.
Eén kind gaat naar de gang. De klas spreekt af welk paasei het geheime paasei is. Laat de kinderen dit ei benoemen. Is het het eerste? Het zesde ei of het laatste?
Het kind komt van de gang terug de klas in en mag een paasei pakken. Is dit het geheime ei niet, dan blijft het stil in de klas. Het kind mag dit ei op zijn/haar stoel leggen. Dan mag het kind een volgend ei pakken. Net zolang tot het kind het geheime ei vastpakt. De hele klas roept dan iets, bijv. ‘jaaaaa!’ Dit ei moet teruggelegd worden en het kind mag niets meer pakken. Hoeveel eieren heeft het kind kunnen pakken?
Vraag regelmatig welk ei het kind nu pakt, het tweede of het derde ei? En hoeveel eieren het kind al heeft kunnen pakken.
Nu mag er iemand anders naar de gang en wordt het spel opnieuw gespeeld. Wie heeft er de meeste eieren gepakt? Wie de minste?
Speel het spel een aantal keer. Herhaal de rangtelwoorden en de begrippen meer, minder, evenveel, meeste en minste.
Paasei onder de beker – rangtelwoorden
Nodig: 5 bekers en 1 paasei
Zet de bekers op tafel. Hoeveel bekers staan hier? Wat is de eerste beker en wat is de laatste beker? Zorg ervoor dat alle kinderen aan dezelfde kant van de bekers zitten.
De kinderen doen de ogen dicht. Stop het paasei onder één van de bekers. Nu mogen de kinderen raden waar het paasei zit. Belangrijk hierbij is dat de kinderen de rangtelwoorden eerste, tweede, derde etc. gebruiken of de beker die ze bedoelen aanwijzen, waarna de klas het rangtelwoord laat horen.
Wanneer verschillende kinderen geraden hebben, kijken we onder de bekers.
Raad het getal – getallen herkennen en positioneren op de getallenlijn
Nodig: de onderstaande download
Bied dit spel klassikaal aan. Later kunnen de kinderen het spel ook in kleine groepjes spelen.
Bepaal van tevoren je doel: Wil je de getallenrij tot 10 oefenen, tot 20 of tot 30?

Leg de getallenlijn in de kring. Zorg ervoor dat alle kinderen aan de goede kant zitten (en het spel dus niet op z’n kop zien).
Leg het kuiken aan het begin van de getallenlijn (voor de 1) en de paashaas aan het eind (achter de 10, 20 of 30).
Neem een getal in gedachten. De kinderen mogen raden. Vertel of het geraden getal te hoog of te laag is. Verplaats het kuiken naar rechts wanneer het getal meer moet zijn en verplaats de paashaas naar links als het getal minder moet zijn.
Bijv. Jij hebt 7 in gedachten. Een kind raadt 4. Dit is te laag. Verplaats het kuiken, schuif hem over de 1, 2, 3 en 4. De getallen tussen de paashaas en het kuiken kunnen nog geraden worden. Nu wordt 8 geraden. Dit is te hoog. Verplaats de paashaas naar de 8. De getallen tussen 4 en 8 blijven over. Ga zo verder. Wie raadt het getal?
→ Spel positioneren getallenlijn Pasen

