- Kringactiviteiten
- Liedjes / versjes
- Hoeken
- Knutselen
- Downloads
- Gymles
- Igor Stippelkampioen
Lesideeën |
thema sport, EK & WK voetbal, Olympische Spelen, wielrennen
Opening van een (schoolbreed) sportthema
De leerkrachten als fanatieke sporters
Wanneer de kinderen 's morgens het schoolplein op komen, zijn er een heleboel sporters fanatiek aan het trainen. Iemand heft zijn gewichten, er fietst een wielrenner over het plein, een hockeyster rent met de stick achter de bal aan, een hardloper doet zijn rek- en strekoefeningen. Deze sporters zijn de leerkrachten. Zij hebben zich voor de opening van de Kinderboekenweek als sporter verkleed.
Ook de kinderen mogen op de eerste dag verkleed naar school komen. Wanneer de schooldag begint, kun je deze openen door te dansen op 'Klaar voor de start' van Kinderen voor Kinderen. De sportende leerkrachten samen met de kinderen.
Standbeelden
De leerkrachten verkleden zich als verschillende sporters, een wielrenner, een voetballer, een wandelaar, een basketballer, een zwemmer, een langlaufer, een honkballer, een danseres...
Wanneer de kinderen 's morgens op het schoolplein komen, staan de leerkrachten daar als standbeeld, verspreid over het plein.
De kinderen gaan naar binnen en komen samen in één ruimte. De standbeelden staan voor de kinderen en de kinderen mogen nu vertellen welke sporthelden zij allemaal gezien hebben.
Sport- en spelletjesdag
Start de Kinderboekenweek met een sport- / spelletjesochtend met de hele school. Je kunt hier ook mee afsluiten.
Toneelstuk n.a.v. een kinderboek
Neem een (prenten)boek dat centraal staat tijdens de Kinderboekenweek en speel dit verhaal voor de kinderen tijdens de opening.
Klaar voor de start!
De kinderen komen in sportkleding naar school. Open de Kinderboekenweek met het lied 'Klaar voor de start' van Kinderen voor Kinderen.
Kringactiviteiten sport
Igor Stippelkampioen - Olympische spelen
Tip! Guido van Genechten schreef het mooie prentenboek 'Igor Stippelkampioen'. Dit boek past perfect bij de Olympische Spelen en het thema sport. Het is een zeer geschikt boek om als leidraad tijdens dit thema te gebruiken.
Het lespakket dat ik bij dit boek maakte, met daarin leuke suggesties, vind je onder het tabblad 'Igor Stippelkampioen'.
Olympische zomerspelen - Op weg naar goud!
Voor de Olympische Zomerspelen van 2016 schreven wij voor Praxisbulletin het artikel 'Op weg naar goud'.
--> Lees het artikel 'Op weg naar goud'
Wielrennen - Tour de France / Giro d'Italia
Bij het informatieve boek 'De wielrenner' schreven wij een project vol 'sportieve' kringactiviteiten.
De wielrenner moet hard trainen, gezond leven, goed eten en op tijd rusten. Zo bereidt hij zich voor op de wedstrijden die hij met zijn ploeg gaat rijden. Start, daar gaan we!
Het pakket 'De wielrenner' bevat reken- en taalactiviteiten en een les Engels bij het boek ‘De wielrenner’ van Liesbet Slegers. Met deze activiteiten kun je zeker twee weken aan de slag. Besteed aandacht aan bekende wielerrondes zoals de Tour de France en Giro d’Italia met dit pakket!
Voetbal - EK en WK
Rijmbal - rijmen
Nodig: voetbal
Rol een voetbal door de kring naar één van de kinderen en noem daarbij een woord. Het kind rijmt op dit woord en rolt de bal naar een ander kind dat ook een rijmwoord weet. Ga door tot de kinderen geen rijmwoorden meer weten en zeg dan een nieuw woord. Suggesties:
bal, voet, doel, vlag, fluit, punt, veld
Auditieve oefeningen
* Klik hier voor een download met auditieve oefeningen rondom voetbal, afkomstig van kleutergroep.nl.
* Klik hier voor auditieve oefeningen rondom voetbal op de site van Juf Janneke.
De sporttas - kritisch luisteren, woordenschat
Nodig: sporttas, voorwerpen zoals een sok, schoen, shirt, voetbal, veters, drinkbeker, koek
Zet de sporttas in de kring. In de sporttas zitten verschillende voorwerpen. Omschrijf één van de voorwerpen aan de kinderen. De kinderen raden wat er in de tas zit. De voorwerpen die geraden zijn, worden uit de tas gehaald. Wanneer alle voorwerpen naast de tas liggen, sluiten de kinderen de ogen. Stop één voorwerp terug in de tas. De kinderen kijken en ontdekken wat weg is. Speel dit spel totdat alles weer opgeruimd is.
Woordbal - woordenschat
Nodig: voetbal, kookwekker
Zet de kookwekker op een halve minuut. Geef een voetbal de kring rond. Het kind dat de bal heeft, noemt een sport of iets dat met sport te maken heeft. Wanneer de wekker afgaat, is de wedstrijd afgelopen en gaat het kind dat de bal dan in handen heeft voor zijn stoel op de grond zitten. De wekker wordt weer gezet en het spel gaat verder.
Voetballen tellen
Nodig: twaalf voetballen (teken grote voetballen op een vel papier en knip ze uit), eventueel getalkaarten waar de getallen 1 t/m 12 onder elkaar op staan en een wasknijper voor ieder kind
Leg een willekeurig aantal voetballen in de kring en laat de kinderen de voetballen tellen. De kinderen flitsen het getelde aantal met hun vingers of zetten de wasknijper op de getallenkaart bij het aantal voetballen dat ze geteld hebben. Bekijk samen wat het juiste aantal voetballen is.
Vraag de kinderen de voetballen handig neer te leggen, zodat ze snel te tellen zijn.
Rugnummers - getalsymbolen
Nodig: 11 shirts, getalkaartjes 1 t/m 11, veiligheidsspelden
Maak een getalkaartje aan elk shirt vast. Leg de shirts in de kring.
Bekijk de shirts met de kinderen. Vraag welke rugnummers er op de shirts staan.
Vertel de kinderen dat de voetballers
voordat de wedstrijd begint naast elkaar moeten gaan staan, netjes op een rij, nummer 1 voorop en nummer 11 achteraan. Laat de kinderen de shirts in een goede rij leggen.
Eén van de spelers is de aanvoerder en gaat de scheidsrechter een hand geven. Vraag de kinderen de ogen te sluiten en haal één shirt weg. De kinderen kijken en vertellen welk getal weg is.
