Gratis lesideeën, inspiratie en downloads voor kleuters vind je op Jufanke.nl

Juf Anke, leerkracht van een kleutergroep en eigenaar van Jufanke.nl
Over Juf Anke

Leuk dat je mijn site bezoekt! Ik ben Anke van Boxmeer, leerkracht op basisschool Roald Dahl in Sint-Michielsgestel. Sinds 2005 deel ik lesmateriaal op jufanke.nl. Ik wil hiermee inspireren en enthousiasmeren. Daarnaast ben ik werkzaam als (educatief) auteur voor Kleuteruniversiteit, verschillende vakbladen en uitgeverijen. Ook schreef ik mee aan twee boeken: Hallo allemaal! en Spelen met prentenboeken.
Foto: Merel van Dooren

Mijn projecten geschreven voor Kleuteruniversiteit vind je hier

  • Inspiratie
  • Telliedjes
  • Tellen & getalbegrip
  • Meten & meetkunde
  • Downloads


Rekenen met kleuters | Ideeën en inspiratie

Aanbodsdoelen rekenen-wiskunde

De aanbodsdoelen rekenen-wiskunde van het SLO bestaan uit zes domeinen (2019):

- getallen, getalbegrip (tellen en de getallenrij)
- getallen, bewerkingen (hoeveelheden verdelen, hoeveelheden handelend optellen, aftrekken en splitsen)
- verhoudingen (o.a. verhoudingsgewijs vergelijken en ordenen)
- verbanden (staafdiagrammen, beelddiagrammen en tabellen)
- meten (getalsmatige kant van het meten van een eigenschap)
- meetkunde (voorstellingsvermogen en ruimtelijk redeneren)

--> Download de inhoudskaart rekenen-wiskunde

aanbodsdoelen, leerlijn, rekenen, wiskunde, kleuters, groep12
Bron: SLO

Spelend de buitenwereld ontdekken
Review: Natuurlijk, buiten rekenen! - Rekenactiviteiten voor jonge kinderen

Kinderen ontdekken de wereld spelend. Zonder dat ze het in de gaten hebben leren ze de hele dag: ze tellen, meten, vergelijken, rijmen, zien letters, vertellen verhalen en nog zoveel meer. Als leerkracht gaan we op zoek naar betekenisvolle activiteiten. We bieden de kinderen van alles aan om ze iets te leren. Meestal binnen, in de kring of tijdens het spelen in de hoeken en het werken met materialen aan tafel. Maar wat als alles er al ís? Als je het niet meer zelf hoeft te verzinnen? Je moet het alleen nog ontdekken.


In Natuurlijk, buiten rekenen! trekt de auteur, Juliet Robertson, eropuit. Naar buiten! is haar motto. Daar valt zoveel te ontdekken, daar is zoveel te beleven én te leren. Als je goed luistert en kijkt ligt je lesmateriaal voor je voeten. Juliet Robertson gaat uit van het natuurlijke leergedrag van jonge kinderen. Ze leren door te spelen. Ze zijn verwonderd over de natuur, doen ontdekkingen en leggen verzamelingen aan. Ze klimmen in bomen en graven kuilen in de zandbak. Spelenderwijs komen allerlei rekenkundige concepten voorbij. We zijn als leerkracht geneigd steeds de interactie met de kinderen op te zoeken en hun leerproces te versterken door het gesprek aan te gaan. Het is beter om daarmee te stoppen. Leun achterover, observeer wat de kinderen doen en denk na over het rekenen dat je ziet.

Het boek start met achtergrondinformatie over de rekenontwikkeling van het jonge kind en antwoorden op praktische vragen die je kunt hebben voordat je met het buiten rekenen aan de slag gaat. De verschillende rekengebieden komen voorbij met theoretische informatie waarna héél veel praktische tips volgen. Dit zijn leuke spellen en activiteiten die je vaak zonder enige of met weinig voorbereiding kunt doen. Het is fijn dat het boek je rekenkennis nog eens opfrist en tijdens het lezen van de theorie en de praktische tips krijg je vanzelf nieuwe ideeën. Ik zie onze buitenruimte al voor me, met een cijferboom in de binnentuin, een kledinghangerweegschaal, eierdozen voor de verzamelaars, touwen in verschillende lengtes en meetstokken van een meter lang.

Van Natuurlijk, buiten rekenen! word ik blij. Dit boek gaat uit van het kind. Het volgt het kind en sluit aan. Als leerkracht observeer je wat er gebeurt met een rekenbril. Vervolgens sluit je aan op dat wat leeft bij de kinderen en je breidt uit. Dit alles gebeurt buiten, in een natuurlijke omgeving met natuurlijk materiaal, dat gewoon voorhanden is. En wat kun je daar ontzettend veel mee, weet ik na het lezen van dit boek. Dan moet je natuurlijk wel een speelplaats hebben die wat meer biedt dan alleen stoeptegels, of een bos(je), park of grasveld in de buurt. Maar ook wandelingen door het dorp of de wijk worden na het lezen van dit boek heuse ontdekkingstochten vol rekenkansen.

Met de activiteiten uit dit boek speel én reken je de hele dag, het hele jaar door. Want ook als het slecht weer is, kun je naar buiten en juist dan doe je nieuwe ontdekkingen. Voor mij voelt dit heel natuurlijk. In de natuur, daar horen we te zijn en spelen, dat is wat het jonge kind hoort te doen. Natuurlijk gaan we buiten rekenen!

Natuurlijk, buiten rekenen!
Rekenactiviteiten voor jonge kinderen
Juliet Robertson, bewerking o.l.v. Liesbeth van Waas
Bazalt Educatieve Uitgaven
--> Bekijk het boek

Tips voor beginnende gecijferdheid
& het aankleden van je lokaal

* Zorg voor veel getallen in en om je lokaal. Maak een "getallenlijn" met in ieder geval de getallen t/m 15 en hang losse getallen op in het lokaal. Hangen er 2 schilderijen naast elkaar aan de muur? Hang daar dan het cijfer 2 bij. Heb je 10 kapstokken aan één muur, hang daar dan het getal 10 bij, het je 5 plantjes voor het raam staan, hang daar dan het cijfer 5 bij enz. Zo is er vanalles te nummeren en te tellen!
* Integreer getallen in de hoeken. Denk aan het prijzen van spullen in het winkeltje, een klok in de huishoek, een agenda in de huishoek etc.
* Zorg voor voldoende gezelschapsspelletjes in je klas. Zo leren de kinderen getalbeelden op dobbelstenen herkennen, stappen zetten (tellen) op een spelbord en getallen herkennen (bijv. bij het spel Uno).
* Zorg voor een variatie in aanbod in je zand- en watertafel. Maak eens een zand-/ of watertafel met allerlei soorten maatbekers erin of een zandtafel die gericht is op het wegen van zand.
* Start de kring af en toe met een getallenopdracht. Bijvoorbeeld: pak je stoel en ga op volgorde van leeftijd zitten. Of geef de kinderen allemaal een getal in de hand en geef de opdracht dat ze op volgorde moeten gaan zitten. Geef de oudste kleuters hogere getallen en de jongste kleuters de makkelijkere getallen of kaartjes waarop bijv. 5 ballonnen staan voor het getal 5.

Getallenlijn

cijfers, kleuters, getallen, rekenen, tellen, getalbegrip, getallenlijn

Print de kaartjes op stevig papier. Knip alleen over de buitenste lijnen en vouw de kaartjes in drieën. Plak de randjes vast met plakband of een klein beetje lijm. Hang de kaartjes als driehoeken aan een lijn in de klas. Begin bijvoorbeeld met de getallen aan de voorkant.
Draai het getal dat je hebt aangeboden weg. Nu zien de kinderen de illustratie. Welk getal zit erachter verstopt?