Springen met de paashaas – vooruit en achteruit tellen, verder tellen
Nodig: een handpop, vingerpoppetje of knuffel van een haas / konijn.
De paashaas kan heel goed springen! Dat moet ook wel, anders krijgt hij de eitjes nooit op tijd bezorgd.
Vandaag gaan we zijn sprongen eens tellen. De paashaas springt door de kring. De kinderen tellen hardop mee. Tel tot 10, tel tot 20. Kan de paashaas ook achteruit springen? Hij springt terug de kring door, van 10 naar 0 of van 20 naar 0.
Nu wil de paashaas naar een bepaald kind toe springen om hem/haar een eitje te brengen. In hoeveel sprongen zou de paashaas bij dat kind zijn? Wat denkt de klas?
We gaan eens tellen hoeveel sprongen de paashaas nodig heeft. Hebben we het goed geraden? Nu springt de paashaas weer terug naar de stoel van de juf/ meester. De paashaas springt achteruit en wij tellen achteruit terug.
Als dat goed lukt, wil de paashaas wel eens verder springen. Hij springt naar het eerste kind (bijv. 6 spongen) en daarna springt hij door naar het volgende kind. We oefenen het verder tellen vanaf een bepaald getal (in dit geval vanaf 6).
Spelletje ter afsluiting: De paashaas springt door de kring, máár, de kinderen mogen nu niet hardop meetellen. Ze tellen de sprongen in hun hoofd. Als de paashaas stopt met springen, mogen de kinderen raden hoeveel sprongen hij gemaakt heeft.
Hazensprongen – tellen en verder tellen
De kinderen zitten in de kring. Jij begint en springt als een paashaas door de kring. Je telt hardop 1, 2, 3, 4. Dan tik je een kind aan. Dit kind wordt nu de paashaas en gaat verder waar jij gebleven was 5, 6, 7… net zolang totdat het kind een ander kind aantikt of tot jij het genoeg vindt en in je handen klapt. Tot hoeveel kunnen jullie doorgaan?
Hazensprongen in de speelzaal / buiten – sprongen van 2
De kinderen springen als paashaasjes door de speelzaal. Begin met sprongen van 1. Spring tot 10 en tot 20. Probeer ook eens achteruit te springen en terug te tellen!
Nu gaan we het springen met sprongen van 2 oefenen! De sprongen worden wat groter. Spring weer tot 10 of 20.
We gaan het springen oefenen met de getallenlijn erbij.
Schrijf de getallen (tot 10 of 20) op A4-tjes. Plak de A4tjes in een lange rij achter elkaar op de grond. De paashaasjes gaan in een rij achter elkaar klaarstaan. Ze springen in één keer naar de 2, dan naar 4 etc. De kinderen zien en ervaren zo dat ze telkens één getal overslaan. Dit maakt het maken van sprongen van 2 wat makkelijker. Tip: laat de kinderen náást de getallen springen en niet óp de A4-tjes, dan zijn ze zo stuk. In plaats van A4-tjes kun je natuurlijk ook gewoon getalkaartjes gebruiken.
Een spelletje ter afsluiting: haal de oneven getallen weg, zodat allen 2, 4, 6, 8, 10 etc. te zien zijn. De kinderen doen de ogen dicht. Draai nu één van de even getallen om. Welk getal is omgedraaid?
5 Kleine haasje – aftelversje
Vijf kleine haasjes zie je hier
één springt er weg
nu zijn er nog vier.
Vier kleine haasjes op mijn knie
één springt er weg
nu zijn er nog drie.
Drie kleine haasjes zitten heel tevree
één springt er weg
nu zijn er nog twee.
Twee kleine haasjes kijken om zich heen
één springt er weg
nu is er nog maar één.
Eén klein haasje is helemaal alleen
hij springt weg
nu is er geen een!
Liedjes & versjes | Pasen
Muziekles Pasen
Pootafdrukken van de paashaas
De paashaas hupt rond om eitjes te verstoppen. Onderweg komt hij ook andere dieren tegen.
Met de pootafdrukken uit deze download kun je verschillende muzikale activiteiten doen. Je vindt de ideeën in de download en hieronder.
→ Pootafdrukken van de paashaas

Activiteit 1
Print de losse pootafdrukken (p. 2) meerdere keren. Vertel de kinderen van welke dieren ze zijn en laat ze per pootafdruk een instrument kiezen dat ze bij het dier vinden passen. Leg de pootafdrukken in een willekeurige rij. Verdeel de gekozen instrumenten en speel het spoor.
Activiteit 2
Volg de beschrijving van activiteit 1. Gebruik geen instrumenten, maar kies voor elk dier een geluid dat met het lichaam wordt gemaakt. Zorg ervoor dat het geluiden zijn die alle kinderen kunnen maken. Speel het spoor met de hele groep samen of verdeel de dieren (en dus ook de geluiden).
Activiteit 3
Print de muzieknotaties met pootafdrukken (p. 4 en verder). Bepaal met de kinderen welk instrument bij elke afdruk past. Verdeel de instrumenten en speel het spoor.
Activiteit 4
Volg de beschrijving van activiteit 3. Gebruik geen instrumenten, maar kies voor elk dier een geluid dat met het lichaam wordt gemaakt. Zorg ervoor dat het geluiden zijn die alle kinderen kunnen maken.
Speel het spoor met de hele groep samen of verdeel de dieren (en dus ook de geluiden).
Activiteit 5
Speel een spoor (van pagina 4-9) met geluiden die je met je lichaam maakt en laat de kinderen raden welk spoor het is. De sporen met een groene randkleur kun je, in je eentje, met een instrument laten horen. De kinderen raden welk spoor je speelt.
Activiteit 6
Verdeel de kinderen in groepjes. Geef elk groepje een aantal pootafdrukken. Laat ze hiermee hun eigen spoor leggen. Ze bedenken er bijpassende geluiden bij en maken deze met het lichaam of instrumenten. Dit oefenen ze een aantal keer. Daarna spelen ze hun stuk voor de groep.
Activiteit 7
Verdeel de kinderen in groepjes. Geef ze stroken papier en een stift en laat ze een paashazenspoor op elke strook tekenen. Met lichaamsgeluiden of instrumenten spelen ze het spoor.