In het veld - ruimtelijke oriëntatie
Nodig: 10 Playmobil poppetjes, groen vel Engels karton, stift
Teken een lijn in het midden van het Engels karton, dit is de middellijn van het voetbalveld. Leg het veld in de kring en zet vijf spelers op de linkerhelft van het veld. Vraag de kinderen de andere vijf spelers op precies dezelfde manier in het rechterveld te zetten. Laat de kinderen vertellen waar de spelers staan en gebruik hierbij begrippen als voor, achter, naast, links en rechts.
Zet de spelers nu op een andere manier op het linkerveld neer en laat de kinderen dit weer namaken op het rechterveld.
Tenslotte zet je een schot op de middellijn, waardoor de kinderen de andere helft van het veld niet kunnen zien. Zet de spelers neer en vertel de kinderen hoe de spelers aan de andere kant moeten staan. Lukt het, om de spelers door middel van aanwijzingen, op precies dezelfde manier neer te zetten?
Tijdens de werkles kunnen de kinderen dit spel in tweetallen nog eens spelen.
Scoren maar - tellen en getalbeelden op de dobbelsteen
Nodig: teldopjes, twee goals
(van blokken)
Zet de twee goals een eindje uit elkaar in de kring. De kinderen gooien met de dobbelsteen. Eén van de kinderen legt het aantal teldopjes, gelijk aan het aantal gegooide ogen, in een rij achter elkaar in de kring. Begin bij de ene goal en maak een rij van dopjes naar de andere goal. Er wordt opnieuw met de dobbelsteen gegooid en de rij teldopjes wordt langer gemaakt. Vraag de kinderen regelmatig hoeveel dopjes er liggen en hoeveel dopjes ze denken dat er nog bij moeten komen voordat we bij de tegenstander kunnen scoren.
Variatie
Verdeel de klas in twee groepen. Om de beurt gooien de groepen met de dobbelsteen en leggen het aantal teldopjes, gelijk aan het aantal gegooide ogen, in een rij achter elkaar. De ene groep begint bij de ene goal met het leggen van teldopjes en de andere groep bij de andere goal. Welke groep heeft zijn rij teldopjes het eerst tot de volgende goal gelegd en dus het eerst gescoord?
Ballen sorteren - classificeren
Nodig: veel ballen, allerlei soorten, kleuren en maten. Hoepels.
Leg alle ballen die je gevonden hebt in de kring. Wat voor ballen zijn het? Liggen er ballen bij die voor een specifieke sport bedoeld zijn, zoals tennisballen, voetballen, volleyballen of basketballen?
Welke bal is hard? Welke bal is zacht? Welke ballen zijn groot en welke klein? Kunnen we ze op volgorde leggen van klein naar groot?
Leg enkele hoepels in de kring. Sorteer de ballen in de hoepels. Sorteer op grootte, kleur of soort.
Ballen seriëren
Nodig: een heleboel ballen van verschillende grootte of plaatjes van ballen, verschillende groottes.
Leg de ballen of plaatjes in de kring. We gaan de ballen op volgorde leggen van klein naar groot. Welke bal is het kleinst? Welke het grootst? Welke bal komt na de kleinste bal? enz.
Wat is de stand? - splitsen van vijf
Nodig: vijf ballen
(teken grote voetballen op een vel papier en knip ze uit), doek
Leg vijf ballen in de kring en laat de kinderen de ballen tellen. Vertel dat deze ballen aangeven hoe vaak er in de voetbalwedstrijd gescoord is: vijf keer. Vertel dat Nederland tegen Duitsland heeft gespeeld. Gooi het doek over twee ballen. Vraag de kinderen hoeveel ballen ze nu zien liggen (drie). Dit zijn de doelpunten van Nederland. Hoeveel doelpunten heeft Duitsland gemaakt? (twee)
Speel het spel een aantal keer met verschillende landen en verschillende scores.
Sport - algemeen
Woordveld sport
Nodig: een groot vel papier en een stift.
Wat weten de kinderen al over sport? Welke sporten kennen ze? Wat heb je nodig bij het sporten? Maak samen een woordveld. Schrijf alle woorden op. Maak er tekeningen bij of laat kinderen tijdens de werkles tekenen.
Auditieve oefeningen
* Klik hier voor een download met auditieve oefeningen rondom voetbal, afkomstig van kleutergroep.nl.
* Klik hier voor auditieve oefeningen rondom voetbal op de site van Juf Janneke.
* Klik hier voor auditieve oefeningen rondom de Olympische Spelen op de site van Juf Janneke.
Max gaat sporten - digitaal prentenboek
Welke sport doe jij?
Welke sporten beoefenen de kinderen uit de klas? Laat de kinderen vertellen over hun sport. Hoe gaat de sport? Wat heb je erbij nodig? Zitten er kinderen van de klas/school bij jou in het team/ de groep?
Kun je iets van de sport laten zien?
Misschien hebben de kinderen vragen aan elkaar?
Schrijf de sporten die in de klas beoefend worden op een vel papier en turf hoe vaak elke sport beoefend wordt.
Zoek bij elkaar
Idee van: Juf Cindy
Nodig: een heleboel sportartikelen of plaatjes hiervan, zoals een badmintonracket en shuttle, een tennisracket en bal, voetbalschoen en voetbal, honkbalknuppel en honkbal, korf en korfbal, basketbal en ring enz.
Leg alle voorwerpen of plaatjes in de kring. Vraag de kinderen wat ze allemaal zien liggen. Hoe heten de voorwerpen? Wat kun je ermee doen? Wat hoort bij elkaar? Zorg dat er telkens 2 voorwerpen bij elkaar horen. De kinderen leggen de voorwerpen die bij elkaar horen naast elkaar.
Spelletjes bij deze activiteit:
*
Verstop alle voorwerpen (onder een doek). Neem één voorwerp. Wat hoort hierbij? Weten de kinderen dit uit hun hoofd? Wanneer het juiste voorwerp genoemd is, mag één van de kinderen dit voorwerp (onder de doek) gaan zoeken.
* Geef alle kinderen een plaatje/voorwerp. Ga op zoek naar het kind dat het voorwerp heeft wat bij jouw voorwerp hoort. Ga naast elkaar staan/ zitten wanneer je elkaar gevonden hebt.
Verspringen
Een leuke meetactiviteit! Ga met de kinderen (grote groep of klein groepje) naar de zandbak. Laat iedereen op de rand zitten. Om de beurt mogen de kinderen in de zandbak springen. Wie kan het verst springen?