--> Download de neutrale getallenlijn
--> Download de getallenlijn met Pompom
--> Download de getallenlijn met Raai

getallenlijn, kleuters, cijfers, getallen, inrichting getallenlijn, kleuters, cijfers, getallen, inrichting getallenlijn, kleuters, cijfers, getallen, inrichting

Getallen aanbieden in de kleutergroep

Voor het Praxisbulletin schreef ik een artikel over het aanbieden van getallen in de kleutergroep. In het artikel lees je hoe je een getal aan kunt bieden en geef ik suggesties om met getallen aan de slag te gaan.
--> Lees het artikel 'Genieten met getallen'

cijfers, kleuters, getallen, rekenen, tellen, getalbegrip

cijfers, kleuters, getallen, rekenen, tellen, getalbegrip

cijfers, kleuters, getallen, rekenen, tellen, getalbegrip

Getallenfeest

Vier een getallenfeestje waarbij de kinderen naar getallen op zoek gaan en bij elk getal een passend spel spelen.
De download bevat uitgewerkte spellenkaarten met de beschrijving van de spellen en aftekenkaarten voor de kinderen met daarop de getallen t/m 10 en t/m 12.

--> Download het getallenfeest

getallenfeest, cijfers, kleuters, getallen, rekenen, tellen, getalbegrip getallenfeest, cijfers, kleuters, getallen, rekenen, tellen, getalbegrip

Activiteiten met getalkaarten

Onder het kopje 'downloads' (zie boven) en bij verschillende thema's op de site vind je getalkaarten met daarop de getallen 0 t/m 20. Handig om de getalsymbolen te leren kennen en om het koppelen van getallen aan hoeveelheden te oefenen. Print de getalkaartjes en lamineer ze.

getalkaarten, kleuter, tellen, rekenen, hoeveelheden, getalherkenning getalkaarten, kleuter, tellen, rekenen, hoeveelheden, getalherkenning

Suggesties voor activiteiten met de getalkaarten:

* In de juiste volgorde in de kring De kinderen zitten aan tafel. Iedereen krijgt een getalkaartje. De kinderen krijgen de opdracht om in de kring te komen zitten op de juiste volgorde. Getal 1 moet naast de juf zitten, daarnaast 2, dan 3 etc. en het laatste getal, getal nummer... zit ook weer naast de juf. De kinderen zullen naar je toe komen om te vragen waar ze moeten zitten. Vertel ze dat ze hulp mogen vragen van klasgenootjes. Jij zegt niks. Er zullen altijd kinderen zijn die gaan regelen.
Als iedereen zit vertellen de kinderen één voor één welk getal ze hebben en steken dit omhoog. Zitten we allemaal goed? Zo niet, welke kinderen moeten nog wisselen? Speel het spel nog een keer.

* De getallenrij De kinderen zitten in de kring. Jij hebt de getalkaartjes vast. Je laat een willekeurig kaartje zien en legt dit kaartje in de kring. Daarna laat je het volgende kaartje zien. Waar zou dit kaartje moeten liggen. Maak samen een getallenrij van alle kaartjes in de kring.

* Hoeveel is het? Koppel hoeveelheden aan de getallen. Leg een aantal getalkaartjes in de kring en leg hier voorwerpen bij. In de herfst leggen de kinderen eikels bij de getallen, met Sinterklaas pepernoten en met Pasen paaseieren.

* Wat is weg? Leg de getallen in de juiste volgorde in de kring. De kinderen doen de ogen dicht. Haal een getal weg of verwissel twee getallen. Kunnen de kinderen ontdekken wat er niet goed is?
Speel dit spel ook een keer met alleen de even of de oneven getallen.

* Wat is bedekt? Leg de getallen in de juiste volgorde in de kring. Gebruik een handpop waar de kinderen aan vertellen welke getallen ze zien. De handpop speelt een verstopspelletje met de kinderen. Hij gaat op één of meerdere getallen liggen. Welke getallen zijn bedekt?

* Spring! Maak een stapeltje van de getalkaartjes. Stop hier één kaartje tussen met daarop een kind dat de lucht in springt. Flits de getalkaartjes. De kinderen zeggen welk getal ze zien. Wanneer de kinderen het 'spring' kaartje zien, springen ze hoog de lucht in.
Variatie: spreek met de kinderen af dat het getal van de week het kaartje is waarbij ze mogen springen. Bijvoorbeeld elke keer als de kinderen de 5 zien, springen ze de lucht in.
--> Download de 'spring' kaartjes

* Rennen naar getallen Hang enkele getalkaartjes zichtbaar op in de speelzaal. Noem een getal of laat een hoeveelheid zien (bijv. door te flitsen met je vingers of door een getalbeeld op een grote dobbelsteen te laten zien). De kinderen rennen naar het getal dat ze zien.

* Groepjes maken De kinderen lopen door de speelzaal. Jij laat een getal zien. De kinderen vormen groepjes gelijk aan het getal dat ze zien.

* Getallenmemory Print de getalkaartjes twee keer uit. Leg ze op de kop in de kring en speel memory. Het is ook leuk om memory met de getallen en de bijbehorende hoeveelheden te spelen. Stop de getalkaartjes van de getallen 1 t/m 10 onder een bekertje en stop hoeveelheden, bijv. fiches onder bekertjes. Zoek het getal bij de juiste hoeveelheid.

* Zoek je maatje Print de getalkaartjes twee keer uit. De kinderen zoeken het kind met hetzelfde getal en gaan naast elkaar in de kring of op de grond zitten.
Variatie: Gebruik de getalkaartjes en kaartjes met daarop het getalbeeld (bijv. stippen of vingers die een aantal aangeven). De kinderen zoeken het getal bij het getalbeeld. Laat de kinderen ook eens van kaartje wisselen en speel het spel dan opnieuw.

* Verstoppertje Dit spel is vooral leuk wanneer de afbeeldingen op de getalkaartjes zich voor verstoppertje lenen, bijv. het verstoppen van paaseieren, de sprookjeskaartjes met daarop de 7 geitjes etc.
De kinderen zitten in de kring en hebben hun getalkaartje zichtbaar in de hand. De getallen staan in de juiste volgorde.
De kinderen doen de ogen dicht. Jij tikt één kind aan. Dit kind verstopt zich met het kaartje. Dan mogen de kinderen weer kijken. Welk getal is verdwenen? De kinderen moeten gaan tellen of naar hun eigen getal kijken en verder-/terugtellen om dit te weten te komen. Wanneer de kinderen een getal noemen kijken we of dit getal terug komt. Wordt het juiste getal genoemd, dan komt het kind dat dit kaartje heeft weer in de kring zitten.
Breid dit uit door meerdere kinderen in één ronde aan te tikken. Zij verdwijnen en wanneer hun getal genoemd wordt, komen ze terug in de kring.

* Het geheime getal Jij neemt een getal in gedachten. In dit voorbeeld 18. De kinderen gaan allemaal op hun stoel staan, met hun getalkaartje zichtbaar in de hand. Ze mogen het geheime getal raden. Als een kind 20 raadt, zeg jij 'lager' en moeten alle kinderen die 20 of hoger dan 20 hebben gaan zitten. Nu raadt een kind 5. Jij zegt 'hoger' en alle kinderen die 5 of lager hebben gaan zitten. Wie raadt het getal?
Je kunt het spannend maken door te zeggen dat de kinderen het getal moeten raden, voordat er nog maar één kind over is. Wanneer er nog maar één kind staat, heeft dit kind natuurlijk het juiste getal vast. Dan heb jij gewonnen. Raden de kinderen het getal eerder, dan wint de klas.
Zorg ervoor dat de kinderen hun getal goed zichtbaar vast blijven houden. Zo kunnen de kinderen de telrij en getalsymbolen tijdens dit spel goed oefenen.
--> Merk je of denk je dat de kinderen deze activiteit nog lastig vinden, speel dan eerst een keer het spel Kikker & Haas. Dit spel maakt de activiteit inzichtelijk.