Liedjes Pasen
‘k Zag twee hazen vlak voor Pasen
(Liedje op de wijs van: ‘k zag twee beren…)
‘k Zag twee hazen vlak voor Pasen,
zitten in een weiland.
Met een mandje vol met eitjes,
vlug aan ’t verven met z’n beidjes.
Kijk eens hier, kijk eens daar,
nu zijn alle eitjes klaar!
Gele stippen op een ei
Gele stippen op een ei,
en een mooie strik erbij.
Ik heb een ei voor jou en een ei voor mij
welke kleur kies jij?
Achter op de grote wei
Achter op de grote wei
verft Pa haas een heel groot ei
hij verft het geel en blauw en rood
hij heeft ze nog van klein en groot
achter op de grote wei
verft Pa haas een heel groot ei.
Uit: Liedjes met een hoepeltje erom
Palm Pasen
Palm palm Pasen
ei, koerei
over ene zondag, dan hebben wij een ei
een ei is geen ei
twee ei is een half ei
drie ei is een paasei.
Uit: Liedjes met een hoepeltje erom
Zeg vrolijke paashaas
Zeg vrolijke paashaas, waar ga jij naartoe?
Zeg vrolijke paashaas, waar ga jij naartoe?
‘K ga naar de kind’ren om eitjes te brengen,
hopsasa faldera hier ligt een ei.
‘K ga naar de kind’ren om eitjes te brengen,
hopsasa faldera hier ligt een ei!
De paashaas heeft een mandje
De paashaas heeft een mandje
en komt hij op een dag
verstopt hij eitjes in de tuin
die jij dan zoeken mag.
En heb je ze gevonden?
Dan is ’t een beetje feest.
Dan weet je, weet je zeker
dat de paashaas is geweest!
Bron: Het grote liedjesboek
Tip! Eén kind loopt tijdens dit liedje door de kring met een mandje met 4 of 5 eieren. Dit kind is de paashaas en geeft een aantal kinderen een ei. Deze kinderen verstoppen het ei in hun handen of onder hun trui.
Als het liedje afgelopen is, wordt het lege mandje in het midden van de kring gezet. Nu mag één kind gaan raden wie de eieren heeft gekregen. Wanneer het goed geraden wordt, wordt het ei terug in het mandje gelegd. Het kind mag verder gaan met raden. Wanneer het kind fout raad, mag het kind dat geraden is, maar geen ei had verder gaan met raden etc. Net zolang tot alle eieren weer in het mandje liggen. De kinderen hoeven de ogen tijdens het liedje niet dicht te doen. Kijken en onthouden wie de eieren krijgen is al best moeilijk!
Dag meneer de paashaas
Melodie van ‘dag meneer de sneeuwman’
Dag meneer de paashaas
waar kom je vandaan?
Dag meneer de paashaas
blijf maar staan.
Hier is een mandje,
wat verf en een ei.
Dag meneer de paashaas,
je maakt ons blij.
Tip! Eén kind loopt tijdens het liedje als paashaas door de kring. Bij ‘blijf maar staan’, staat het kind stil. Eén kind brengt de paashaas dan een mandje, een ander kind wat verf en weer een ander kind een ei.
Versjes Pasen
Klein klein kuikentje
Klein, klein kuikentje, waar kom jij vandaan?
Ik kom uit het ei, dat net stuk is gegaan.
Klein, klein kuikentje, waar ga jij naartoe?
Naar de witte kip, want dat is nu mijn moe.