Meet met een meetlint op de plek waar de voeten neerkomen. Laat telkens een ander kind meten. Schrijf alle gesprongen afstanden op.
Laat de kinderen schatten. Denken ze dat ze een meter kunnen springen? Kijk naar het meetlint hoeveel een meter is. Zou 2 meter ook lukken? Stel zo allerlei vragen die uitnodigen tot denken.
De allerleukste boeken over sport
Liedjes en versjes | thema sport
Klaar voor de start?
Door: Juf Anke
Armen omhoog
omlaag met een boog
handen naar je tenen
wiebelen met je benen
stampen op de grond
draai in het rond
springen, 1, 2, 3
sla op je knie
druk op je neus... TOET
zo gaat ie goed!
Kun jij dit nog een keer?
KLAAR VOOR DE START... daar gaan we weer.
Biggetje Spekkie en de wedstrijd
Door: Juf Anke
Biggetje Spekkie heeft een idee:
- wie het snelst een rondje rent - doe je mee?
Haasje Hup heeft wel zin in een spel
hij is toch supersnel
Hup en Spekkie verschijnen aan de start
de scheidsrechter is Beer Bart
Klaar voor de start... GAAN!
weg is haasje hup, hij wil op plaats 1 staan
maar wat doet Spekkie nou?
hij draait een rondje, heel gauw
en zo heeft Spekkie als eerst zijn rondje gemaakt
terwijl Haasje hup zich suf rent en een grote zucht slaakt.
Liedjes over sport
Kikkerzwemles
Uit: Zing je mee boek
De kikkers krijgen zwemles
ze staan al op de kant
ze hebben elk een handdoek
en een zwembroek in de hand
de juf zegt 'doe je broek aan
en schiet eens even op
ga dan maar in de rij staan
met een badmuts op je kop'
Pootjes spreiden, pootjes sluiten
als je in het water ligt
en als je onder water gaat
houd dan je mondje dicht!
Hup Holland hup
Hup Holland hup
laat de leeuw niet in z'n hempje staan
Hup Holland hup
Trek het beestje geen pantoffels aan
Hup Holland hup
Laat je uit 't veld niet slaan
Want de leeuw op voetbalschoenen
Kan de hele wereld aan
Want de leeuw op voetbalschoenen
Kan de hele wereld aan.
Wij houden van oranje
Samen zijn we sterk
Eendracht maakt machtig
Hoe een klein land groot kan zijn
is dat niet prachtig
Refrein:
Nederland oh Nederland
Jij bent de kampioen
Wij houden van Oranje
Om zijn daden en zijn doen
Straks als het Rood-Wit-Blauw
Voor ons wordt gehesen
Dan zijn wij 'n groot gezin
Met goud zijn wij geprezen
Refrein
Van de tribune klinkt het Wilhelmus
Nu nog mooier dan voorheen
Och wie laat geen tranen
Refrein
Wij houden van Oranje
't Is de ware kampioen.
Bewegen is gezond - Kinderen voor Kinderen
Klaar voor de start! - Kinderen voor Kinderen
Bewegen op muziek
Hieronder vind je een aantal liedjes waarop je met de kleuters kunt bewegen, liefst in de speelzaal.
Meer beweegideetjes vind je op de pagina met gym- en spellessen.
Liedjes
Lopen lopen allemaal,
lopen lopen, ga maar lopen.
Lopen lopen allemaal,
sta nu even stil.
Springen, springen allemaal,
springen springen enz.
Hinkelen, kruipen, rollen enz.
De leerkracht zingt dit lied terwijl de kinderen uitvoeren wat er gezongen wordt. Als de kinderen stil moeten staan, worden ze een standbeeld.
Alle kinderen gaan nu zwemmen,
zwem, zwem, zwem, zwem, zwem.
Alle kinderen zijn nu kikkers
kwaak, kwaak, kwaak, kwaak, kwaak.
Alle kinderen gaan marcheren,
mars, mars, mars, mars, mars.
Alle kinderen gaan nu springen,
spring, spring, spring, spring, spring.
Alle kinderen... etc
De leerkracht verzint iedere keer iets wat de kinderen moeten doen. De kinderen lopen in een lange rij achter elkaar. De leerkracht zegt dit of maakt er en simpel liedje van.
Liedjes in de kring
Enkele leuke liedjes van vroeger.
Daar zat een klein zigeunermeisje
huilend op een steen.
Huilend, huilend, helemaal alleen.
Sta op, meisje lief, en droog je traantjes af
en kies een kindje uit de kring
want anders ben je af.
Tralalalala, tralalalalala etc.
Een grote kring maken. Alle kinderen wijzen naar het kind dat in de kring zit te huilen. Bij de vierde regel staat het kind op en kiest iemand uit om een dansje mee te maken.
Heb je wel gehoord van de zeven, de zeven
heb je wel gehoord van de zevensprong?
Ze zeggen dat ik niet dansen kan
ik kan dansen als een edelman.
Dat is één, dat is twee, dat is drie, dat is vier,
dat is vijf, dat is zes en dat is zeven!
De kinderen hebben de handen vast en lopen rond in een kring.
Bij één: los laten en rechtervoet in de kring zetten.
Het lied wordt vervolgens opnieuw gezongen.
Het lied wordt zeven keer gezongen en bij elke herhaling komt er iets bij.
Twee: linkervoet vooruit in de kring.
Drie: knielen op rechterbeen, vier: knielen op linkerbeen
vijf: rechterelleboog op de grond, zes: linkerelleboog op de grond
zeven: met het voorhoofd de grond aanraken.
Jan Huigen in de ton
met een hoepeltje erom
Jan Huigen, Jan Huigen,
en de ton die begon te buigen, te buigen
en die ton die viel... kapot!
De kinderen lopen rond in een kring. Bij buigen, buigen ze voorover en bij kapot vallen de kinderen achterover op de grond.
Joepie, Joepie is gekomen
heeft mijn meisje weggehaald
maar ik zal er neit om treuren
gauw een ander weer gehaald.
Tralalalalala etc.
De meisjes staan in de kring. Achter elk meisje staat een jongen. Eén jongen loopt rond en kiest een meisje met wie hij de kring ronddanst. Als het lied voor de tweede keer gezongen wordt, mag de overgebleven jongen een meisje uitzoeken en gaan de twee dansers op de opengevallen plaats staan. Als alle meisjes een keer gekozen zijn, is het spel uit.
Zakdoekje leggen, niemand zeggen
'k Heb de hele nacht gewaakt,
twee paar schoenen heb ik afgemaakt
één van stof en één van leer
hier leg ik mijn zakdoek neer.
