- Kringactiviteiten
- Liedjes en versjes
- Hoeken
- Knutselen
- Downloads
Lesideeën voor kleuters | thema kleur en vorm
Boekentips
Kringactiviteiten & projecten
De kleurenweek - tip!
Vraag de kinderen om één week lang in een bepaalde kleur naar school te komen. De broek mag deze kleur hebben of de trui, de schoenen, een sjaal etc. Natuurlijk kom je zelf ook gekleurd naar school. Tijdens de kleurenweek komt Elmer de olifant elke dag langs met een opdracht. De opdracht heeft met de kleur van de dag te maken. Zo gaan de kleuters op de oranje dag op zoek naar oranje dingen in de school en leren ze op de rode dag het kleurenliedje van rood.
Om het kleurenfeest helemaal compleet te maken kun je de kinderen iedere dag op iets in de kleur van de dag trakteren. Bijv. een stukje komkommer, een cherrytomaat, een stukje banaan, een druifje en een stukje mandarijn.
--> Download de opdrachtkaarten
Zoek op internet naar een kleurplaat van Elmer.
Print deze uit en gebruik hem als mal bij het maken van de kartonnen Elmers.
Kringactiviteiten
Taalactiviteiten
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet...
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en de kleur is...
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en de vorm is...
Kunnen de kinderen raden wat jij in gedachte hebt?
'K heb een vorm in m'n hand
'k Heb een vierkant in m'n hand
die gaat reizen door het land
is hij hier, is hij daar?
als je 'm ziet dan zeg je 't maar!
Geef een vierkant (bijv. een logiblok) de kring rond. Eén leerling zit in het midden met de ogen dicht. We zingen het liedje.
Als het liedje afgelopen is, stopt het kind dat de vorm dan heeft de vorm in zijn handen. Alle kinderen doen de handen op elkaar. Het kind dat niet gekeken heeft mag 3 keer raden waar de vorm is.
Daarna begint het spelletje opnieuw met een andere vorm.
Auditieve oefeningen met kleuren
* Zeg 2 kleuren achter elkaar (blauw, blauw - rood, groen - geel, rood), de kinderen zeggen jou na. Zeg daarna een reeks van 3 kleuren (rood, geel, blauw - groen, rood, rood), dan 4 kleuren, 5 kleuren etc.
* Noem allerlei kleuren op en spreek met de kinderen af: als je 'rood' hoort, ga je staan.
* Wat rijmt op rood? Wat rijmt op groen? En op geel?
Wat is weg?
Leg enkele ronde en hoekige voorwerpen in de kleuren geel, rood en blauw in de kring (bijv. de logical blocs).
Laat de kinderen er goed naar kijken en dan de ogen dicht doen. Haal een voorwerp weg en laat de kinderen weer kijken. Wat is weg?
Kleurendobbelsteen
Nodig: een grote kleurendobbelsteen of een gewone dobbelsteen waar je met ronde vouwblaadjes zelf de kleuren op plakt.
De kinderen gooien om de beurt met de dobbelsteen. Daarbij spreek je af wat de kinderen bij welke kleur moeten doen. Bijvoorbeeld:
* bij geel springen we omhoog
* bij groen geven we de buurman een hand
* bij rood draaien we een rondje
* bij blauw gaan we op onze stoel staan
* bij oranje gaan we op een andere plek zitten
* bij paars gaan we op de grond zitten
Rekenactiviteiten
Vormenspel op de speelplaats
Voorbereiding: Teken op de speelplaats de vormen cirkel, vierkant, rechthoek en driehoek. Teken de vormen zo groot dat de hele klas erin kan staan.
De kinderen gaan naar buiten.
Laat de kinderen van vorm naar vorm rennen door opdrachten te geven. Vraag telkens aan één van de kinderen: in welke vorm staan jullie nu?
Opdrachten:
* je noemt een vorm, de kinderen rennen naar die vorm
* je omschrijft een vorm, de kinderen rennen naar de vorm
* je noemt een voorwerp dat die vorm heeft, de kinderen gaan er naartoe (bijv. een bal, de zon, een blokje om mee te bouwen).
* je tekent een vorm denkbeeldig in de lucht, welke vorm is het?
Op zoek naar vormen in de omgeving
Ga met de kinderen op pad. Wandel door de school, over de speelplaats of leuker nog, een rondje door het dorp / de wijk. Ga op zoek naar vormen. Denk aan een deur in een huis, een raam, een knikkerpotje op de speelplaats, een rond geknipt boompje, verkeersborden...
Maak foto's van de vormen die je ziet. Hang de foto's later op in de klas. Bewerk deze foto's eventueel op de computer door de vorm in de foto een kleurtje te geven of laat kinderen de vormen in de foto's een kleurtje geven met een stift.
Vormen in de speelzaal
Vraag de kinderen of zij met elkaar een cirkel kunnen vormen. En een driehoek? Een vierkant? Maak foto's van de vormen die gemaakt worden.
Vormen wegen
Nodig: een balans, logiblokken, eventueel gewichtjes
Zet de balans in de kring. Vraag de kinderen wat dit is. Wat kun je ermee en hoe heet dit (weegschaal)? De kinderen in mijn klas vertelden dat het is om fruit in de winkel mee te wegen.
Wat zou er gebeuren als ik deze cirkel in dit bakje op de weegschaal leg? (De schaal gaat omhoog of omlaag). Hoe komt dit?
Leg de cirkel in het bakje en kijk wat er gebeurt. Is deze cirkel nu zwaar of licht?