* Mep! Speel het spel 'Mep!' met een groepje kinderen. Zorg voor een stevige vliegenmepper voor elk kind. Er zijn leuke bloemenmeppers verkrijgbaar bij Blokker. Leg een aantal getalkaarten open op een tafel. Bepaal van tevoren welke getallen je gebruikt (tot 5, tot 10, tot 15). Gooi met de dobbelsteen of met twee dobbelstenen en laat de kinderen kijken wat er gegooid is. De kinderen gaan op zoek naar het bijbehorende getal en slaan hierop met de mepper. Het kind dat het eerst slaat, legt het getalkaartje met het getal naar beneden voor zich neer. Dobbel opnieuw. Wanneer er een aantal gegooid wordt, waarvan het bijbehorende getal al bij een kind ligt, mogen de kinderen op dit omgedraaide kaartje meppen om het af te kunnen pakken. De kinderen krijgen het kaartje alleen als dit getal hier daadwerkelijk ligt.

Variaties:
- Print de getalkaarten op zes verschillende kleuren papier. Gebruik kleuren papier die ook op een kleurendobbelsteen staan. Dobbel nu met een dobbelsteen met stippen en een kleurendobbelsteen.
- Gebruik getalkaarten waar ook de aantallen op afgebeeld staan, voor kinderen die de getalsymbolen nog niet kennen.
- Laat de kinderen meppen op het getal dat één meer of één minder is.
- Speel het spel 'Mep!' met letters in plaats van met getallen.

* Kaartjes terugleggen De kinderen zitten in de kring (op volgorde van de getallen) en hebben hun getalkaartje vast. Jij noemt een getal. Dit kind mag zijn/haar getalkaartje in de kring komen leggen. Wanneer een kind zijn getal niet herkent of niet reageert, zullen de buren dit misschien wel opmerken. Je kunt immers tellen wie welk getal heeft.

De cijfertafel en het cijferboek


De Rekenvogel - handpop

Gebruik een handpop bij rekenactiviteiten. Laat de handpop vragen aan de kinderen stellen en laat hem de kinderen om oplossingen voor rekenproblemen vragen.
Deze kleurrijke vogel is de Rekenvogel. De Rekenvogel vertelt de kinderen wat ze gaan oefenen/leren en geeft opdrachten. Hij denkt mee en komt af en toe met een heel fout antwoord. De kinderen zijn meteen betrokken!

rekenen, handpop

Rondvliegende dobbelstenen

Rondvliegende dobbelstenen? Nu niet meer! De kinderen schudden met het bakje en zetten het dan omgekeerd op tafel. Lijm het deksel eventueel vast. Of laat de kinderen op een (vaat)doekje gooien, geen kabaal.

kleuters, rekenen, dobbelstenen


Tel- en rekenliedjes

Getallenlied
Vijf, vijf, ken je 'm al.
Dat is echt een mooi getal.
Vijf, vijf het is fijn
dat jij ons getal mag zijn!

Vijf appels in de bomen
vijf koeien in de wei
vijf meisjes in een rijtje
van vijven word ik blij!

Vijf, vijf ken je 'm al.
Dat is echt een mooi getal.
Vijf, vijf het is fijn
dat jij ons getal mag zijn!

Met dit lied kun je eindeloos variëren. Je kunt steeds een ander getal invullen, maar ook de tekst van het middengedeelte kun je steeds veranderen, bijvoorbeeld:

Acht peren in de bomen
acht schapen in de wei
acht juffen in een rijtje
van achten word ik blij!
Door: Liesbeth van den Berg

--> Bladmuziek van het getallenlied
--> Getallenlied ingezongen
--> Instrumentale versie

Eén – Helemaal alleen
Eén, één, helemaal alleen
en is hij weg, dan heb je er geen een.
Eén, één eendje in de zee
komt er één bij, dan heb je er twee.
Door: Liesbeth van den Berg

--> Bladmuziek

Twee - Sokkenliedje
Eén paarse sok hangt aan de lijn.
Waar zou toch die andere zijn?
Zoeken jullie met me mee?
Heeft er iemand een idee?
Door: Liesbeth van den Berg

--> Bladmuziek

Drie – Drie biggetjes
Er waren eens drie biggetjes,
ze zaten op een hek.
Toen viel er eentje af,
dat was een beetje gek.
Toen waren er nog twee
en twee dat is een paar,
maar eentje viel omlaag
dat was een beetje raar.
Eén biggetje op het hek
hij zat daar heel alleen.
Toen viel hij naar beneden
oh, toen was er geen!
Door: Liesbeth van den Berg

--> Bladmuziek

Tien – Wat heb je gezien?
Kijk eens heel goed wat hier ligt.
Doe je ogen nu maar dicht.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
wat had jij zojuist gezien.
Door: Liesbeth van den Berg

--> Bladmuziek

Elf – Van één tot tien
We tellen zacht van één tot tien.
Tel nu maar mee en laat je vingers zien.
Na tien, wat komt er dan?
Roep maar, zo hard je kan.
Door: Liesbeth van den Berg

--> Bladmuziek

Twaalf – Hoe laat is het?
Bim bam hoe laat is het.
heb jij wel goed opgelet.
Ik heb een heel goed idee:
Tel maar met me mee!
Door: Liesbeth van den Berg

--> Bladmuziek

Eén aapje in de slagroom
Eén aapje in de slagroom
twee beren vol met zeep
drie geiten in een pudding
vier zebra's zonder streep
vijf neushoorns met een feestneus
zes wolven in de trein
en zeven dikke kikkers die snipverkouden zijn.

Acht zingende giraffen
wel negen kangoeroes
en tien gestampte muisjes
die dansen voor de poes
en zing je vaak dit liedje
dan leer je bovendien
eenvoudig alle cijfers
van één, twee, drie tot tien!
Uit: Het grote liedjesboek

Tel eens...
Tel eens hoeveel sprietjes je kunt vinden in het gras
tel eens hoeveel druppels je kunt vangen in een glas
tel eens hoeveel sterren boven aan de hemel staan
en hoeveel mensen snurken als ze 's avonds slapen gaan.

Tel eens alle korrels in een schepje vol met zand
tel eens hoeveel schelpjes je kunt vinden op het strand
tel eens hoeveel mieren kunnen wonen in een hoop
dan raak je bij het tellen echt ontzettend in de knoop.
Uit: Het grote liedjesboek

De zevensprong
Heb je wel gehoord van de zeven, de zeven
heb je wel gehoord van de zevensprong?
Ze zeggen dat ik niet dansen kan
ik kan dansen als een edelman.
Dat is één, dat is twee, dat is drie, dat is vier,
dat is vijf, dat is zes en dat is zeven!

Eén: rechtervoet stap naar voren
Twee: linkervoet stap naar voren
Drie: knielen met rechterknie
Vier: knielen met linkerknie
Vijf: rechterelleboog op de grond
Zes: linkerelleboog op de grond
Zeven: hoofd buigen naar de grond

Van één tot tien - versje
Eén konijntje met zijn oren in de knoop
twee kabouters met hun billen in de stroop
drie slakken op een hoofd met weinig haar
vier sappige augurken in een oude kandelaar.