Ik weet het al, ik weet het al,
waar ik mijn zakdoek leggen zal.
En van je 1, 2, 3!
Het kind wat de zakdoek nu achter zich ziet liggen, staat op en probeert het kind dat de zakdoek gelegd heeft te tikken. Dat kind probeert op de lege plek in de kring te gaan zitten, voordat hij getikt wordt.
Zeg, ken jij de mosselman
de mosselman, de mosselman
zeg, ken jij de mosselman
die woont in Scheveningen.
Ja, ik ken de mosselman,
de mosselman, de mosselman
Ja, ik ken de mosselman
die woont in Scheveningen.
Samen kennen wij de mosselman
de mosselman, de mosselman
samen kennen wij de mosselman
die woont in Scheveningen.
De kinderen staan in de kring. Twee kinderen staan in de kring tegenover elkaar. Het ene kind begint terwijl hij op de muziek zijn benen beurtelings opgooit en de handen klappend langs elkaar slaat. Bij het 2de couplet is de ander aan de beurt en hij antwoordt met dezelfde gebaren. Bij "samen" kruisen de twee de armen en dansen ze heen en weer door de kring. Nu kiezen beide kinderen een partner en begint het lied opnieuw. Het gaat door totdat iedereen in de kring een partner heeft.
't Regent op de brug
en ik word niet nat
ik ben nog iets vergeten
maar ik weet niet wat
Kom, mijn zusje dans met mij
beide handjes in de zij
heen en weer, op en neer
drie maal in de rondte
en ik dans niet meer.
De kinderen staan in een rij. Eén kind staat ervoor. Dat kind kiest een "zusje" uit. Beiden dansen dan met de handen in de zij heen en weer. Bij "drie maal in de rondte", haken ze de armen in elkaar en dansen in het rond.
Witte zwanen, zwarte zwanen
wie gaat er mee naar Engeland varen?
Engeland is gesloten
de sleutel is gebroken
is er dan geen smid in 't land
die de sleutel maken kan?
Laat doorgaan, laat doorgaan
wie achter is moet voor gaan.
Schipper mag ik overvaren, ja of nee?
Moet ik dan nog geld betalen, ja of nee?
'k Heb een brilletje al voor mijn ogen
om te zien wie er dansen mogen.
'k Heb een brilletje al voor mijn ogen
'k zie het al, ik dans met jou.
Wie gaat er mee, wie gaat er mee
naar de berg van Sint André?
En daar wonen zoveel kindertjes
en die leven daar in gloria, victoria!
Wie gaat er mee, wie gaat er mee
naar de berg van Sint André?
En daar wonen zoveel hondjes
en die leven daar in gloria, victoria!
De kinderen staan in een kring. Om de beurt mogen ze zeggen wie er op de berg wonen. Aan het eind van het couplet maken ze het geluid van dat dier.
Twee emmertjes water halen
twee emmertjes pompen
meisjes op de klompen
jongens op een houten been,
rij maar door mijn straatje heen
en van je ras ras ras
rijdt de koning door de plas
en van je voort voort voort
rijdt de koning door de poort
en van je erre, erre, erre
rijdt de koning door de kerk
van je één, twee, drie!
De kinderen staan in twee rijen tegenover elkaar, en houden elkaars handen kruislings vast en bewegen hun armen heen en weer. Bij "van je ras ras ras" laten ze elkaar los en doen een stapje naar achter, zodat de achterste twee rijen door naar de andere kant kunnen dansen.
Ideeën voor de hoeken
Stadion in de bouwhoek
Laat de kinderen een voetbal-, atletiek of zwemstadion in de bouwhoek maken. Het stadion kan met grote blokken, kleine blokken of Kapla gebouwd worden. Geef de kinderen een groen, bruin of blauw vel Engels karton dat als basis dient.
Prijzentafel
Maak een plekje in de klas waar prijzen, verdiend met sporten, uitgestald kunnen worden. De kinderen mogen hun gewonnen lintjes, bekers en medailles mee naar school brengen, erover vertellen en deze in de klas tentoonstellen.
Hup Holland Hup! Versier de klas!
Versier de klas voor het EK of WK! Plak ronde, oranje vouwblaadjes op de ramen (oranje confetti) of beschilder de ramen.
Laat de kinderen vlaggetjes maken/ inkleuren die in de klas opgehangen worden.
Knutselen met kleuters | thema sport
Voetbalshirts
Vouw shirts of knip shirts uit (van een mal of kleurplaat). De kinderen mogen hun eigen rugnummer bedenken en op het shirt plakken.
Hoe vouw je een t-shirt? Klik hier.
Voetballer
Twee kleuters bedachten spontaan deze leuke voetbalsupporter. Hup, Holland, hup!
Voetbaltekening
Geef de kinderen een dunne, zwarte stift en laat hen zichzelf als voetballer tekenen. De tekening wordt ingekleurd met kleurpotlood en het shirt wordt oranje.
Voetbalstadion
Geef de kinderen een groen vel papier en laat hen hierop met wit kleurpotlood of zwarte stift een voetbalstadion tekenen.
Hup, Holland, Hup leeuw
Print een kleurplaat van een leeuw en haal de manen weg. Laat de kinderen manen scheuren van stukjes gekleurd sitspapier.
Kleur de leeuw met bruine of oranje wasco of kleurpotlood.
Slingers - voorbereidend schrijven
Hang grote vellen wit papier op het verfbord of leg ze op tafel (vastmaken met plakband). De kinderen tekenen hier met wasco of verf slingers op, bijv. door het hele blad vol met golfjes te maken.
Slingers - tekenen en kleuren
Slingers - plakken
Geef de kinderen repen papier in de kleuren rood, wit en blauw en/of oranje. De kinderen maken een slinger door de repen aan elkaar te plakken, zodat er ringen ontstaan.
Voetbalschoen
Vouw een vouwblaadje tot 16 vierkantjes. Knip er een rij af (de linker- of rechterrij). Knip aan de bovenkant 2 hokjes in en aan de onderkant knip je 2 hokjes weg, zodat daar in het midden nog maar 1 hokje overblijft. De ingeknipte hokjes plak je bij elkaar en het overgebleven hokje vouw je naar binnen waarna je de puntjes samen erboven vast plakt.
Klik hier voor de vouwbeschrijving met foto's.
WK/EK petjes
Teken de petjes op wit of oranje karton. Knip of prik ze uit. Verf de witte petjes oranje.
Olympische ringen
Verf de olympische ringen of zoek een kleurplaat van de ringen en beplak deze met gescheurde stukjes papier.