Wat zou er gebeuren als ik een groot, dun vierkant in het bakje leg?
Wat gebeurt er als ik nu een dik, klein vierkant in het andere bakje leg? Laat de kinderen veel verwoorden, uitleggen, voorspellen en nadenken!
Leg één vorm in het bakje en vraag de kinderen de weegschaal nu in evenwicht te brengen door in het andere bakje ook een vorm/vormen te leggen.
Leg een gewicht in het ene bakje en laat de kinderen raden hoeveel logiblokken er nu in het andere bakje moeten om de weegschaal in evenwicht te brengen. En hoeveel om de weegschaal aan de kant van de blokken zwaarder te maken? Probeer dit allemaal uit.
Kunnen de kinderen ook een voorwerp in de klas zoeken dat zwaarder weegt dan het gewichtje?
Bedenk zo allerlei vragen waardoor de kinderen goed moeten nadenken, voorspellen, vormen moeten benoemen en wegen.
Vormen voelen
Nodig: een voelzak (of plastic zak) en logiblokken
Stop een vorm in de voelzak. Laat een aantal kinderen voelen. Hoe voelt het? Hard of zacht? Dik of dun? Groot of klein? Welke kleur heeft het? Kun je dit voelen? Wat voor vorm zou het zijn? Waarom denk je dat? Kijk in de zak of het klopt.
Stop daarna een andere vorm in de zak en laat weer een aantal kinderen voelen etc.
Leg de voelzak na deze kringactiviteit in de klas, zodat de kinderen er tijdens de werkles nog mee kunnen spelen.
Vormen ervaren
Nodig: Een aantal voorwerpen met een duidelijke vorm waar je er 2 van hebt, bijv. 2 grote knikkers, 2 vierkante bouwblokken, 2 driehoekige voorwerpen en 2 rechthoekige voorwerpen, bijv. balken uit de bouwhoek.
Verschillende rechthoekige, kartonnen dozen waar de voorwerpen in passen.
Van elk voorwerp zet je er één voor de klas en de andere voorwerpen stop je in dozen. Vertel de kinderen dat alle voorwerpen die ze zien ook in de dozen zitten. Zij moeten raden wat in welke doos zit.
Geef de dozen één voor één de kring rond. Laat de kinderen ermee schudden, de dozen op en neer bewegen, op de kop houden, luisteren enz. enz. Wat hoor je? Welke vorm zou het voorwerp hebben? Kan het rond zijn? Waarom wel/niet? Wat kan iets dat rond is wel en iets dat vierkant is niet?
Stel allerlei vragen en laat de kinderen onderzoeken en ontdekken.
De parachute
Nodig: de parachute (groot, rond gekleurd doek)
De kinderen houden voor deze activiteiten niet de lussen vast, maar het doek, zodat ze bij één kleur staan.
Speel allerlei kleurenspelletjes met de parachute, zoals:
* We tellen tot 3 en houden de parachute hoog in de lucht. De kinderen die bij rood staan mogen er onderdoor rennen en een ander plekje zoeken. Laat zo alle kleuren aan de beurt komen.
* Een kleurrijke jurk: Eén kind kruipt naar het midden van de parachute. Hier zit een gat. Dit kind gaat in het gat staan. De andere kinderen staan om de parachute heen. Zij lopen rustig rond, zodat de parachute draait. Wat heeft het kind in het midden een mooie jurk aan!
Schatzoeken met Kikker
Download het Kikkerspel dat je ook kunt vinden onder het tabblad 'werkbladen'. Speel dit spel een keer in de kring (met groep 1). De kinderen kunnen het daarna tijdens de werkles zelf spelen.
De beschrijving van het spel zit in de download.
Activiteiten met logiblokken
Bij het thema kleur en vorm komen de logiblokken goed van pas. Hier vind je een aantal suggesties voor het gebruik van de logiblokken.
Vormenpoppetjes
Stop de logiblokken in een voelzak.
Laat enkele kinderen voelen. Wat zou er in de zak zitten? Tover de blokken zo één voor één tevoorschijn. Leg ze op de grond, in een rijtje op kleur of vorm.
In mijn klas waren er meteen kinderen die zeiden: 'Hé, een boom!' (Een cirkel op een rechthoek). Vraag de kinderen of ze nog meer figuren kunnen maken. Leg zo enkele figuren neer. Geef daarna opdrachten als: wie kan iets maken van een driehoek en een vierkant? Wie kan iets maken van 2 cirkels en een rechthoek? We hebben een huis. Kunnen we nog meer vormen bij het huis gebruiken? (Een rechthoek voor een deur en een cirkel voor een raam). Wie kan er een dier maken van deze vormen?
raket, huis, boom, varken
Vormen leggen
Leg vormen na van een voorbeeldkaart.
Classificeren en ordenen
Bespreek aan de hand van logiblokken verschillende vormen en kleuren. Vraag de kinderen welke vorm ze zien en leg uit waarom de vorm zo heet: een driehoek heeft drie hoeken, tel maar mee.
Leg een aantal hoepels in de kring. Leg in elke hoepel een logiblok, gesorteerd op vorm, kleur, grootte of dikte. Kunnen de kinderen ontdekken hoe jij de blokken gesorteerd hebt en er de andere blokken bij leggen? Laat de kinderen telkens benoemen wat ze neerleggen. Welke kleur heeft de logiblok en/of welke vorm?