Vijf bakkers met een kikker in hun brood
zes dames met een monster op hun schoot
wel zeven beren op een rode autoped
en acht Bengaalse tijgers in een super-stapelbed.

Negen spinnen in de zakken van je jas
tien blote krokodillen in het gras
en wanneer je dit straks zingen gaat in bad
dan heb je alle cijfertjes van één tot tien gehad!
Uit: Het grote versjesboek

Aftelliedjes en -versjes

Vijf kleine konijntjes (1)
Eén klein konijntje zit heel tevree
ik tover er één bij,
nu zijn het er twee.
Twee kleine konijntjes op mijn knie
ik tover er één bij,
nu zijn het er drie.
Drie kleine konijntjes zie je hier
ik tover er één bij,
nu zijn het er vier.
Vier kleine konijntjes uit de hoed
ik tover er één bij,
nu zijn het er vijf en dat is precies goed!

Vijf kleine konijntjes (2)
Vijf kleine konijntjes zie je hier
één springt er weg
nu zijn er nog vier.

Vier kleine konijntjes op mijn knie
één springt er weg
nu zijn er nog drie.

Drie kleine konijntjes zitten heel tevree
één springt er weg
nu zijn er nog twee.

Twee kleine konijntjes kijken om zich heen
één springt er weg
nu is er nog maar één.

Eén klein konijntje is helemaal alleen
hij springt weg
nu is er geen een!

7 Kleine geitjes
7 Kleine geitjes alleen in huis
daar komt de wolf en moeder is niet thuis
hap, hap, hap, wat een pech
geitje nummer 1 is weg!

6 Kleine geitjes alleen in huis
daar komt de wolf en moeder is niet thuis
hap, hap, hap, wat een pech
geitje nummer 2 is weg!

5 Kleine geitjes... enz.

1 Klein geitje alleen in huis
daar komt de wolf en moeder is niet thuis
maar nu heeft de wolf verdriet,
't laatste geitje vindt hij niet!

10 Kleine visjes
10 Kleine visjes die zwommen naar de zee
da's goed zij de moeder, maar ik ga niet mee
ik blijf liever in die vieze oude sloot,
want in de zee zwemmen haaien en die bijten je
blub, blub, blub, blub, blub, blub.

9 Kleine visjes die zwommen naar de zee
da's goed zij de moeder, maar ik ga niet mee
ik blijf liever in die vieze oude sloot,
want in de zee zwemmen haaien en die bijten je
blub, blub, blub, blub, blub, blub.

8 Kleine visje... enz.

1 Klein visje dat zwom naar de zee
da's goed zei de moeder, maar ik ga niet mee
ik blijf liever in die vieze oude sloot
want in de zee zwemmen haaien en die bijten je... BLUB!

5 Kaboutertjes
5 Kaboutertjes die dansten in het bos
één gaat er weg, op visite bij de vos.
4 Kleine kaboutertjes die dansten in het bos
één gaat er weg, om te slapen in het mos.
3 Kleine kaboutertjes die dansten in het bos
één gaat er weg, want zijn vetertje zit los.
2 Kleine kaboutertjes die dansten in het bos
één gaat er weg, want die werd moe van dat gehos.
1 Kleine kaboutertje danst nu helemaal alleen
hij kruipt vlug in zijn paddenstoel
en nu zie je er geen één.

De rondedans van de konijntjes
Op de wijs van: Ik stond laatst voor een poppenkraam
Er waren vier konijntjes, zo, zó klein
zij maakten samen een rondedans, piek, piekfijn
konijntje vier, kom jij eens hier
en doe eens wat voor ons plezier
(één kind maakt een beweging)
Toen waren er nog drie (3x).

Er waren drie konijntjes, zo, zó klein
zij maakten samen een rondedans, piek, piekfijn
konijntje drie, kom jij eens hier... enz.

Telversjes

Zes – Stippen op een dobbelsteen
Ik gooi met mijn dobbelsteen
waar rolt hij heen?
Wordt het de één, de twee of de drie?
is het vier of vijf wat ik zie?
Nee, ik weet het nu heel snel
drie en drie is wat ik tel.
Hoeveel stapjes mag ik nu vooruit?
Tel jij dat maar eens uit!

Zeven – Zeven
We gaan zeven,
wacht eens even,
liggen er zeven zeven op een rij?
tel maar mee met mij.
Eén, twee, drie, vier...
hoeveel zeven zie je hier?
Vijf en zes er ook nog naast
welke zeef komt nu het laatst?

Acht – Een dorpje, zo speciaal
Een deftige meneer vist naar gouden visjes bij het meer.
Op straat rent een kleine meid, ze is haar olifant kwijt.
Een dik varkentje staat in de wei, met zijn pootjes in de klei.
Een oude mevrouw eet een slagroomsoes, maar o jee, ze knoeit wat op haar blouse.
Daar rijdt een jongen op zijn skateboard over de stoep, door de hondenpoep.
De burgemeester knipt een lintje door, voor het dolle dameskoor.
Een baby met een grote speen, ontsnapt uit de tuin, helemaal alleen.
De bakker bakt taarten, o zo rond, daarvan krijgt zijn vrouw een dikke kont.
Dit zijn de bewoners van een dorpje met een naam, zo speciaal.
Wil je de naam van dit dorpje weten? Tel ze dan allemaal. 

Negen – Bewegen maar!
Klap eens in je handen, negen maal,
stamp negen keer met je voeten, allemaal.
Draai negen rondjes en word niet dol,
leg je handen negen keer op je bol.
Klim negen keer op je stoel en val er niet af,
steek negen keer je tong uit. Doe niet zo maf!
Spring negen keer op en neer
en schud met je billen, hoeveel keer?
Wij kunnen alles met negen o zo goed,
we doen het nog een keer, we weten hoe het moet!


Getallen
- Kringactiviteiten voor rekenen met kleuters -

De leerlijn voor tellen:
* Akoestisch tellen (= hardop tellen, bijv. in een versje)
* Synchroon tellen (= de telnamen gelijktijdig met het één voor één aanwijzen van de voorwerpen opnoemen)
* Resultatief tellen (= het tellen van een aantal voorwerpen met als doel de hoeveelheid van dit aantal te bepalen)
* Verkort tellen (= een vorm van resultatief tellen waarbij alle voorwerpen niet meer één voor één geteld worden)

Spelletjes en gratis downloads

Onder het tabblad 'downloads' vind je materiaal bij het domein 'getallen'.

getallenfeest, cijfers, kleuters, getallen, rekenen, tellen, getalbegrip getallenfeest, cijfers, kleuters, getallen, rekenen, tellen, getalbegrip

Getalbegrip

Telefoonnummers
De kinderen krijgen, op volgorde, een nummer toegewezen. Dit kan een van de kinderen doen. Ze moeten hun nummer goed onthouden. Er wordt één kind gebeld. Hij gaat staan en voert een kort gesprek. Daarna wordt er een ander nummer gebeld. Als er niets gebeurt, kunnen de kinderen gaan tellen wie er op had moeten nemen. Hoe tellen de kinderen? Beginnen ze vooraan bij nummer 1? Tellen ze door of weten ze dat hun buurman/buurvrouw dat nummer heeft?
Dan mag een ander kind de nummers uitdelen. Het kind moet bij iemand anders beginnen. Merk op dat het aantal nummers nu hetzelfde is. Weten de kinderen hoe dit komt? Wat gebeurt er als er iemand weg gaat? Of als er twee kinderen weg gaan?