Olympische ringen - voorbereidend schrijven
Hang grote vellen wit papier op het verfbord of leg ze op tafel (vastmaken met plakband). De kinderen tekenen hier met wasco of verf olympische ringen op.
Ze maken een grote cirkel die ze heel vaak overtrekken, telkens met dezelfde kleur. Wanneer ze aan een volgende cirkel (ring) beginnen, gebruiken ze een andere kleur.
Medaille
Maak een mooie medaille, bijvoorbeeld van een bierviltje, gekleurd papier of aluminiumfolie en lint.
Materiaal om te downloaden bij het thema sport
Voetbal
Dubbeldobbel
Speel het spel dubbeldobbel. De kinderen gooien de dobbelsteen en kleuren de voetbal die boven het getal dat ze gegooid hebben staat. Er wordt opnieuw gedobbeld en gekleurd. Welk getal wordt het meest gescoord?
De download bevat het spel in verschillende niveaus: met de getalbeelden van de dobbelsteen, met getalsymbolen en met de getalsymbolen door elkaar.
--> Download dubbeldobbel voetbal
Getallenrace - Scoren maar!
Gooi met de dobbelsteen en loop met de bal aan je voet naar het doel. Wie scoort het eerst?
--> Download getallenrace voetbal
Werkbladen EK/WK voetbal
9 Werkbladen met o.a.
- auditieve analyse
- woorden met de v
- tellen
- getallenrij
- seriëren
--> Download de werkbladen
Kleikaarten
Oefen het tellen en de getalsymbolen met deze leuke kleikaarten passend bij het EK of WK voetbal.
Getalkaarten
Getalkaarten in het thema 'voetbal' met de getallen 0 t/m 20.
Olympische Spelen
Woordkaarten Olympische Winterspelen
7 Woordkaarten passend bij de olympische winterspelen. Je kunt de woordkaarten tijdens kringactiviteiten gebruiken of in de schrijfhoek leggen (de woorden zijn wel moeilijk om na te schrijven).
Rol en kleur - Olympische Winterspelen
Glijd van de berg in je bobslee, op de ski's of op het snowboard. Gooi met de dobbelsteen en kleur net zoveel rondjes als het aantal ogen dat je gegooid hebt. Wie is het eerst beneden?
Of schaats je liever een wedstrijd op de schaatsbaan?
--> Download het dobbelspel voor de bobslee, ski's en snowboard
--> Dowload het dobbelspel op de schaatsen
Sport algemeen
Werkbladen sport
13 Werkbladen rondom sport met o.a.
- auditieve analyse
- visuele discriminatie
- woorden met de v van voetbal
- woorden met de s van sport
- tellen
- getallenrij
- seriëren
--> Download de werkbladen
Ideeën voor een gym- of spelles
De Stippelspelen - sport en spel op de speelplaats
De Stippelspelen komen uit het boek 'Igor Stippelkampioen'
Welkom op de Stippelspelen!
Organiseer gedurende een week Stippelspelen voor de kleuters.
Elke dag staat er een sport centraal die je tijdens het buiten spelen met de kleuters beoefent. Denk aan:
- hoogspringen
- verspringen
- hardlopen
- hordelopen
- gewichtheffen
- een bal tegen de muur laten stuiteren
- een bal in een korf gooien
- hockey door poortjes
- een bal over een net gooien
- paardrijden (met de paardenteugels)
De kinderen mogen de opdrachten die jij bij de sport geeft uitvoeren en kunnen daarna zelf gaan spelen of mogen de sport nog vaker beoefenen, als ze dat leuk vinden.
De onderstaande download bevat 5 opdrachtkaarten voor de Stippelspelen. Zo kun je het spel van de dag elke dag in de klas introduceren.
--> Download de kaarten voor de Stippelspelen
Wanneer je met de klas weer binnen bent, kleuren de kinderen een stip op hun stippelkaart. Je kunt ook een ronde sticker op de stip plakken. Gedurende de week verzamelen de kinderen 5 stippen.
Tip! Hebben de kinderen de Stippelspelen goed volbracht? Dan verdienen ze een medaille of kleine beker. De Action en Hema hebben erg leuke, goedkope medailles en bekers.
--> Download de lege stippelkaart
Deze lege stippelkaart kun je zelf opvullen met de 5 sporten die je wilt gaan spelen.
Schrijf de namen van de sporten klein om de stippels heen. Teken een symbooltje van elke sport in de stippels. Na het beoefenen van een sport mogen de kinderen een stippel inkleuren.
--> Download een ingevulde stippelkaart
Dit is een Stippelkaart voor de sporten verspringen, hardlopen, gewichtheffen, hockey en korfbal. Print de kaart uit en schrijf de namen van de sporten klein om de stippels heen.
Het Stippellied
Begin de Stippelspelen uiteraard met het Stippellied, dat je in het prentenboek vindt.
--> Beluister het Stippellied
--> Bekijk de bladmuziek van het Stippellied
De Stippelvlag
Maak de Stippelspelen extra leuk door de Stippelvlag op te hangen. Teken een vlag zoals in het prentenboek 'Igor Stippelkampioen' en hang deze elke dag op bij het spel dat gespeeld gaat worden. De kinderen weten dan: dit spel hoort bij de Stippelspelen.
De Stippelspelen - gymles
De Stippelspelen, dé wedstrijd voor gestippelde atleten. Ach, daar kunnen kleuters toch ook wel aan meedoen?
Organiseer je eigen Stippelspelen op school en verdien stippels op je Stippelkaart.
Deze download bevat een compleet uitgewerkte gymles in hoeken. De kinderen gymmen in groepjes en beoefenen verschillende sporten.
Tijdens of aan het eind van de gymles verdienen zij stippen op de Stippelkaart. Lees meer in de download.
Olympische gymles
Inleiding - warming up
De kinderen rennen achter de leerkracht door de zaal. Spring af en toe over een touwtje of mat.
Hoeken
Onderstaande activiteiten hebben allemaal iets te maken met de Olympische sporten. Zo werkt het mikken bij de kleuters in de hogere groepen naar het zo ver mogelijk werpen van iets toe (kogelstoten).
Het maken van een koprol leidt in de hogere groepen naar het maken van een salto en het springen over slootjes naar verspringen.
Kies een aantal activiteiten uit voor je hoekengymles.
Activiteit 1: Springen over touwtjes - atletiek, hordelopen
Nodig: touwtjes en pilonnen.