Klein, klein kuikentje, waar slaap je dan vannacht?
Onder moeders vleugels, want dat is warm en zacht.
Speel tijdens dit versje een rollenspel. Eén kind is het kuikentje en zit in de kring of loopt door de kring. Dit kind houdt eventueel een knuffelkuikentje vast of heeft een geel laken om. De klas stelt het kuikentje vragen. Het kuikentje antwoordt.
Het kuikentje
Ergens in een winkel
daar scharrelt op de grond
van een etalage
een piepklein kuiken rond
Hij pikt tegen de ruiten
en gaat op zoek naar graan
hij kijkt verbaasd naar buiten
waar heel veel mensen staan
Maar als hij ’t lege eitje ziet
is hij pas echt verrast
en vraagt zich vol verbazing af:
heb ik daar in gepast?
Palmpasen
palm, palmpasen
eikoerei
over enen zondag
dan krijgen wij een ei.
Eén ei is geen ei
twee ei is een half ei
drie ei is een paasei.
De paashaas heeft het druk
De paashaas heeft het druk met al die eitjes
hij heeft er nog wel honderd in zijn mond
hij werkt zich suf om alles te verstoppen
en reist nu alweer dagen door het land.
Hij brengt ze weg naar Amsterdam en Laren
soms ééntje – maar zo af en toe wel tien
hij zal echt blij zijn als het feest voorbij is
dan kan hij maandenlang geen ei meer zien.
Bron: Het grote versjesboek
Dialoog-versje
Paashaas:
O jongens toch – wat druk
er moet nog veel gebeuren
ik moet alleen vandaag al
driéhonderd eitejs kleuren!
Kip:
Ja, wat nou – druk, druk, druk?
dat moet jij nodig zeggen
want vóór jij eitjes kleuren kunt
moet ík ze nog gaan leggen.
Ideeën voor de hoeken & spelinloop
Activiteitenbundel Lente & Pasen
Deze digitale download bevat 10 activiteiten in de thema’s lente & Pasen om in te zetten tijdens de spelinloop, de speel-/werktijd, het werken met groepjes kinderen enzovoorts. Daarmee kun je enkele weken vooruit!
De bundel bevat onder andere de spellen ‘pixel kleuren’, ‘kralen rijgen’, ‘speuren naar boerderijdieren of insecten’, ‘doolhof’, ‘eierdozen vullen’, ‘spiegelen’ en ‘dieren dobbelen’.
Inrichting van de hoeken | thema Pasen
In het eieratelier
Richt een hoek in waar de kinderen eieren kunnen schilderen, beplakken, kleuren e.d. Dit wordt een eierfabriek of werkplaats van de paashaas waar alle eieren mooi gemaakt worden, zodat de paashaas ze rond kan brengen. Denk hierbij aan:
- een tafel en stoelen om aan te werken
- een kast met volop knutselmateriaal, overzichtelijk gesorteerd in bakjes of mandjes
- eieren van karton (plat) die beplakt en beschilderd kunnen worden
- tempexballen als ei
- materiaal om de eieren te versieren: papier, kleurtjes, verf en kosteloos materiaal zoals knopen, knijpers, stof, touw, glitters etc. voor de meest speciale eieren!
- op een kast of tafel: eierdozen om de eieren die klaar zijn in te zetten
- mandjes om eieren in tentoon te stellen of in te leggen, zodat de paashaas ze mee kan nemen