Als alle blokken gesorteerd zijn, kun je deze activiteit nog een keer doen, maar met een ander kenmerk van de logiblokken, bijv. nu sorteer je op dikte.
Meervoudige opdrachten - geheugen
De logiblokken liggen in de kring. De kinderen moeten jou een logiblok brengen. Begin met enkelvoudige opdrachten, zoals 'breng mij een geel blok', 'breng mij een cirkel'. Breid de opdrachten daarna uit: 'breng me een rode driehoek', breng me een blauwe, dikke rechthoek' en tenslotte 'breng me een geel, dik, groot vierkant.
Lukt het de kinderen de opdracht te onthouden en de juiste blok te brengen?
Je kunt de kinderen ook opdrachten geven als:
'zet je voet op een geel blok', 'leg je elleboog op een rood vierkant', 'raak met je duim een blauwe cirkel aan' etc.
Tip! Je kunt de betrokkenheid bij deze opdracht vergroten door een leuk verhaal om de opdracht heen te vertellen. Breng een handpop mee of een knuffel van Elmer de olifant die een kleur- en vormenspelletje met de kinderen wil spelen.
Vormen voeldoos
Stop enkele verschillende logiblokken in een voeldoos of voelzak. Introduceer de voeldoos in de kleine kring. De kinderen mogen om de beurt voelen en raden welke vorm ze vast hebben. Waarom denken ze dat het deze vorm is?
Raden maar
Nodig: cadeaudoos en logiblokken
Leg van de logiblokken van elke vorm één blok in de kring: een groot, dik vierkant, een kleine, dunne rechthoek, een grote, dikke driehoek en een kleine, dunne cirkel. Bespreek de vormen met de kinderen. Hoe zien de vormen eruit?
Stop een precies dezelfde vorm als in de kring ligt in een (kleine) doos. Laat de doos de kleine kring rondgaan. De kinderen mogen met de doos schudden, hem op en neer bewegen etc. Ze mogen luisteren, maar niet kijken! Hoe klinkt de vorm in de doos? Zou het een grote vorm zijn of een kleine? Een dikke of een dunne? Zou de vorm hoeken hebben?
Welke vorm zou het kunnen zijn?
Logi-lijstjes
De logi-lijstjes zijn kleine opdrachtkaarten voor de logiblokken (te vergelijken met boodschappenlijstjes). Ze lopen op in moeilijkheidsgraad. Op één logi-lijstje staan 3 of 4 opdrachten. Introduceer de logi-lijstjes in de kring.
2 grote cirkels, kleur maakt niet uit 3 kleine driehoeken 4 grote rechthoeken De muisjes staan voor klein en groot |
Laat een lijstje zien en vraag een kind hier de juiste blokken bij te pakken. Wanneer dit goed lukt, kunnen de kinderen zelfstandig met de logi-lijsjtes aan de slag, tijdens de werkles of tijdens het winkelen in het kleur- en vormenwinkeltje.
Wat is weg?
Leg enkele logiblokken op een rijtje in de kring. Begin bijvoorbeeld eerst met de vier vormen: cirkel, rechthoek, vierkant en driehoek. De kinderen doen de ogen dicht. Dan komt de vormendief. Hij haalt een vorm weg. Welke vorm is weg?
Breid het spel uit door van elke vorm een grote en een kleine logiblok neer te leggen en speel het spel opnieuw.
Wanneer dit goed gaat kun je het spel weer verder uitbreiden door ook te variëren in dikke en dunne blokken. De vormendief kan ook meerdere blokken weghalen. Kunnen de kinderen nog steeds raden wat weg is?
'K heb een vorm in m'n hand
Geef een logiblok, bijvoorbeeld een vierkant, de kring rond. Eén leerling zit in het midden met de ogen dicht. Zing het liedje:
'k Heb een vierkant in m'n hand
die gaat reizen door het land
is hij hier, is hij daar?
als je 'm ziet dan zeg je 't maar!
Als het liedje afgelopen is, stopt het kind dat het vierkant dan heeft het vierkant in zijn handen. Alle kinderen doen de handen op elkaar. Het kind dat niet gekeken heeft mag 3 keer raden waar de vorm is.
Daarna begint het spelletje opnieuw met een andere vorm.
Logiblokkenrace
Bewegen jouw kleuters graag? Dan is dit een leuke activiteit met de logiblokken. Geen activiteit in de kring, maar een logiblokkenrace in de speelzaal.
* Geef alle kinderen een logiblok. De kinderen gaan aan de ene kant van de speelzaal tegen de muur staan. Jij geeft opdrachten:
- alle kinderen met een geel blok rennen naar de overkant
- alle kinderen met een blauw blok rennen naar de overkant
- alle kinderen met een dikke vorm rennen naar de overkant
- alle kinderen met een kleine vorm rennen naar de overkant
*
Geef de kinderen opdrachten, zoals: alle kinderen met een geel blok springen in de lucht, alle kinderen met een driehoek rollen over de grond. De kinderen staan hierbij verspreid in de speelzaal.
* Alle kinderen rennen door de speelzaal, met een logiblok in de hand. Wanneer jij de vorm noemt die ze vast hebben, springen ze omhoog. Bijvoorbeeld: jij roept vierkant, alle kinderen met een vierkant springen omhoog en rennen weer verder.
* Zet muziek op. De kinderen lopen met een logiblok in de hand door de speelzaal. Wanneer de muziek stopt, moeten zij stil staan en de logiblok op een leuke manier vasthouden of ergens op een lichaamsdeel leggen.