7 Zoete zuurtjes in een fles
Nodig: een doorzichtige fles of pot en 10 zuurtjes.
Stop 7 zuurtjes in de fles/pot. Vraag de kinderen hoeveel ze denken dat erin zit. De kinderen moeten schatten. Ze mogen (nog) niet aan de fles komen. Waarom denken de kinderen dit? Kan het ook 100 zijn? Nee, waarom niet? Kan het dan 1000 zijn? Hoeveel zou dat zijn?
Hoe kunnen we nu echt tellen of het er ..... zijn? (Uit de fles halen).
Stop de zuurtjes één voor één terug in de fles. Tel ze met de kinderen. Lees daarna het volgende versje voor:

Zeven zoete zuurtjes in een fles,
maar ééntje rolde in de goot, nu zijn het er nog maar...
Zes zoete zuurtjes. Daar kwam een heel oud wijf,
die heeft er eentje weggepikt. Toen waren er nog...
Vijf zoete zuurtjes. Toen kwam mijn nicht Marie,
die heeft er twee gekregen. Toen waren er nog...
Drie zoete zuurtjes. Toen kwam de kruidenier,
die bracht voor mij een zuurtje mee, toen waren er weer...
Vier zoete zuurtjes, en toen kwam tante Mien,
die deed zes zuurtjes in de fles en toen waren het er...
Tien zoete zuurtjes, ik at ze allen op,
nu is het hele flesje leeg. Nou heb ik er geeneen.

Laat de kinderen het raadsel iedere keer oplossen en de handeling uitvoeren.
Tenslotte heb je 10 zuurtjes uit de fles gehaald. Hiermee kun je een afsluitend spelletje spelen. Leg de 10 zuurtjes in de kring. De kinderen doen de ogen dicht. Haal een paar zuurtjes weg. Hoeveel zijn er weg? Hoe weten de kinderen dat? Laat de verschillende manier van rekenen/tellen aan bod komen.

Dropjes tellen
Leg twee rijen van tien dropjes op tafel. Kunnen de kinderen synchroon tellen? Laat ze tellen hoeveel dropjes er liggen. Kunnen ze ook resultatief tellen? Tel de eerste rij dropjes en vraag even later hoeveel dropjes er in totaal liggen. Beginnen de kinderen eerst opnieuw bij rij 1 of tellen ze door vanaf rij 2?

Stekelvarken
Eén kind, het stekelvarken, ligt als een bolletje, op handen en kniën in de kring. Het kind mag niet kijken! Naast het kind liggen 10 wasknijpers. De leekracht wijst kinderen aan die, om de beurt, heel stil een wasknijper op de rug (op de trui) van het kind mogen plaatsen. Het stekelvarken voelt en luistert goed wat er gebeurt. Op jouw teken mag hij raden hoeveel stekels er op zijn rug zitten. Hij mag kijken hoeveel wasknijpers er nog op de grond liggen.

De reus en kabouter in het getallenbos
In het getallenbos wonen een reus en een kabouter. De kabouter is klein en kan niet zo snel lopen. Hij zet kleine stapjes. 1, 2, 3, 4 enz. Loop door het bos en speel de kabouter. Wie kan dat ook? Wie kan tot 10 lopen? En weer achteruit, terug naar je huisje? Wie kan tot 20 lopen? Wie kan vanaf 5 verder lopen? etc.
Dan komt de reus. Boem, boem, boem. De reus loopt met grote stappen door het bos. Beeld de reus uit. De reus loopt met sprongen van 2, 5 of 10. Ligt eraan wat het niveau van de kinderen is. 2, 4, 6, 8, 10, daar komt de reus. Wie kan dat ook? En kun je ook verder gaan vanaf 4? enz. Laat de kinderen maar lopen!

Spelen met getallen
Geef alle kinderen een kaartje met een getal erop. Bijvoorbeeld van 1 t/m 20. Als een getal te moeilijk is voor een kind, zeg je welk getal het kind heeft. Nu moeten de kinderen met hun getal in de kring komen zitten. Jij wilt 1 naast je hebben en 20. Laat de kinderen het maar regelen. Zou het lukken?
In de kring kun je allerlei spelletjes met de getallen doen. Bijvoorbeeld de getallen op volgorde in de kring leggen en er telkens één wegpakken wanneer de kinderen de ogen dicht hebben. Welk getal is weg?
Op deze pagina vind je onder het tabblad 'inspiratie' verschillende getalkaarten en suggesties voor activiteiten die je hiermee kunt doen.

Cijfers herkennen
Nodig: dobbelsteen, fiches, 5 tot 10 plaatjes van iets dat met je thema te maken heeft, bijv. met Sinterklaas jute zakken, met Kerst kerstbomen, met feest ballonnen. In elk van de plaatjes schrijf je een cijfer, 1 t/m 5 of 10.

Dit spel speel je met een groepje van ongeveer vijf kinderen. Geef elk kind een plaatje met cijfer. Gebruik de cijfers 1 t/m 5 of 5 t/m 10.
Om de beurt gooien de kinderen met de dobbelsteen. Het kind met het plaatje met het cijfer erop dat gegooid is krijgt een fiche( het kind moet het dus vaak aan een ander kind geven).
Zo gaat dit een paar rondes en dan kijken wie heeft de meeste fiches.
De kinderen leren zo de cijfers, aantallen, samen spelen, tegen hun verlies kunnen, rekenbegrippen, meer-minder.
Een idee van juf Marga

cijferspel, rekenen, kleuters

Groepjes maken
Zorg voor veel ruimte, bijv. de speelzaal, of schuif alle stoelen in de klas aan de kant.
De kinderen lopen door de ruimte. Dan noem je een getal. De kinderen vormen groepjes van het genoemde aantal. Als iedereen in het groepje staat, mogen de kinderen weer vrij rondlopen.
Iemand te weinig om een groepje te maken? Ga er dan zelf bij staan en laat de groepsknuffel invallen.
Laat de kinderen zo groepjes maken van verschillende aantallen.
Extra moeilijk: Noem de aantallen niet, maar laat cijferkaartjes zien.
Variatie: Steek een kaartje met de dobbelsteen- of turfnotatie omhoog.

Hoe oud ben jij?
Alle kinderen krijgen de opdracht in de klas iets te zoeken wat laat zien hoe oud ze zijn. Ze mogen niks opschrijven!
De kinderen zullen met dingen komen zoals:
5 voorwerpen
6 stippen op een dobbelsteen
het getal 6 op je trui
5 blokken uit de bouwhoek
het getal 5 aan de cijfermuur enz.
Daarna kun je met deze getallen een activiteit doen, zoals vergelijken op welke manieren je een hoeveelheid aan kunt geven (aantal, cijfer).

Getaldozen
Kies het getal waar je de getaldoos van wilt maken. In dit voorbeeld is dat 4. Neem een kleine schoendoos en teken hier vier stippen op met daarnaast het cijfer 4. Zoek kleine spullen om in de getaldoos te doen. Dit moeten er telkens 4 zijn: 4 kralen, 4 wasknijpers, 4 ballonnen, 4 kaartjes, 4 blokken enz.
Maak de doos leeg in het midden van de kring. Laat een kind iets pakken en de dingen die hetzelfde zijn zoeken. Zo heb je er telkens 4.
Hoger niveau: Maak een doos van 4 en een doos van 6. Zorg ervoor dat er in de doos een paar dingen hetzelfde zijn, maar ook veel dingen anders. Stel: er zitten in beide dozen rietjes. Gooi beide dozen om op tafel. Nu heb je niet 4 of 6 rietjes, maar 10 rietjes!! Vraag de kinderen hoe je dit op kunt lossen. Ze kunnen niet alle 10 in één doos!
Zo kun je meer variaties bedenken en dozen maken voor de getallen 1 t/m 10.