Uitvoering: Zet een parcours uit van touwtjes die in pilonnen hangen. Zet een pilon bij het beginpunt. Hier maken de kinderen een rij. Om de beurt rennen de kinderen over het parcours en springen over de touwtjes die ze tegenkomen.
Het gaat goed: Hang de touwtjes een beetje hoger.
Het lukt niet: Leg de touwtjes op de grond. Kan het kind er nu over springen?
Activiteit 2: Slootje springen - atletiek, verspringen
Nodig: matten
Uitvoering:
Leg een aantal matten een stukje uit elkaar. De kinderen springen over de matten. Ze mogen de vloer niet raken!
Het gaat goed: Leg de matten verder uit elkaar.
Het lukt niet: Leg de matten dichter bij elkaar.
Activiteit 3: Balanceren - turnen, de balk
Nodig: evenwichtsbalk
Uitvoering: Laat de kinderen van de ene kant naar de andere kant lopen.
Niveaus: Van breed naar smal.
Van laag naar hoog.
Van zonder naar met obstakels.
Het gaat goed: Zet een evenwichtsbalk klaar met een blokje in het midden. Laat de kinderen hier overheen stappen.
Het lukt niet: Laat de kinderen oefenen met lopen op een lijn in de zaal. Blijven ze netjes recht lopen?
Ja → laat de kinderen oefenen op een breed vlak en werk naar smaller toe.
Activiteit 4: Koprol - turnen, salto
Nodig: matten of lange mat
Uitvoering:
Leg de lange mat of kleine matten neer. De kinderen oefenen de koprol.
Het lukt niet: Leg
een springplak onder een mat, de kinderen maken een koprol vanaf een hellend vlak.
Activiteit 5: Mikken - atletiek
Nodig: pittenzakjes of ballen, bakken/korven/hoepels
Uitvoering: Mikken kun je op verschillende manieren oefenen. Hier enkele ideeën:
* Mik pittenzakjes of zachte ballen vanuit een hoepel in een bak/korf.
* Mik pittenzakjes tegen kranten die je in de gymzaal opgehangen hebt.
* Mik pittenzakjes vanuit het klimrek in een hoepel, bak of korf.
Activiteit 6: Stoeien
- worstelen
Nodig: matten en ballen
Uitvoering: Op elke mat zitten 2 kinderen op de knieën. Eén kind heeft de bal stevig vast. De kinderen buigen naar elkaar als teken dat de wedstrijd begint. Het andere kind probeert de bal af te pakken. De kinderen moeten op de mat blijven.
Het lukt goed: Neem eens een kleinere bal. Deze is moeilijker af te pakken.
Het lukt niet: Grotere bal/wissel van rol.
Activiteit 7:
Acrobatiek - turnen
Nodig: matten
Uitvoering:
2 Kinderen doen deze oefening. Ze maken een scooter. Dat gaat als volgt: Eén kind zit op handen en knieën op de grond. Een ander kind gaat op de rug van dit kind zitten, met de benen aan weerszijden van de rug en houdt de voeten een stukje van de grond.
Afsluiting
Wat lukte het best? De kinderen mogen iets wat ze tijdens de gymles geoefend hebben laten zien en kunnen zo een Olympisch diploma of medaille verdienen!
Igor Stippelkampioen
Guido van Genechten
De Stippelspelen is de allerbelangrijkste sportwedstrijd van de wereld voor gestippelde atleten. Igor heeft flink getraind dit jaar. Eindelijk gaat hij ook naar de Stippelspelen. Maar in welke sport zou zo'n piepkleine atleet uitblinken?
Igor Stippelkampioen is een erg leuk prentenboek om als leidraad te gebruiken tijdens het thema sport.
Hier vindt u een compleet uitgewerkte serie lesideeën bij dit boek, van kringactiviteiten tot knutselideeën, een leerarrangement 21st Century Skills en heuse Stippelspelen (zie tabblad 'Gymles').
Veel plezier!
Juf Els en juf Anke
Koop Igor Stippelkampioen en ga direct aan de slag!
Aanbieding van het boek
Benodigd materiaal
- Het boek ‘Igor Stippelkampioen'
- Een brief
- Een klein, Nederlands vlaggetje
Vóór het voorlezen
In de kring ligt een brief. Daarbij liggen het vlaggetje en het boek. De brief is een uitnodiging voor de Stippelspelen. Die komen er namelijk weer aan. Er wordt gevraagd het vlaggetje mee te nemen voor de opening van de Stippelspelen. Lees de brief (zogenaamd) aan de kinderen voor. Misschien is er een kleuter die al wat woorden kan lezen?
Voor wie zou de brief zijn? En wat zouden Stippelspelen zijn? Misschien vinden we het antwoord wel in het boek. We gaan eens kijken...
Bekijk de kaft van het boek samen met de kinderen.
Na het voorlezen
Stel de kinderen enkele vragen over het verhaal, zoals:
-
Weten we nu voor wie de brief bedoeld was?
- Voor wie zijn de Stippelspelen?
- Welke sporten zie je op de Stippelspelen?
- Hoe worden de Stippelspelen geopend en wat mag Igor dan doen?
- Igor is nog te klein om mee te sporten. Wat is zijn taak?
- Wat verdienen de atleten aan het eind van de Stippelspelen?
- Heb jij ook wel eens aan een wedstrijd meegedaan? Wat moest je toen doen?
Kringactiviteiten
Rekenen
De stippelrace - tellen, getalbeelden op de dobbelsteen
Nodig: 20 kleine cirkels, bijv. ronde vouwblaadjes, dobbelsteen, 2 afbeeldingen uit 'Igor Stippelkampioen', bijv. Igor en één van de andere atleten.
Leg de 20 vouwblaadjes (de stippels) achter elkaar in de kring. Dit is de hardloopbaan van de Stippelspelen. Igor en een andere gestippelde atleet lopen hier hun wedstrijd. Ze zijn klaar voor de start.
Leg de afbeeldingen van Igor en zijn tegenstander vóór de eerste cirkel.
Om de beurt mogen Igor en zijn tegenstander een stukje hardlopen. De kinderen gooien hiervoor met de dobbelsteen. Eerst voor Igor, dan voor de tegenstander. Wordt er 5 gegooid, dan mag Igor 5 stippels vooruit, wordt er 2 gegooid, 2 stippels etc.
Stel tijdens de race vragen als: wie staat er voor? Hoeveel staat .... achter? Hoeveel moeten we nu gooien om ervoor te zorgen dat .... voor staat? Hoe ver nog tot de finish?
Tip! Gooi met een dobbelsteen waar alleen 1, 2 of 3 stippen op staan om de race langer te laten duren.