* Laat de kinderen groepjes maken. Alle kinderen met een cirkel gaan bij elkaar staan of alle kinderen met een dikke vorm of rode vorm gaan bij elkaar staan etc.
Wie is het?
Geef alle kinderen een logiblok. De kinderen gaan op hun stoel staan, met de logiblok duidelijk zichtbaar voor zich.
Jij neemt één van de logiblokken in gedachten.
De kinderen mogen raden. Is het een cirkel? Nee? Dan gaan alle kinderen met een cirkel in de hand zitten. Is de vorm dik? Nee? Dan gaan alle kinderen met een dikke vorm ook zitten. Er blijven steeds minder kinderen over en de vorm die jij in gedachten hebt zal een keer geraden worden.
Detectivespel met logiblokken
Hetzelfde principe als bij het spel 'wie is het', hierboven. Bij de detective hebben de kinderen zelf geen logiblok vast. Je kunt de blokken wel in de kring op de grond leggen.
Neem een blok in gedachten. De kinderen mogen vragen stellen. Jij antwoordt alleen met ja of nee. Kunnen de kinderen in ... keer raden welk blok jij in gedachten hebt?
Zoek iemand die...
Een leuke start of juist afsluiting van een activiteit met de logiblokken:
Geef alle kinderen uit de groep een logiblok. Geef ze vervolgens de opdracht iemand te zoeken die hetzelfde kenmerk van logiblok heeft als zij zelf. De leerkracht bepaalt het kenmerk, op vorm, op kleur of op dikte. Dus geef de opdracht: "zoek iemand die dezelfde vorm heeft als jij en ga bij elkaar staan". De kinderen gaan op zoek en langzaam ontstaan er groepjes kinderen met hetzelfde kenmerk. Misschien hebben 2 kinderen hetzelfde, misschien wel 4. Als alle kinderen een maatje of meerdere maatjes gevonden hebben, kijk je met de hele groep of het klopt. Iedere groep mag zijn kenmerk noemen en laten zien.
Wie heeft 'm?
Een leuk spelletjes ter afsluiting. De kinderen gaan één voor één weer uit de kring voor het werken of mogen hun jas gaan halen.
De kinderen hebben allemaal een logiblok in hun hand. Ze verstoppen deze in hun handen of onder hun trui. Jij noemt een logiblok, bijvoorbeeld de rode, grote, dikke rechthoek. Het kind dat deze logiblok heeft, brengt hem naar jou en mag de kring uit gaan.
Wil je de activiteit wat sneller laten verlopen dan noem je alleen een kleur, dikte of vorm. Zo komen er meer kinderen tegelijk naar je toe.
Tijdens de werkles
* Geef de kinderen logiblokken om om te trekken. Zo kunnen de kinderen mooie vormentekeningen maken.
* Leg figuren van de logiblokken zoals poppetjes, een trein...
* Doe boodschappen in het kleur- en vormenwinkeltje met de logi-lijstjes (zie boven).
* Speel logiblok domino of maak een logiblok trein. De logiblokken mogen alleen op kleur en vorm aan elkaar gelegd worden. Naar de dikte en grootte hoeft niet gekeken te worden.
Liedjes en versjes | thema kleur en vorm
Rare vlekken
Het olifantje zit vol rare vlekken
en mama die zegt: sjonge dat is gek
ze ziet een rode en ze ziet een groene
en ook een blauwe en een bruine vlek.
Ze ziet nog heel veel meer gekleurde vlekken
en t puntje van z'n staartje dat is wit
dat komt ervan zegt mama fant tenslotte
wanneer je boven op je verfdoos zit.
Uit: Het grote liedjesboek
Alles heeft een kleur
Alles heeft een kleur
ga maar eens kijken
het gras is altijd groen in elke tuin
bananen die zijn geel en biggetjes zijn roze
en oliebollen die zijn altijd bruin.
Alles heeft een kleur
ga maar eens kijken
een paprika, een bloemkool, een radijs
tomaten die zijn rood
en worteltjes oranje
en olifantjes die zijn altijd grijs.
Alles heeft een kleur
ga maar eens kijken
en vind je iets wat nog geen kleurtje heeft
dan pak je snel wat verf
en daarna ook een kwastje
waarmee je het dan zelf een kleurtje geeft.
Uit: Het grote liedjesboek
Zeg ken je Elmer?
Zeg, ken je Elmer?
vrolijke Elmer
Elmer de lapjesolifant
wat ziet ie fleurig
vrolijk en kleurig
Elmer, de mooiste van het land.
Hij is rood, wit, blauw, oranje,
in het rond
pimpelpaars en groen en roze
kakelbont
om te gillen van z'n billen
tot z'n slurf
mag ie jou de lucht in tillen?
als je durft.
Kleurenlied
Muziek op de cd behorend bij de methode Piramide
Rood, rood, rood, ja rood zijn de tomaten.
Rood, rood, rood, tomaten die zijn rood.
Mijn rechter en mijn linker oog die zien de hele regenboog.
Kleuren op een rij, en welke kleur kies jij?
Rood, 'k heb geen rood
Muziek op de Piramide cd
Rood, rood, 'k heb geen rood
'k moet nog rood gaan zoeken,
hier in alle hoeken.
Variatie: andere kleuren en vormen
Alle kleuren van de regenboog - versje
Er woonden zeven olifantjes in de dierentuin
de één was groen, de ander rood, de derde die was bruin.
De vierde blauw, de vijfde geel, de zesde die was zwart
de zevende oranje en die vond dat heel apart.