Tellen met de trom
Sla een ritme op de trom. De kinderen tellen mee op het ritme. Sla eerst vijf keer. De kinderen tellen mee. Begin met een normaal tempo, sla daarna heel snel of heel langzaam, heel hard of heel zacht. Het tellen van de kinderen wordt daarop aangepast.
Daarna tel je bijvoorbeeld tot tien en wanneer dit goed gaat, breid je het tellen verder uit.
Kunnen de kinderen ook afwisselend hard en zacht tellen? De 1 heel hard, de 2 zacht, de 3 hard, de 4 zacht enz.
Spelletje: de kinderen doen de ogen dicht. Sla een aantal keer op de trom. Hoe vaak is er geslagen?

Pakken tot je plakt
Leg 12 verschillende, niet te grote voorwerpen in de kring. Bijv. een blok, een pen, een knuffeltje of speelfiguren van dieren.
Eén kind gaat naar de gang. Met de klas spreek je een voorwerp af dat 'plakt'. Laat één kind dit voorwerp even aanwijzen.
Dan komt het kind van de gang terug. Hij/zij probeert zoveel mogelijk voorwerpen te pakken, zonder het plakkende voorwerp aan te raken. Doet het kind dit wel, dan roept de klas 'plakt!'
Samen met de kinderen tel je hoeveel voorwerpen het kind gepakt heeft. Hoe meer, hoe beter. Schrijf het aantal op door middel van stippen of streepjes. Schrijf er eventueel het cijfer ook bij.
Stel het kind vragen: hoeveel had je er als je er nog 1 bij gepakt had? En als je er 1 minder gepakt had? Wie heeft de meeste dingen gepakt?
Het is ook leuk om, wanneer het kind voorwerpen pakt, al met de hele klas te tellen. 1, 2, 3, 4, 'plakt'! Op deze manier telt iedereen mee!

De straat van 10
Maak met de kinderen een straat van 10. Hierbij is zoveel mogelijk 10: 10 huizen in de straat, de huizen zijn gebouwd van 10 blokken, 10 auto's, 10 bewoners, 10 bloemen in elke tuin, 10 bomen in een tuin, 10 kippen in een tuin, 10 struiken in de berm, 10 strepen op de weg enz. enz.
Geef de kinderen rekenopdrachten bij deze straat. Rekenopdrachten met optellen en aftrekken tot 10, het maken van bouwtekeningen, het natekenen van de huizen, het maken van groepjes, turven enz.
Als er een tijdje met de straat van 10 gewerkt is kan de straat omgetoverd worden tot een straat van 20. Doe alsof de burgemeester de kinderen een brief heeft geschreven waarin hij om uitbreiding van de stad vraagt. De huizen moeten groter worden en de straat moet verlengd worden. Nu kun je allerlei opdrachten bedenken rondom het rekenen tot 20.

Flitsende vingers
Laat kort een aantal vingers zien en houd ze dan achter je rug. Hoeveel vingers zagen de kinderen? Flits een heleboel keer. Vraag de groep wie het weet en geef kinderen individueel beurten.
Gebruik eventueel getalkaartjes. Zoek het getal dat geflitst werd en leg het zichtbaar in de kring. 

Getallenmemory
Een spannend spel voor in de kring! Zorg voor cijferkaarten t/m 10 en kaarten met een aantal ballonnen, stippen o.i.d. erop van 1 t/m 10. (Schatkist heeft deze kaarten bij de cijfermuur zitten en bij het Kleuteruniversiteit racespel zitten ook geschikte kaarten).
Laat de kaarten zien en vraag de kinderen hoeveel erop staat. Leg alle kaarten omgekeerd, door elkaar, in de kring. Eén kind mag twee kaarten omdraaien. De kinderen mogen er even naar kijken. Horen deze kaarten bij elkaar? Als een kind een getal nog niet kent, mogen de andere kinderen helpen. Als het goed is, mag het kind deze kaarten vasthouden en is een volgend kind aan de beurt. Als het niet klopt, worden de kaarten omgedraaid en mag een ander kind proberen.

Rangtelwoorden
Zorg voor vijf kopjes of bekers (koffiekopjes uit de personeelskamer).
Zet de kopjes of bekers in de kring. Hoeveel zijn het er? Zet ze in een rij. Spreek met de kinderen af welke de eerste is, welke de tweede enz.
Nu moeten de kinderen de ogen dicht doen. Jij verstopt iets onder één van de kopjes. De kinderen mogen weer kijken. Vraag wie denkt dat het voorwerp onder het eerste kopje zit? Wie denkt onder het tweede kopje? Wie denkt onder het derde? etc.
Of vraag een kind onder welk kopje hij/zij denkt dat het voorwerp zit. Zo oefenen de kinderen de rangtelwoorden.

Telspel
De kinderen zitten in de kring op hun stoel. Tel tot tien en weer terug. Meestal zeggen we als laatste bij het terugtellen de nul erbij. De leerkracht noemt een getal en bij dat getal schuift iedereen een stoel naar rechts. Het cijfer komt bij het tellen 2 keer voorbij; op de 'heenweg' en op de 'terugweg'. De kinderen herhalen zo op een speelse manier de telrij tot 10 en terug vele malen. Als laatste noemt de leerkracht het getal 0. Bij dat getal moet iedereen weer naar zijn eigen stoel terug. Omdat dit getal alleen aan het eind wordt genoemd werkt dit prima.
Ingestuurd door Antoinette

Bewerkingen

De rover
Leg een aantal blokjes op tafel of in de kring. Wijs een rover aan. De kinderen doen de ogen dicht. De rover haalt een aantal blokjes weg. Hoeveel blokjes zijn verdwenen?
In plaats van blokjes kunnen ook andere materialen gebruikt worden, die aansluiten bij het thema waar je op dat moment mee bezig bent.

Toverbeker
Leg een aantal voorwerpen, bijv. heel kleine blokjes in de kring. Pak een bekertje. Hoeveel blokjes liggen er op tafel? Houd de beker boven de blokjes en zet hem op een aantal blokjes. De kinderen mogen gewoon kijken. Hoeveel blokjes zien ze nog liggen? Hoeveel blokjes liggen er onder de beker? Hoe weten de kinderen dat? Kijk onder de beker. Klopt het?

Verdelen
Met verdelen zijn allerlei leuke opdrachtjes te bedenken. Denk aan het verdelen van een chocoladereep. Is er genoeg voor de hele klas? Waarom wel/niet? Hoeveel blokjes zijn er? Hoe kun je de reep eerlijk in tweeën verdelen? Nu zijn er 3 kinderen. Hoeveel krijgen ze elk? En als er 5 kinderen zijn? Als ik het zo verdeel, is dat dan eerlijk? Wie heeft er meer/minder? Wat is het meest?

In de winter of bij het thema sprookjes is het leuk om een broodkorst in stukjes te breken. Ik heb 1 broodkorst, maar er zijn 10 vogeltjes die honger hebben. Hoe lossen we dat op? Laat de kinderen vanalles bedenken. Als een kind met breken komt, vraag je hoe je dat dan eerlijk kunt doen? Eerst in 2 stukken etc.
Als je 10 stukjes hebt: en wat nou als er 20 vogeltjes komen? Kunnen alle kinderen in de klas ook een stukje brood krijgen? Hebben we dan genoeg. Probeer het maar uit! Geef iedereen een stukje en kijk of het genoeg is. Wie heeft er meer? Wie heeft er niks? etc.  