Eitjes rondbrengen
Richt een hoek in als huis van de paashaas. Zorg voor eieren die de kinderen in de klas kunnen verstoppen, paasmandjes, een pak voor de paashaas, bakken of eierendozen waarin de kinderen de eieren op kleur kunnen sorteren en een weegschaal om de eieren te wegen. Breid de hoek uit met de telkaartjes ‘paaseieren zoeken’. De paashaas pakt een telkaartje, doet het juiste aantal eitjes in de juiste kleur in zijn mand en verstopt deze in het lokaal. Hierna geeft hij het telkaartje aan een kind dat de eitjes gaat zoeken.
→ Telkaarten paaseieren zoeken

Pasen sensobak

Paasfiguren van blokken – bouwhoek
Laat de kinderen met blokken iets van Pasen maken. Ze bedenken zelf hoe ze dit gaan doen (de blokken plat neerleggen of een 3D-figuur maken). Geef ze versieringen om het figuur aan te kleden.
Pasen op de lichttafel
Knip ovale vormen uit gekleurde insteekhoezen. De kinderen kunnen deze gebruiken om een paashaas mee te leggen of als ei wat ze versieren met doorzichtig materiaal.
Verteltafel Boer Boris en de eieren
De kinderen bouwen met kleine blokjes op tafel. Ze maken hokken voor de dieren, een weiland van groen papier met een hek van blokken eromheen, een vijver, het huis voor de boer etc.
Tip! Neem een groot stuk karton of kleed als ondergrond. Leg dit op tafel en teken hier met een zwarte, dikke stift de plattegrond van de boerderij op. Teken een groot vierkant waar de kinderen het huis op moeten bouwen, verschillende vierkanten/rechthoeken voor de hokken van de dieren, hier gaan de kinderen dus de blokken voor de hokken op zetten etc. Zorg voor voldoende houten of kunststof boerderijdieren en wereldspelmateriaal zoals bomen.
Leg kleine paaseieren op de verteltafel, die de kinderen bij de boerderij van Boer Boris kunnen verstoppen.
Buiten spelen
- Teken een groot paasei met stoepkrijt op de speelplaats en laat de kinderen het ei versieren door er patronen in te tekenen.
- Laat de kinderen elkaar omtrekken. Hierna maken ze een paashaas van zichzelf door oren, een snoet en snorharen te tekenen.
- Schrijf cijfers op eieren en verstop ze of laat een kind ze verstoppen. Andere kinderen gaan naar de eieren op zoek. Door de gevonden eieren op een rij te leggen, weten de kinderen of alle eieren zijn gevonden of welk ei ontbreekt.
- Laat kunststof eieren op de parachute op en neer dansen en probeer ze te vangen in het gat in het midden.
Mepz grondplaten
In de tuff-tray (activiteitenbak) liggen ook grondplaten van Mepz met daarop grasmatjes en heel veel chenille kuikens en kunststof eieren. Er liggen pincetten bij om de kuikens mee op te pakken. De kinderen bedenken hier zelf wat ze willen spelen.

Spelinloop | thema Pasen
Denk bij de spelinloop aan het materiaal dat je vast in je klas hebt, zoals het constructiemateriaal, klei, loose parts en ontwikkelingsmateriaal en bedenk hier opdrachten mee die bij het thema passen. Gebruik verder opdrachten van een methode voor voorbereidend schrijven zoals Krullenbol. Deze methode heeft speelse oefeningen op thema.
Insteekmozaïek
Geef de kinderen (als extra uitdaging) de opdracht iets te ontwerpen dat met Pasen te maken heeft.

Groepswerk kralenplank
Laat vier kinderen samen één paasei maken.

Hamertje Tik
Knip paaseieren uit gekleurd papier en bevestig deze op een Hamertje Tik plank. De kinderen versieren het ei door er figuurtjes op te timmeren.