Maar 't kleine zwarte olifantje vond het jammer dat
hij niet zoals zijn vriendjes ook een vrolijk kleurtje had.
Dus verfde hij zichzelf en na een uurtje was hij droog
nu heeft hij alle kleuren van de grote regenboog.
Vormenversje
Voel de bol
die is rond
en kan rollen
over de grond
ligt hij stil
en duw je een keer
zo rolt de bol
heen en weer.
De kubus
heeft hoeken
en kijk eens aan
hij kan keurig
blijven staan
hij heeft zes vlakken, kijk
die zijn allemaal
gelijk.
Inspiratieblog muziek - méér dan liedjes zingen
Les 1 - vormen en geluiden
Ons thema is nu kleur en vorm. Dan denk je natuurlijk meteen aan muziek ;). Uhh, nee, ik niet, maar toen ik eenmaal in de muziekmodus zat, kwamen de ideeën los. Vormen, kleuren, geluiden, emoties, muzieknotatie ... mogelijkheden genoeg. Daar ging ik: les 1, geluiden in het lokaal.
We zaten in de kring. Ik gaf de kleuters de opdracht door het lokaal te lopen en te ontdekken wat geluid maakt. Zelf ging ik ook op ontdekkingstocht. We sloegen blokken tegen elkaar, graaiden in de bak met lego, deden de deur open en dicht, schudden met een potje met hazelnoten, drukten op de winkelbel in de winkelhoek, slepen een potlood aan, zetten een stoel hard neer, klopten tegen het raam, deden de kastdeuren open en dicht en nog veel meer. Het was een lekker kabaal, een fijn kabaal vanuit betrokkenheid. Op mijn teken kwamen alle kleuters terug naar de kring. Ik vroeg verschillende kinderen wat ze ontdekt hadden en ze mochten dit geluid laten horen. Wanneer ze materiaal gebruikten dat makkelijk mee te nemen was, mochten ze dit in de kring zetten. Zo verzamelden we allerlei materiaal met verschillende geluiden. Sommige geluiden werden met elkaar vergeleken en een kleuter gooide de termen 'hoog' en 'laag' erin.
Hierna introduceerde ik de vormen. Ik liet ze één voor één zien. Wisten de kleuters nog hoe ze heten? Ik vroeg ze bij elke vorm een passend geluid te kiezen. Een geluid dat één van de voorwerpen in de kring kon maken. Voor de cirkel kozen ze de receptiebel (pinggg), voor de rechthoek twee grote, rechthoekige blokken (BAM), voor het vierkant twee kleine blokken (tik) en voor de driehoek weer andere blokken (tik, tik, tik). Ze konden precies vertellen waarom ze dit geluid zo vonden passen. Ik vroeg of de blokken bij de cirkel konden, maar nee, dat kon niet. Dat klonk niet 'rond'. Ik merkte op dat de kinderen veel voorwerpen gekozen hadden waarmee de klas vol staat. Handig! Ik gaf één kleuter de receptiebel (hij was de cirkel), een groep elk twee grote blokken (de rechthoek), een groep elk twee kleine blokken (het vierkant) enzovoorts. Alle kinderen hadden nu iets in hun hand. De bijbehorende vormen legde ik voor de groepen, zodat de kinderen altijd konden zien welke vorm ze 'waren'.
Met de logiblokken legde ik een partituur (cirkel, vierkant, rechthoek, cirkel, driehoek, vierkant, driehoek, cirkel, cirkel). Ik vertelde de groep dat ik de dirigent was en pakte mijn dirigeerstok (een liniaal). Ik wees de vormen één voor één, rustig, aan. De kinderen speelden. Het orkest moest natuurlijk even oefenen. Sommige leden waren niet helemaal wakker, terwijl anderen verdronken in de muziek en maar door bleven spelen. Maar, na enkele keren oefenen ging het fantastisch! Pingg, tik, bam, pinggg, tik, tik, tik ... Wat een concentratie. We merkten op dat het handig is om je voorwerp gereed te houden, zodat je meteen kunt reageren als de dirigent jouw vorm aanwijst. Na even spelen, wilden de kleuters er graag een lied bij zingen. Welk lied? Een meisje zei: 'Iemand belt aan en dan klopt hij op het raam en de deur!' Ja, inderdaad, dat was wat we hoorden, pinggg, tik, tik ... Wat een goed idee. We bedachten samen een verhaal. Iemand belt aan (cirkel), maar er doet niemand open. Dan tikt hij tegen het raam (vierkant) en klopt aan de deur (rechthoek). Geen reactie. De hond wordt ongeduldig en krabbelt aan de deur (driehoek). Er wordt nog eens aangebeld ... Uiteindelijk, aan het eind van het verhaal gaat de deur open. Wie doet dat? 'Jij juf!' Dus speelden we ons hele verhaal en vloog ik na de laatste aanwijzing gegeven te hebben naar de deur: 'Kom binnen!'
Het was een gezellige les. De volgende keer gaan we hierop door. We kunnen er muziekinstrumenten bij pakken, variëren in tempo en volume (grote en kleine vormen) én de kleuters maken hun eigen partituur.
Misschien inspireert dit jou ook voor je muziekles. Bij het thema kleur en vorm of als idee voor een ander thema. Je kunt er zelfs twee lessen van maken. Eén over geluiden in het lokaal en met een vorm in de hand op zoek gaan naar bijpassende geluiden en één over het spelen van een muziekstuk met vormen.
Wij maken nog wel even muziek!