Variatie: Leg op een aantal plaatsen stokjes of rietjes tussen de stippels. Dit zijn horden. Wanneer één van de hardlopers over een horde gaat, moeten de kinderen in de klas een opdracht doen. Dit kan het beantwoorden van een sportvraag zijn:
Welke sport beoefent Igor met een....
- korf
- stick
- goal
- shuttle
- cap
- badmuts
- helm
Stippelrace in de speelzaal - tellen, getalbeelden op de dobbelsteenNodig: 20 hoepels, dobbelsteen
De stippelrace in de speelzaal is dezelfde activiteit als hierboven beschreven, maar dan met kinderen i.p.v. afbeeldingen uit het boek.
Kijk hierboven voor extra tips en ideeën.
Leg 20 hoepels achter elkaar op de grond. Dit is de hardloopbaan. 2 Kinderen lopen een wedstrijd hard tegen elkaar. Zij gaan vóór de eerste hoepel staan. De andere kinderen komen naast de baan zitten. Zij mogen om de beurt met de dobbelsteen gooien. Eerst voor kind 1. Dit kind mag dat aantal hoepels vooruit lopen dat met de dobbelsteen wordt gegooid. Daarna wordt er voor kind 2 gegooid. Stel vragen als: wie staat voor? Hoeveel? Wat moeten we nu gooien om .... voor te laten staan? Hoe ver nog tot de finish?
Stippelkaartjes - telactiviteiten
Nodig: Stippelkaartjes
--> Download de stippelkaartjes
De stippelkaartjes zijn getalkaartjes met daarop Igor en de getallen 1 t/m 12. De kinderen kunnen, wanneer ze de getallen nog niet zo goed kennen, aan het aantal stippen op Igor zien welk getal er op het kaartje staat.
Enkele suggesties voor het werken met de stippelkaartjes:
* Leg de kaartjes in de juiste volgorde in de kring. Bedek telkens een kaartje. Welke gestippelde atleet is weg?
* Print de kaartjes twee keer uit en speel er memory mee.
* Print de kaartjes twee keer uit en deel ze uit onder de kinderen. De kinderen gaan op zoek naar het kind dat hetzelfde kaartje heeft.
* Voor de kleine kring: deel de kaartjes uit wanneer de kinderen nog aan tafel zitten. Vraag de kinderen in de juiste volgorde in de kring te komen zitten. Het kind met kaartje 1 moet naast jou komen zitten en het kind met kaartje 12.
* Geef 12 kinderen een stippelkaartje. Deze kinderen mogen op de stoel gaan staan. Zij houden het stippelkaartje duidelijk zichtbaar voor zich. De kinderen die geen kaartje hebben, doen de ogen dicht. Eén kind met kaartje stopt zijn kaartje weg en gaat zitten. De kinderen mogen weer kijken. Welk getal is weg?
* Leg de kaartjes midden in de kring. Laat de kinderen het juiste aantal voorwerpen bij elk kaartje leggen.
* Leg de kaartjes door elkaar in de kring. Maak de getallenlijn samen met de kinderen weer in orde.
* Ga naar de speelzaal. De kinderen staan verdeeld in de ruimte. Laat één kaartje duidelijk zien, bijv. de 3. De kinderen vormen groepjes van 3.
De roeiwedstrijd - tellen, getalbeelden op de dobbelsteen
Nodig: 2 afbeeldingen van de roeiboten uit het prentenboek, dopjes (bijv. van de Tel-Wel of het Pauwentelspel), een dobbelsteen
De roeiwedstrijd gaat beginnen! De 2 boten liggen klaar voor de start. De kinderen mogen dobbelen. Leg het aantal dopjes dat gedobbeld wordt in een rij neer. De eerste boot vaart deze afstand. Nu wordt er voor de tweede boot gedobbeld. Weer wordt dat aantal dopjes neergelegd en vaart de boot.
Leg een stuk verderop een lijntje dat de finish aangeeft. Welke roeiboot komt het eerst over de finish?
Stel tijdens de activiteit vragen die de kinderen aanzetten tot nadenken, zoals: wie ligt er voor? Hoe ver ligt deze boot voor? Wat moeten we nu gooien om de andere boot voorop te laten liggen? En om de boten gelijk te laten liggen. Kan deze boot in de volgende worp de finish halen? Waarom wel of niet?
Zwaar en licht - wegen
Nodig: balans, verschillende voorwerpen om te wegen
Op de Stippelspelen wordt ook aan gewichtheffen gedaan. Voor Igor is dit nog moeilijk, hij is nog niet zo sterk.
Biedt de begrippen zwaar en licht in de kring aan. Doe dit met behulp van de balans. Leg een aantal voorwerpen in de kring en weeg ze. Wat is het zwaarst? Welke voorwerpen zijn licht? Wat denken jullie dat het zwaarst zal zijn, de auto of het poppetje? Leg alle voorwerpen in de juiste volgorde, van licht naar zwaar.
Knutselen
Igor borduren
Vergroot een afbeelding van Igor uit het prentenboek en trek deze over op een wit A4-vel of teken Igor zelf.
Zet punten op de buitenste lijn. Op deze punten gaan de kinderen prikken en later borduren.
Igor vouwen - 16 vierkantjes
Deze leuke Igor is van juf Janet
Igor vouwen - rechte vouw
Juf Sandra maakte deze mooie Igor.
De kleuters maakten Igor zelfstandig na.
Igor verven
De eerste Igor is op het verfbod gemaakt. De Igors op de tweede afbeelding zijn met wasco getekend en met waterverf opgevuld.
Igor tekenen
Igor stempelen
De illustraties in het boek 'Igor Stippelkampioen' zijn gestempeld. Een leuke techniek, die de mooiste gestippelde atleten oplevert.
Stempel Igor en zijn vriendjes zelf. Dit kan bijvoorbeeld met een halve aardappel (in de lengte doorgesneden), een stuk spons dat je in de juiste vorm knipt, kurken, wattenstaafjes etc.
Knutsel een dobbelsteen
In 'Igor Stippelkampioen' kom je overal stippen tegen. Waar kom je nog meer stippen tegen? Onder andere op een dobbelsteen. Knutsel je eigen dobbelsteen van stevig papier.
Tip! Zoek op Google naar de uitslag van een dobbelsteen of kubus.
Motorische oefening
In de roeiboot - voorbereidend schrijven
Teken een roeiboot op een A3-vel. De kinderen mogen Igor samen met zijn teamgenootjes in de boot tekenen of verven.