Eieren versieren
Geef de kinderen een leeg paasei (een kleurplaat, een groot ei van karton, een ronde placemat of laat ze zelf een ei leggen met bijvoorbeeld Kapla). De kinderen versieren het ei met teldopjes, knopen en andere versieringen. Laat de kinderen een patroon op het ei leggen.
Paasfiguren van Kapla
Laat de kinderen met Kapla een paasei, paashaas, kuiken of mandje leggen. Geef hierna materiaal om het figuur te versieren / aan te kleden zoals doppen, knopen, bloemen, schelpen, stokjes, veters, glasstenen …
Kuikens in het nest – motorische activiteit
Leg (chenille)kuikens in een mand en verstop ze tussen hooi, stro of snippers uit de papierversnipperaar. Laat de kinderen de kuikens met een pincet uit de mand halen.
Knutselen | Pasen
Vrolijke paashazen
Teken een paashaas met wasco en verf hem met waterverf of ecoline.
Paashaas in de lente
Paashaas met mandje
Laat de kinderen een bakje vouwen van 16 vierkantjes. Daarna knutselen ze een paashaas door deze uit gekleurd papier te knippen. Je kunt de jongste kleuters vouwcirkels geven die ze voor het hoofd en het lijf kunnen gebruiken. De oudste kleuters kunnen de paashaas zelf uit papier knippen.
Paashaas met muizentrap
Nodig: brede stroken voor de muizentrap, plakfiguurtjes voor de ogen en neus, wit papier voor de oren en tanden, een zwarte stift, watten, mal voor de kop en de poten.
Maak van tevoren een mal van de kop en de poten. Trek deze mal over op Engels karton.
De kinderen prikken de haas uit. Ze plakken de ogen, neus en bek / tanden. Daarna vouwen ze een muizentrap. Plak of niet de muizentrap tussen de kop en de poten. Plak een staartje van een watje aan de achterkant.
Variatie: maak een paaskuiken.
Paashaas vouwen – 16 vierkantjes
Nodig: 2 bruine vouwblaadjes van dezelfde grootte. Restpapier voor de ogen, snorharen etc.
Vouw van 2 bruine vouwblaadjes 16 vierkantjes.
We beginnen met het hoofd:
1) Knip aan 3 kanten precies in het midden 1 vakje in.
2) Vouw aan de bovenkant (waar je hebt ingeknipt) de hoekjes naar binnen.
3) Doe hetzelfde met de knipjes in het midden.
4) Vouw de 2 punten (links- en rechtsonder) naar binnen en klaar!
Het lijf:
1) Knip aan de zijkanten precies in het midden 1 vakje in en vouw de punt om naar beneden.
2) Vouw aan de bovenkant ook de punten naar beneden.
Plak de haas op een gekleurd vel papier en versier dit met bijv. gras, een mandje met eieren, een zon etc.
Paashaas vouwen – vliegers (1)
Nodig: 2 bruine vouwblaadjes van dezelfde grootte. Restpapier voor ogen, snorharen en versiering.
Deze paashazen zijn gemaakt van vliegers. Knip bij de vlieger voor de kop de bovenkant een stuk in.
Jongste kleuters kunnen een paashaas maken van 2 ronde of ovale vouwblaadjes.

Paashaas vouwen – vliegers (2)
Voor deze paashaas heb je meer vliegers nodig dan voor de paashaas hierboven beschreven. Een flinke vouw- en plakklus! Zie foto.

Paashaas vouwen – cirkels

Paashaas en kuiken van een wc-rol
Paaskip met mandje
Verf een eierdoos bruin. Vul de eierdoos met kunsthooi of snippers. Print een kleurplaat van een kip en verf deze met vingerverf. Niet de kip achter de eierdoos. De kinderen kunnen de doos thuis vullen met paaseitjes.

Uit het ei
Maak een ei door een ballon te beplakken met stukjes krantenpapier. Zorg voor drie tot vier lagen papier en laat de ballon vervolgens drogen. Verf het werk wit en knip de bovenkant open. Het ei is klaar! Tover het ei om tot paasei door het te verven.
Zet de kuikens uit bovenstaande activiteit in de eieren.

Kuikentje mozaïeken
Nodig: witte en gele, vierkante plakfiguurtjes of een vouwblaadje dat je in 16 vierkantjes vouwt en in stukjes knipt.
De kinderen van groep 2 kunnen een voorbeeld naleggen. Voor de kinderen van groep 1 kun je een format maken waarop de vierkantjes gelegd moeten worden.

Kuiken uit ei met splitpen
Download het werkblad. Knip het kuiken uit en verf het met gele verf of spons het met gele verf. Knip het ei uit. Plak het kuiken op het ei en maak de eierschalen met een splitpen aan elkaar vast. Versier de eierschaal met kleine, gescheurde bruine stukjes papier of echte stukjes eierschaal. Je kunt het ei ook versieren met plakfiguurtjes, dan wordt het een paasei.
In de download hierboven vind je dit knutselidee op pagina 2 en 3.