Les 2 - Instrumenten verkennen
Na het koppelen van een vorm aan een geluid, wilde ik hierop verder borduren met muzieksintrumenten. Ook instrumenten kun je aan de verschillende vormen koppelen. Daarvoor moeten de kinderen de instrumenten wel kennen: hoe klinken ze? En ook niet onbelangrijk: hoe heten ze? Tijdens een eerdere activiteit, die een beetje mislukte, merkte ik dat de kinderen dit niet wisten. Ze hebben zo weinig met muziekinstrumenten gedaan dat ze geen idee hebben hoe ze klinken. Dus ... een stapje terug. Een lesje 'instrumenten verkennen'.
Eén voor één kwamen de instrumenten uit mijn muziekdoos. Ik liet ze horen en vertelde hoe elk instrument heet. De instrumenten werden verzameld in de kring. Hierna noemde ik een naam van een instrument en een kind mocht het pakken. Toen alle kinderen een instrument hadden, pakte ik mijn 'dirigeerstok'. Tijd om te spelen! De kinderen mochten eerst vrij spelen, waarna we enkele oefeningen deden:
* Instrumenten die hetzelfde zijn spelen tegelijk
* Het eerste kind start met spelen, daarna valt het tweede kind in en zo verder tot iedereen speelt. Daarna haken de kinderen één voor één af tot het weer stil is.
*
Hard spelen en zacht spelen
* Een groep instrumenten die hetzelfde klinkt, speelt tegelijk
Ik benoemde de namen van de instrumenten en de kinderen letten goed op wanneer ze mochten spelen. Het orkest deed het geweldig. Hierna wees ik een willekeurig kind aan. Dat kind bespeelde zijn instrument. Alle kinderen met hetzelfde instrument vielen in. Als ik verder liep, stopten ze met spelen. Ik wees een ander kind aan. Hij speelde en iedereen met hetzelfde instrument speelde mee en zo verder. Toen dit goed ging, mochten alle kinderen de stoel omdraaien. Nu zaten ze met de ruggen naar elkaar in de kring. Ik tikte een kind aan, hij begon te spelen. Alle andere kinderen luisterden heel goed. Ze konden elkaar immers niet zien. De kinderen met hetzelfde instrument speelden mee. Dit was een leuke luisteroefening en nu de kinderen de instrumenten kenden, ging dat goed. Een mooie afsluiting van de dag.
De volgende keer kunnen we een stapje verder gaan. We koppelen de muziekinstrumenten aan vormen.
Les 3 - Instrumenten en geluiden
Zoveel ideeën in m'n hoofd, nog zoveel willen doen ... maar wat voor vandaag de uitdaging was: houd het rustig, focus op één doel. Ik keek terug op de vorige les: instrumenten verkennen en dacht vooruit. Wat wil ik nog? De kinderen een eigen partituur laten maken. Welke stap moet ik dan nog nemen? De kinderen kennis laten maken met het spelen van een partituur met behulp van instrumenten. In een eerdere les deden we dit al met geluiden uit het lokaal. Nu wilde ik de koppeling naar de instrumenten maken. Eerst samen, later alleen ...
Ik verzamelde de kinderen na het buitenspelen in de rij. Vol trots lieten ze me hun broodtrommels vol geraapte beukennootjes zien. 'Hé, juf, dit maakt geluid!' en uit een andere hoek: 'Yes, we gaan muziek doen'. Wacht, dacht ik. Geluid? Muziek? Dat is de allerbeste combi. Enthousiast riep ik: 'Neem de trommels met beukennootjes maar mee naar de klas. We gaan muziek maken!' Oke, even een aanpassing van het oorspronkelijke idee, maar ook hiermee kan ik mijn doel bereiken. De 'beukennootjes-kinderen' mochten hun geluid laten horen. Ze schudden erop los. Daarna gingen we samen op onderzoek uit. Wat maakt nog meer een schudgeluid? Welke instrumenten zijn schudinstrumenten? Ik opende de doos met muziekinstrumenten en haalde ze één voor één tevoorschijn. Hoe heet het ook alweer? Kan het schudden? We maakten een 'ja' en een 'nee' groep. Alle instrumenten uit de 'ja-groep' konden schudden. Dit waren schudeieren, sambaballen, schudkokers en ook allerlei belletjes. Ik deelde ze aan de kinderen zonder 'beukennootjes-instrument' uit. Nu had iedereen iets. Weer mochten alle kinderen schudden. Ik merkte op dat het ontzettend mooi tegelijk ging en leuk klonk, maar toch was er iets anders. 'Ja, juf, de belletjes klinken anders dan de schudinstrumenten!' De twee groepen speelden even apart en we luisterden goed. Ja, we hoorden allemaal een verschil. Tijd om er vormen aan te koppelen. Voor de schudinstrumenten en dus ook de beukennootjes-instrumenten kozen de kinderen een rechthoek en voor de belletjes een cirkel. (De belletjes zijn namelijk rond, net als een cirkel. Ik vroeg de kinderen ook eens met ogen dicht te luisteren. Hoe klinkt het geluid? Welke vorm past er dan bij?).
Kan het schudden of niet? De 'ja' en de 'nee' groep.