Daarna maken de kinderen met een blauwe stift, wasco, kleurpotlood of verf zoveel mogelijk golven in het water (de golvende schrijfbeweging).
Werkbladen
Het Stippelboekje
Het Stippelboekje bevat 9 werkbladen rondom stippels en tellen.
--> Download het Stippelboekje
Stippelrace
Deze download bevat 2 leuke spelletjes om in een klein groepje te spelen. De kinderen oefenen het tellen en de getalbeelden op de dobbelsteen.
* Stippelrace: Gooi met de dobbelsteen en race zo snel mogelijk naar de finish! Elk kind krijgt een blad met daarop de stippelrace, ieder een andere kleur. De kinderen gooien om de beurt met de dobbelsteen en mogen het aantal stippels gelijk aan het getal dat ze gegooid hebben inkleuren. Wie heeft het eerst alle stippels ingekleurd?
* Rol de dobbelsteen: Alle kinderen krijgen het blad 'Rol de dobbelsteen'. Ze gooien om de beurt met de dobbelsteen en kleuren het getal dat ze kleuren in op hun lieveheersbeestje. Wie heeft het eerst alle getallen ingekleurd? Gooit een kind een getal dat al ingekleurd is, dan gaat de beurt voorbij.
--> Download de stippelspelletjes
Leerarrangement 21st Century Skills
Voor de opleiding 21ste Century Skills hebben mijn collega Els en ik een leerarrangement voor kleuters ontwikkeld. We hebben gekozen voor activiteiten rondom Igor Stippelkampioen, omdat we ons arrangement tijdens de Kinderboekenweek uit gaan voeren.
Vaardigheden die in de 21ste eeuw belangrijk zijn en waar het dus ook om draait in ons leerarrangement zijn: samenwerken, kennis construeren en probleemoplossend en creatief denken. De vaardigheden ICT bij het leren en planmatig werken komen in mindere mate aan bod, omdat wij vinden dat dit vaardigheden zijn die minder bij kleuters passen.
Op naar de Stippelspelen
Gedurende een week introduceren we welke dag 1 'probleem' in de kring. We willen de kinderen veel mee laten denken, dus houden onze vraag heel open. Denk aan vragen als:
- Wat moet er allemaal gebeuren?
- Hoe gaan we dat nu regelen?
- Wat nu?
De kleuters overleggen wat zij willen gaan doen en hoe ze dat gaan doen.
Vervolgens gaat een groepje kleuters tijdens de werkles met het 'probleem' aan de slag. Dit is elke dag een ander groepje, zodat alle kleuters aan het eind van de week een 'probleem' opgelost hebben.
Lees het prentenboek 'Igor Stippelkampioen' vooraf voor.
Tip! Maak een Igor om gedurende deze week te gebruiken. Dit kan een Igor van karton zijn of een knuffel van een lieveheersbeestje. Dat maakt de 'problemen' extra echt.
Dag 1 - Naar de Stippelspelen
Voorbereiding
* Zoek een klein koffertje of kinderreistas.
* Leg een heleboel sportattributen van allerlei afmetingen in de huishoek (kleding, bal, tennisbal, hockeystick, racket, shuttle, zwemvliezen e.d.). Zorg ervoor dat hier ook reisbenodigdheden liggen, zoals een pyjama, een tandenborstel, een boek, een handdoek etc.
Igor is uitgenodigd voor de Stippelspelen. De Stippelspelen zijn ver weg, in een ander land. Igor wil er graag naartoe. Wat nu?
(Laat de kinderen overleggen en vertellen tot ze komen op het idee van 'het vliegtuig', 'vlucht boeken' o.i.d.)
Van de vliegtuigmaatschappij mag Igor 1 koffertje meenemen. Dat koffertje mag zo groot zijn (laat het koffertje zien).
Welke spullen kan Igor meenemen? Ga met een groepje naar de huishoek en pak het koffertje voor Igor in.
- Igor gaat één week
- het is mooi weer in het land van de Stippelspelen
- Igor wil aan veel sporten meedoen
Na de werkles mogen jullie vertellen wat Igor meeneemt naar de Stippelspelen.
De kinderen zullen ontdekken dat lang niet alle spullen in het koffertje passen. Zo kan de hockeystick niet mee en is ook een badmintonracket te groot. Wat hebben de kinderen wel ingepakt? Maak samen een foto van het ingepakte koffertje.
Dag 2 - In de stad
Igor heeft lang in het vliegtuig gezeten, maar hij is op de plaats van bestemming aangekomen. Een grote stad in een warm land. Igor zal hier een week verblijven. Wat nu? (Laat de kinderen overleggen en vertellen tot ze komen op het idee van 'het zoeken naar een plaats om te overnachten').
Igor moet ergens slapen. Hoe ziet zijn slaapplaats eruit?
(Dit kan een hotel zijn, maar ook een camping, een pension, een huisje. De kinderen maken de slaapplaats van Igor. Ze bepalen zelf hoe ze dat doen. Met klei, in de bouwhoek, met kleine blokken, knutselen, tekenen...)
Een groepje kinderen gaat aan de slag en laat na de werkles aan de klas zien waar Igor slaapt.
Hier maken we een foto van.
Dag 3 - Hmmm!
Igor heeft honger. Wat nu?
Een groepje kinderen zorgt er tijdens de werkles voor dat Igor te eten krijgt. Hoe, dat mogen ze zelf bedenken. Laat na de werkles aan de klas zien wat/waar Igor eet. Hier maken we een foto van.
Dag 4 - Groot nieuws!
Igor is op de Stippelspelen. Natuurlijk komen deze belangrijke spelen ook in de krant én... Igor staat op de foto.
Wat is Igor aan het doen?
Na de werkles maken we een foto van Igor op de Stippelspelen. Deze foto komt in de krant. Hoe kunnen we regelen dat Igor in de krant komt?
(de kinderen kunnen gaan tekenen, maar ze kunnen ook een levensechte situatie nabouwen met blokjes en playmobil. Kunnen de kinderen zelf met een idee komen?)
Het Stippelbad van de andere kleutergroep
De Stippelkrant
Dag 5 - De prijsuitreiking
Igor heeft een prijs gewonnen! Hij is er heel trots op. De prijs gaat in het vliegtuig mee naar huis. Maar... zo'n prijs is wel breekbaar. Igor wil natuurlijk dat zijn prijs heel thuis aankomt. Geef het koffertje aan een groepje kinderen. Hoe nemen we de prijs én de spullen van Igor weer mee naar huis?
Laat na de werkles zien welke oplossing jullie bedacht hebben. Hier maken we samen een foto van.
Kralenplanken