Kuiken uit ei – 16 vierkantjes (1)
Nodig: 2 witte, vierkante vouwblaadjes (16×16), een geel vouwblaadje dat een formaat kleiner is dan de witte vouwblaadjes (14×14 of 12×12) en een geel vouwblaadje dat nog een formaat kleiner is (10×10).
Voor de eierschalen vouw je de witte blaadjes in 16 vierkantjes. Vouw één rij om en vouw van deze rij vervolgens de hoeken om. Knip de bovenkant drie keer in en vouw de hoeken om, zie foto.
Voor het kuiken vouw je de gele blaadjes in 16 vierkantjes en vouw je de hoeken om. Geef het kuiken een oog en snavel.

Paaskuiken uit ei – 16 vierkantjes (2)
Nodig: bruin vouwblaadje en geel voublaadje dat 1 formaat kleiner is dan het bruine blaadje. Restpapier voor snavel, ogen en versiering. Vel papier voor de achtergrond.
Vouw de 2 vouwblaadjes allebei in 16 vierantjes. Vouw bij beide blaadjes alle hoekjes om. Knip voor het ei het blaadje zigzaggend doormidden.
Viersier de kop van het kuiken en plak alles op. Versier het blad met gras of hooi, een zon, bloemen, meer eieren etc.

Kuiken voor de jongsten
Nodig: 2 gele, ronde vouwblaadjes van dezelfde grootte, oranje papier voor de snavel, plakfiguurtjes voor de ogen, stroken geel papier voor muizentrapjes en gekleurde vellen papier als achtergrond.
Plak 2 gele, ronde vouwblaadjes op een vel papier. Plak op het bovenste vouwblaadje een snavel en oogjes.
Maak 2 muizentrapjes en plak deze, als pootjes, onderaan het kuikentje (dit is op de foto niet gedaan).
Heb je kleine, ovale, gele vouwblaadjes, dan kun je deze opplakken als vleugels.
Versier het vel papier met stukjes groen papier (gras), een zon of een eierschaal (zie foto).

Kuiken met vingerverf
Verf een kleurplaat van een kuiken met gele vingerverf. De kinderen maken met hun vingertoppen stippen op het kuiken.
Daarna verven ze hun hand of vingers groen en maken een afdruk onder het kuiken. Dit is het gras.

Paasmandjes
Paaseieren vouwen
Vouw 16 vierkantjes en knip er 1 rij af. Vouw de hoeken om. Versier het paasei met plakfiguurtjes.

Paasei opvullen met propjes
Nodig: vellen wit papier met daarop een groot paasei, vloeipapier
Knip het vloeipapier van tevoren in kleine vierkantjes. Gebruik allerlei kleuren en doe de geknipte vierkantjes in bakjes.
De kinderen maken propjes en plakken deze op het paasei.
Plak het ei op een gekleurd vel papier.

Eierkunst
Nodig: paaseieren getekend op wit papier of een mal van een paasei, grote gekleurde vellen papier, ecoline en wasco.
Laat de kinderen een paasei op wit papier versieren met wasco. De kinderen kunnen bijv. patronen op het ei maken. Verf het ei met ecoline. Knip het ei vervolgens uit.
Plak het ei op een gekleurde achtergrond en klaar is het kunstwerkje.