Met cirkels verschillend in grootte (de logiblokken en cirkels geknipt uit papier) legde ik een partituur. Ik vroeg de kinderen wat het verschil in grootte zou kunnen betekenden. Links van mij fluisterde een kleuter 'de kleintjes zijn zacht'. Wat goed! Ik vroeg hem het nog eens te herhalen voor de groep en uit te leggen waarom hij dat dacht. Dat kon hij. Een kleine vorm betekent zacht spelen en een grote betekent hard. 'Wow!' zei een jongen tegen zijn vriendje naast hem. 'Kijk dan, daar! We mogen HARD!' Ik vroeg nog eens welke instrumenten bij de cirkels hoorden (de belletjes) en keek de kinderen met belletjes aan. 'Zijn jullie er klaar voor?!' Daar gingen we! Ik was de dirigent en wees de eerste, kleine cirkel aan. De kinderen speelden zacht. Daarna wees ik de volgende, iets grotere cirkel aan. De kinderen speelden harder. Daarna mochten ze nóg harder, toen weer zacht enzovoorts. Het ging meteen fantastisch. De kinderen waren zo gefocust en deden zo hun best! Hierna deed ik hetzelfde met rechthoeken en de schudinstrumenten groep. Ook dit ging zo goed. Ik was verbaasd!
Een partituur spelen. Eerst de cirkels. Later de rechthoeken.
Tenslotte legde ik een partituur van cirkels en rechthoeken in allerlei groottes door elkaar. 'Orkest, kunnen jullie dit spelen? Zijn jullie er klaar voor? Wie spelen de cirkels? Wie zijn de rechthoeken?' De kinderen wisten het precies. Zelfs de vierjarigen die net begonnen zijn snapten het helemaal. We konden beginnen! De dirigent (ik) wees aan en de groep speelde. Het ging meteen hartstikke goed. We deden het nog een keer en ik nam het muziekstuk op. We luisterde het terug en speelden opnieuw. We hadden plezier! Eén kleuter vond dat het ook wel moest lukken zonder de dirigent, maar dat leverde toch wat onzekere blikken en kleine conflicten tussen de orkestleden op, maar ... deze kleuter mocht het wel even zelf proberen, met twee instrumenten in de hand. Dat kon hij heel goed. Ik was trots! Applaus voor deze solist en een applaus voor de hele groep! Veel te snel was het al tijd om naar huis te gaan.
Ideeën voor de hoeken
Het kleur- en vormenwinkeltje
In het kleur- en vormenwinkeltje kun je van alles kopen. Driehoeken, cirkels, vierkanten en rechthoeken. Blauwe, rode, gele, oranje... De winkelmedewerker bakt lekkere taartjes die de klanten graag komen kopen. Maak een kleur- en vormenwinkeltje in je klas.
Nodig:
* een aantal bakjes waarin de vormen gesorteerd kunnen worden (op vorm of op kleur)
* vormen uit de speelleermaterialen, zoals de cirkeldoos, de logiblokken
* een kassa
* winkelwagen
* tassen of mandjes
* portemonnee en geld
* telefoon
* kleur- en vormenmannetjes ter aankleding
* reclameposters (ook te downloaden onder het tabblad werkbladen)
* balans
*
boodschappenlijstjes of logi-lijstjes, zie onder, waar de vormen die de kinderen gaan kopen op staan.
Je kunt de kinderen ook zelf lijstjes laten maken met plakfiguurtjes.
Winkelen met de logi-lijstjes
De logi-lijstjes zijn kleine boodschappenlijstjes voor de logiblokken. Ze lopen op in moeilijkheidsgraad. Op één logi-lijstje staan 3 of 4 opdrachten. Print de logi-lijstjes uit, knip ze uit en lamineer ze.
Bied de logi-lijstjes eerst een keer in de kring aan en leg ze daarna in het kleur- en vormenwinkeltje.
2 grote cirkels, kleur maakt niet uit 3 kleine driehoeken 4 grote rechthoeken De muisjes staan voor klein en groot |
De kinderen die in de vormenwinkel spelen, kiezen een rollenkaart. Deze hangen ze om. Ze spreken af wanneer ze wisselen van rol (want iedereen wil natuurlijk graag bij de kassa zitten). Deze rollenkaarten zijn niet te downloaden via mijn site, omdat er afbeeldingen uit het
boek op staan).
Het krijtbord
Laat de kinderen cirkels op het krijtbord tekenen. Veel cirkels. Grote cirkels en kleine cirkels. Als het bord vol is, krijgen de kinderen een potje bellenblaas. Ze proberen in elke cirkel een bel te blazen.
Beeldende activiteiten | thema kleur en vorm
Elmer de kleurenolifant - vouwen en verven
De kinderen vouwen Elmer van 16 vierkantjes. Ook verven ze een verfpapier vol met gekleurde strepen. Dit kun je ook met wasco laten doen. Daarna wordt Elmer op dit gekleurde papier geplakt.
Elmer - vouwen en kleuren
De kinderen vouwen eerst 16 vierkantjes van een wit vouwblaadje. Daarna kleuren ze de vierkantjes in met wasco, stift of kleurpotlood. Als Elmer mooi ingekleurd is ga je vouwen en plakken.
Elmer - verven
Vouw Elmer van een groot vel verfpapier. De kinderen geven de vierkantjes met verf een kleurtje.
Elmer - mozaïek
Vouw verschillende kleuren voublaadjes van het formaat 16 x 16 cm in 16 vierkantjes. Knip de vierkantjes uit. Plak de vierkantjes op zoals op de foto.
Knutselen met vormen
Print wat vormen uit op gekleurd papier. De kinderen knippen de vormen zelf uit en leggen er figuren van.
Cirkelvogels
Teken met wasco grote en kleine cirkels op een papier van A3 formaat. Verf de vogels met waterverf.