Het rekenmonster
Knutsel van een schoendoos een rekenmonster met een slurf van een wc-rol. Het monster heeft zo'n honger! Kunnen de kinderen hem vijf .....(bijv. macaroni) geven? En dan nog een? Hoeveel zit er nu in zijn buik? En als je er nog een bij doet? Nu wil het monster tien dingen in zijn buik hebben. Hoeveel moet er nog bij? Bedenk op die manier allerlei eenvoudige sommen.


Meten & meetkunde
- Kringactiviteiten voor rekenen met kleuters -

Meten

Meten = het met meetgetallen beschrijven van de wereld.
Spelenderwijs en door aangeboden activiteiten leren kinderen meten. Zij doorlopen daarbij de volgende fasen:
- vergelijken en ordenen (waar kan meer in, welke is langer?)
- meten met een maateenheid/afpassend meten (stap, voet, enz.)
- werken met een meetinstrument/standaardmaat (bijv. liniaal)

Rekenproject Raar

Mark Janssen maakte een ontzettend leuk prentenboek: Raar. Hierin vinden dieren een spiegel. Ze weten niet wat het is en doen er allerlei ontdekkingen mee. Dit bracht mij op het idee om activiteiten bij dit boek gericht op de domeinen meten en meetkunde te schrijven. Het project kun je als thema inzetten, maar je kunt er ook gedurende het hele schooljaar inspiratie uit halen.

--> Bekijk het rekenproject 'Raar'

rekenen, kleuters, project, meten, meetkunde, raar, mark-janssen, onderwijs, juf-Anke

Gratis download bij rekenproject Raar

In Raar draait het om spiegels en spiegelen en daar horen natuurlijk kralenplankvoorbeelden bij die je kunt spiegelen! Ik maakte een pakket met enkele dieren uit Raar. In het pakket vind je de klassieke kralenplankvoorbeelden, opdrachten waarbij de kinderen samenwerken en halve kralenplanken die worden gespiegeld.
Let op! Zet de printerinstellingen bij het afdrukken op 'ware grootte'.

--> Download het kralenplankenpakket 'Raar'

spiegelen, kralenplank, rekenen, kleuters, raar, dieren spiegelen, kralenplank, rekenen, kleuters, raar, dieren

Lengte en omtrek

Eén meter
Neem een bordliniaal of stuk draad van één meter. Laat het zien en vraag wat in het lokaal ongeveer een meter is. De kinderen noemen dingen en meten of het korter of langer is dan de meter. Kunnen ze iets vinden wat één meter is?

Meten en vergelijken
Geef elk kind een stuk draad van willekeurige lengte. Laat ze door de kring lopen en op zoek gaan naar een draad die precies even langs is, een draad die korter is of een draad die langer is. Geef de kinderen tenslotte de opdracht met hun draad op volgorde te gaan staan van kort naar lang.

Ingepakt!
Neem een flink stuk draad of touw (springtouw). Laat de kinderen voorspellen om hoeveel kinderen het draad heen kan. Vraag enkele kinderen dicht bij elkaar in de kring te komen staan en doe het draad om hen heen. Lukt het?

Seriëren - willekeurige voorwerpen
Verzamel een aantal voorwerpen van verschillende grootte. De kinderen leggen ze op volgorde, bijv. van groot naar klein of van klein naar groot of van dik naar dun en van dun naar dik enzovoorts. Dit kan ook gedaan worden met het speelleermateriaal "Seriant"

Seriëren - takjes uit de schooltuin
Geef elk kind de opdracht buiten, op de speelplaats of in de schooltuin, een tak te zoeken. (Als er rondom de school geen takjes te vinden zijn, laat de kinderen dan bijv. allemaal een kleurpotlood pakken). 
De kinderen gaan met hun tak in de kring zitten. Vraag ze wie een korte tak heeft gevonden en wie een lange. Kennen de kinderen de begrippen kort en lang? Serieer de takken van groot naar klein / van lang naar kort.

Seriëren - Babuschkapoppetjes
Als je thuis of op school babuschkapoppetjes hebt, is het leuk om hier een activiteit mee te doen. Je kunt de kinderen vragen stellen zoals:
Welk poppetje is het grootst?
Welk poppetje is het kleinst?
Zoek de poppen die even groot zijn.
Zet de poppen in een rij van groot naar klein.
Welk poppetje is groter/kleiner dan dit poppetje?
Hier zijn 2 poppetjes, welke hoort er tussenin?

Meet de school
Vertel de kinderen een verhaaltje als inleiding op deze activiteit. Bijvoorbeeld dat er een schilder komt die wil weten hoe groot de school is, omdat hij de buitenmuur gaat verven.
Hoe kun je weten hoe groot de school is? Hebben de kinderen een idee? Verzamel ideeën en ga ze uitproberen! Bijvoorbeeld een lange rij van kinderen maken, tegen de muur aan gaan staan en kijken hoe ver je komt. Een bol wol pakken, deze helemaal uitrollen en kijken of hij om de school heen past. Lukt dit? Hoeveel kom je te kort? Lukt het met 2 of 3 bollen wol?
Stappen zetten om de school, tellen hoeveel stappen je zet.
Als de school heel groot is kun je een deel nemen, bijv. een stuk buitenmuur van het eigen klaslokaal, een schuurtje e.d.

Meten in het klaslokaal
Laat de kinderen vanalles in het klaslokaal opmeten met behulp van een stuk touw, een liniaal, hun handen etc.
Wat hebben ze gevonden wat heel lang was? Wat was kort? Wat is ongeveer net zo lang als 3 handen? Wat als 1 hand? Wat als 10 handen?

Kleuteruniversiteit heeft leuke actiebladen waarbij de kinderen dingen in het lokaal opmeten en op het blad de lengte noteren.

Meet jezelf
Meet de kinderen in de klas. Zet ze naast elkaar, maak een rij van groot naar klein, laat de kinderen schatten wie het grootst is etc.
Plak een stuk behang tegen bijv. een deur en laat alle kinderen er tegenaan staan. Zet een streepje bij hoe groot het kind is + de naam van het kind. Zo zien te kinderen op één vel de hele klas en kunnen ze vergelijken.

Het tovertouw
Zorg voor een touw van een meter of 5 lang (bijvoorbeeld een springtouw).
Het touw ligt in de kring. Je vertelt dat je 's morgens wakker werd en dat het touw naast je bed lag. Er zat een briefje bij, waarop stond dat het touw een tovertouw is. Het touw kan praten als je het levend maakt!
Daarvoor moet je de volgende toverspreuk zeggen:
1 Stap naar voren, 2 stapjes terug
kruip onder het touw door en dan weer terug
touw, touw, tovertouw, spreek je nou?
Laat één leerling tijdens dit versje onder het touw doorkruipen.
Het touw begint te praten en doet allerlei uitspraken m.b.t. meten, zoals:
- ik wed dat ik langer ben dan de juf/meester
- ik wed dat ik langer ben dan alle kinderen uit de klas op een rij
- ik wed dat ik om het rode groepje heen kan
- ik wed dat ik langer ben dan de verwarming
- ik wed dat ik om de hele school heel kan
- ik wed dat ik om de zandtafel heen kan etc.
Vraag de kinderen hoe we dit te weten kunnen komen. Laat een paar kinderen vervolgens meten. Lok zo allerlei meetactiviteiten uit.
Als afsluiting kun je vragen hoe lang het touw zou zijn. Hoe kun je dat weten?
In mijn klas kwamen de kinderen met ideeën als: meten met een liniaal, meetlat e.d. Er naast gaan liggen, 2 kinderen ernaast leggen, de juf ernaast leggen. Eén kind wist hoe lang ze was. Dit kind ging naast het touw liggen met een kind dat ong. even groot is.
Het touw meten met stappen.