Downloads | Pasen
Kralenplankvoorbeelden Takkie & Siepie – Pasen
Vier Pasen met Takkie en Siepie! Dit pakket bevat drie verschillende opdrachten voor de kralenplank: de klassieke kralenplankvoorbeelden, een opdracht waarbij het spiegelen wordt geoefend en een codeeropdracht ‘kraak de code’.
→ Kralenplankenpakket ‘Pasen met Takkie & Siepie’
Let op! Zorg ervoor dat de afdrukinstellingen bij het afdrukken op ‘ware grootte’ staan, zodat de voorbeelden precies onder doorzichtige kralenplanken passen.
Kralenplankvoorbeelden Pasen
Dit pakket bevat vier verschillende opdrachten voor de kralenplank: de klassieke kralenplankvoorbeelden, een samenwerkopdracht waarbij de kinderen samen aan één paasei werken dat op meerdere kralenplanken wordt gelegd, een opdracht waarbij het spiegelen wordt geoefend en een codeeropdracht.
→ Bekijk het kralenplankenpakket ‘Pasen’
Let op! Zorg ervoor dat de afdrukinstellingen bij het afdrukken op ‘ware grootte’ staan, zodat de voorbeelden precies onder doorzichtige kralenplanken passen.
Pasen – activiteitenbundel / spelinloop
In deze kant-en-klare spelletjesbundel vind je de leukste activiteiten voor de lente en Pasen. Met knijpkaarten, rijgen aan chenilledraad, spiegelen, doolhoven, pixel kleuren en nog veel meer!
Placemats Pasen
In deze download vind je verschillende placemats voor het paasontbijt of de -lunch. Er zijn ook placemats voor de hogere groepen.
Tip! Vergroot ze naar A3-formaat.
Programmeerpakket Pasen
Help de paashaas met het bezorgen van de eieren. De kleuters leggen pijlen in een raster en oefenen hierbij het tellen, de getalsymbolen, het ruimtelijk inzicht en de beginselen van programmeren.
→ Programmeerpakket Pasen
Woordkaarten ‘Eieren leggen’
Met deze woordkaarten kunnen de kleuters die interesse in letters tonen of al kunnen lezen aan de slag. Zorg voor kunststof eieren en eierdozen voor zes eieren. Schrijf letters op de eieren (zie download).
De kinderen pakken een woordkaart, kijken naar het woord en leggen dit na of vullen zelf de ontbrekende letter in en leggen het woord.
Cijferdoolhoven Pasen
Met de cijferdoolhoven oefenen de kinderen het herkennen van de cijfers, het onthouden van een reeks en het inzicht. De doolhoven lopen op in moeilijkheid.
Werkbladen Pasen
19 leerzame paaswerkbladen om te downloaden. Kies de werkbladen uit die bij jouw groep passen. Bundel ze eventueel tot een werkboekje.
Inhoud:
– voorbereidend schrijven
– tellen
– begrippen ‘grootst’ en ‘kleinst’
– seriëren van klein naar groot
– rekenen, eenvoudige sommen
– cijferkleurplaat
– paaseieren zoeken en tellen
– letterkennis: de p
– auditieve analyse
– stempelen
– rijmen
– letters zoeken
Bouwvoorbeelden voor Lego en Duplo
Laat de kinderen eieren van Lego of Duplo maken. In het bestand vind je nog meer leuke ideeën die je met Lego of Duplo kunt doen, zoals:
– maak een kuiken
– blaas een ei (pingpongbal) door een baan van Duplo
– blaas een ei door poortjes
Kleikaarten Pasen
Klei de paaseieren voor het mandje. De kinderen oefenen het tellen en de getalsymbolen.
Paaseieren zoeken – telkaarten
Met deze opdrachtkaartjes oefenen de kinderen het tellen en de getalsymbolen. Verstop de eieren en/of verzamel de eieren in een mandje.
Met een mandje in mijn hand
hip ik door ’t hele land
eitje hier, eitje daar
eitjes tellen, kaartje klaar!
(op de wijs van ‘k heb een euro in mijn hand)
Rol de dobbelsteen
Spel om met een groepje tot ongeveer 4 kinderen te spelen.
Print het werkblad voor elk kind uit.
Eén kind gooit met de dobbelsteen/dobbelstenen en kleurt het getal dat gegooid is in op zijn/haar werkblad.
Gooit het kind de volgende beurt hetzelfde getal? Dan gaat de beurt naar de volgende en kun je niks kleuren.
Wie heeft al zijn getallen het eerst ingekleurd?
Het eerste werkblad bevat de getallen 1 t/m 5.
Het tweede en derde werkblad bevatten de getallen 2 t/m 12.
→ Rol de dobbelsteen Pasen
Tel en kleur
Het bovenstaande spel ‘Rol de dobbelsteen’ is vooral geschikt voor groep 2. Dit spel ‘Tel en kleur’ is ook erg leuk voor de jongste kleuters!
Je speelt het spel met ongeveer 4 kinderen.
Het spel bevat 2 niveaus.
1: Gooi met de dobbelsteen en kleur het aantal paaseieren dat je gegooid hebt in. Wie heeft al zijn eieren het eerst gekleurd?
2: Gooi met de dobbelsteen en gooi met de kleurendobbelsteen. Je kleurt het aantal dat je gegooid hebt in met de kleur die je gegooid hebt, bijv. 5 rode paaseieren, 3 blauwe paaseieren. Wie heeft zijn eieren het eerst gekleurd?
→ Tel en kleur Pasen