Meneer Vierkant
N.a.v. de geweldige methode voor voorbereidend schrijven Krullenbol, tekenenden alle kleuters meneer vierkant.
Laat ze tekenen met wasco. Het vierkant wordt meerdere malen getekend, als motorische oefening. Hierna krijgt meneer vierkant een gezicht, armen, benen en eventueel haren of een hoed op zijn hoofd. Dan plakken de kinderen een rand van vierkanten. De oudste kleuters plakken een patroon. Hierna wordt meneer vierkant geverfd met waterverf.
Stempelen met vormen
Zoek verschillen de materialen om mee te stempelen, zoals een aardappel, een kurk, een watterstaafje etc. De kinderen stempelen hun eigen vormenschilderij.
Vormenkunst - je eigen Mondriaan
Maak een schilderij bestaande uit allemaal vierkanten en rechthoeken. De kinderen tekenen de vormen met een zwarte stift. Daarna kleuren of verven ze de verschillende vlakken met allemaal verschillende kleurtjes in.
Cirkels schilderen
De kinderen verven op het verfbord cirkels. Ze beginnen met een kleine cirkel in het midden van het blad. Daarna verven ze daar, met een andere kleur, een cirkel omheen. Dan wordt daar met weer een andere kleur een cirkel omheen geverfd, net zolang tot er geen cirkel meer bij past.
Vormenpoppetje
Maak een poppetje van vormen. Het hoofd is een klein, rond vouwblaadje. Het lijf is een dubbelgevouwen vierkant voublaadje (groot). De armen en benen worden gemaakt van een wat kleiner formaat vierkant vouwblaadje. Dit wordt dubbelgevouwen en doormidden geknipt. Dit doe je een keer voor de armen en een keer voor de benen.
Versier het poppetje als alle stukken op een groot verfvel geplakt zijn.
Downloads | thema kleur en vorm
Kralenplankvoorbeelden 'Het Kleurenmonster'
In het project 'Het Kleurenmonster' van Kleuteruniversiteit vind je kralenplankvoorbeelden van het Kleurenmonster in alle kleuren. Voor de start van het schooljaar maakte ik enkele extra voorbeelden: een blanco Kleurenmonster dat de kinderen met een kleur naar keuze na kunnen leggen, het Kleurenmonster met rode rugzak om, het schoolgebouw uit Het Kleurenmonster gaat naar school en het Kleurenmonster op de schommel. Ook bevat het pakket een opdracht om te spiegelen en een codeeropdracht.
--> Download het kralenplankenpakket
Tel- en sorteerkaartjes 'Het Kleurenmonster'
Zorg voor een bak knopen en doorzichtige potten. De kinderen pakken een telkaartje en kijken naar de kleur van de knopen die erop staan afgebeeld. Ze doen het juiste aantal knopen in een pot of sorteren deze in meerdere potten. Zo helpen ze het monster zijn gevoelens te ordenen en oefenen ze spelenderwijs de kleuren, getalsymbolen en het tellen.
Werkbladen Elmer
Enkele werkbladen voor kleuters rondom kleur & vorm.
Logi-lijstjes
De logi-lijstjes zijn kleine opdrachtkaarten voor de logiblokken (te vergelijken met boodschappenlijstjes). Ze lopen op in moeilijkheidsgraad. Op één logi-lijstje staan 3 of 4 opdrachten. Introduceer de logi-lijstjes in de kring.
Laat een lijstje zien en vraag een kind hier de juiste blokken bij te pakken. Wanneer dit goed lukt, kunnen de kinderen zelfstandig met de logi-lijsjtes aan de slag, tijdens de werkles of tijdens het winkelen in het kleur- en vormenwinkeltje.
2 grote cirkels, kleur maakt niet uit 3 kleine driehoeken 4 grote rechthoeken De muisjes staan voor klein en groot |
Logi-leggers
Voorbeeldkaarten voor de logiblokken. De kinderen leggen het voorbeeld na.
Schatzoeken met Kikker
Een spelletje voor de jongste kleuters om de kleuren en vormen te oefenen. Het schatkaartje wordt onder een kikkerkaartje verstopt. Het kind noemt de vorm en kleur die op het kaartje staan. Is dit goed, dan mag het kind kijken of de schat onder het kikkerkaartje ligt. Wie vindt de schat? Een uitgebreidere uitleg vind je in de download.
Kleurkaartjes
Alle kleurpotloden liggen door elkaar. Tijd om ze eens te ordenen. De kinderen helpen vast graag een handje mee.
Met de kleurkaartjes oefenen de kinderen spelenderwijs de kleuren, het tellen, de begrippen kort en lang en de getalsymbolen t/m 12. Daarnaast bevat het pakket 'Tellen met Kleurkaartjes' 20 suggesties met kleurpotloden.
--> Bekijk het pakket 'Tellen met Kleurkaartjes'
Vormritme
Heb je het materiaal 'Vormritme' van KG&Rolf?
Het pakket 'Vormritme' biedt een uitbreiding op dit materiaal.
In dit pakket vind je spellen om de kleuren en vormen nog beter te leren kennen, zoals Vormen vangen, Vormenbingo en Het Speurspel. Ook zijn er opdrachtkaarten waarbij de kinderen de vormen in twee richtingen spiegelen en op zoek gaan naar de ontbrekende vorm. Daarnaast bevat het pakket suggesties voor kringactiviteiten bij ‘Vormritme’.
--> Bekijk Vormritme