Oppervlakte

Dierenverblijven
Zorg voor vellen papier die verschillen in grootte of gebruik bouwplankjes van verschillende grootte. Verzamel knuffels van boerderij- of dierentuindieren. Leg de vellen papier of bouwplanken in de kring. Vraag de kinderen wat ze opvalt (ze verschillen in grootte). Welke is groot en welke klein? Neem de dieren erbij. Bepaal samen welk dier een groot verblijf nodig heeft en welk dier een klein verblijf.

Inhoud

Inhoud vergelijken
Vul een maatbeker met wat water en zorg voor glazen die verschillen in grootte. Laat de kinderen voorspellen in welk glas het meeste water kan. Kijk of de voorspelling klopt. Giet nu het ene glas in het andere over. Tot waar denken de kinderen dat het water kan?

Temperatuur

Hoe koud / warm is het?
Houd gedurende een week de buitentemperatuur bij. Hang een thermometer buiten op, liefst zichtbaar vanuit het klaslokaal. Geef elke dag in een staafdiagram of op een thermometer op papier aan wat de temperatuur is.

Kleding sorteren
Verzamel kleding voor koude dagen kleding voor warme dagen en laat de kinderen de kledingstukken sorteren. Wat draag je als het koud is en wat als het warm is?

Gewicht

Wegen met weegkaartjes
Bij verschillende thema's maakte ik weegkaartjes waarmee de kinderen in de themahoek of rekenhoek aan de slag kunnen gaan. Kijk bij het thema waar je mee werkt onder het tabblad 'downloads' of er weegkaartjes beschikbaar zijn. Er zijn in ieder geval kaartjes voor de thema's indianen, in de werkplaats, Sinterklaas en de herfst.
Introduceer de weegkaartjes in de kring en doe er een korte, klassikale weegactiviteit mee. Je hebt hiervoor een balans nodig.

weegkaartjes, rekenen, meten, kleuters weegkaartjes, rekenen, meten, kleutersweegkaartjes, rekenen, meten, kleuters weegkaartjes, rekenen, meten, kleuters

Wegen met de balans
Nodig: speelgoedweegschaal (balans), gewichtjes, voorwerpen om te wegen.
Zet de blans in de kring. Vraag de kinderen wat dit is. Wie weet hoe dit heet? Wat kun je ermee doen?
Weeg gewichtjes. Welk gewichtje is het zwaarst? En het lichtst? Wat zal er gebeuren als....? Welk gewicht denk je dat het zwaarst is?
Stel zo allerlei vragen.
Zet één gewicht in een bakje van de balans. Wie kan iets vinden in de klas dat zwaarder weegt dan dit gewicht? Pak het voorwerp erbij en zet het in een bakje van de balans. Wie kan iets vinden dat lichter is dat dit voorwerp? Hoeveel knikkers zouden we in de balans kunnen leggen zodat deze in evenwicht komt?

rekenen, wegen, balans, kleuters

Wegen en vergelijken
Vul twee tassen elk met een ander hoeveelheid blokken uit de bouwhoek. Laat de tassen de kring rond gaan en laat de kinderen bepalen welke het zwaarst is en welke het lichtst. Vertel dat er blokken in de tas zitten en laat voelen hoeveel één blok weegt. Hoeveel blokken verschil denken de kinderen dat er tussen de tassen zit? Kunnen ze de tassen zonder de blokken te tellen even zwaar maken?

Tijd

Levende klok
Schrijf de getallen één tot en met twaalf op vellen papier of met Woody's van Stabilo in de vorm van een klok op de vloer. Geef twaalf kinderen een getal en laat ze een levende klok vormen in de kring. Wijs een kind aan dat de kleine wijzer is. Vertel hoe laat het is. De kleine wijzer gaat in de klok liggen en wijst met zijn handen naar het juiste getal. Zijn voeten liggen in het midden.

Begrippen rond tijdsindeling
Zorg in je lokaal voor een weekkalender, dagritmekaarten, kaarten voor de seizoenen enzovoorts om de kinderen vertrouwd te maken met begrippen rond tijdsindeling.

--> Download de dagritmekaarten

dagritmekaarten, rekenen, kleuters, meten

Geld

Geld in de spelhoek
Wanneer je een thema hebt waarbij betaald moet worden, introduceer je het betalen met geld in de kring. Maak samen een prijslijst en laat de kinderen om de beurt betalen. Geef opdrachten als: betaal met vijf euro. Wat krijg je terug? Betaal voor twee personen. Hoeveel moet je betalen? Betaal met munten van twee euro.

prijslijst, ijsbaan, kleuters, rekenen, meten, geld

Meetkunde

Meetkunde gaat om het begrijpen van de ons omringende ruimte.
De volgende aspecten zijn belangrijk bij de kleuters:
- oriënteren en lokaliseren omgaan met meetkundige begrippen, onderzoeken en omschrijven van de plaats van voorwerpen in de ruimte t.o.v. elkaar en t.o.v. jezelf, werken met eenvoudige tekeningen, bouwplaten en plattegronden, onderzoeken wat wel en niet zichtbaar is vanuit bepaalde standpunten, onderzoeken en ontwerpen van eenvoudige routes, redeneren over 'oriënteren in de ruimte'.
- construeren omgaan met begrippen rond construeren, construeren van ruimtelijke figuren, voortzetten en zelf ontwerpen van patronen, nabouwen van een voorbeeld / foto, construeren met papier (vouwen, knippen), redeneren over eenvoudige meetkundige problemen rond construeren.
- opereren met vormen en figuren sorteren van voorwerpen op basis van één of meer kenmerken, verschillen onderzoeken en benoemen tussen drie- en tweedimensionale figuren, onderscheiden en onderzoeken van meetkundige vormen, experimenteren met vormen en figuren in spiegels, spelen met licht en schaduw, redeneren over 'opereren met vormen en figuren'.

Oriënteren en lokaliseren

In de dierentuin
Zorg voor enkele plattegronden van een dierentuin of pretpark. Je kunt de kinderen ook zelf een plattegrond laten tekenen. Laat de kinderen een route tekenen in de plattegrond. Stel vervolgens vragen over de routes. Langs welke dieren/attracties kom je? Hoe lang zou het duren om jouw route te lopen? Wie heeft de kortste route, wie de langste? Hoe ver is het van… naar … Kom jij langs de …… als je de route volgt? Hoe kun je het snelst van …… naar ……? Etc.

Een route door de klas
Geef een kind aanwijzingen of laat de kinderen elkaar aanwijzingen geven voor het lopen van een route door de klas. Bijv.: zoek de kortste route naar de deur. Loop naar het bureau via de taalkast, langs hoeveel hoeken kom je als je naar de wasbak loopt? Loop de langste route naar de gang… etc.
Geef de kinderen de opdracht een plattegrond van de klas te tekenen.

Een plattegrond in de bouwhoek
Vaak heeft een kind iets gemaakt in de bouwhoek wat hij/zij graag wil laten staan. Je kunt hier een foto van maken ter inspiratie voor andere kinderen die later in de bouwhoek komen.
Ook kun je het kind vragen zijn bouwwerk te tekenen. Het kind maakt dan een plattegrond van zijn eigen bouwwerk. Ook kleuters kunnen al een eenvoudige tekening maken van hun werk.
Hang de plattegronden in de bouwhoek.

Blindemannetje
Blinddoek één kind. Dit kind loopt een route door het lokaal. Vraag het kind van tevoren waar het graag naartoe geleid wil worden.
De kinderen in de klas geven mondelinge aanwijzingen, bijv. naar voor, links, rechts, naar achter, omlaag.
Maak tweetallen. Van elk tweetal doet één kind de ogen dicht of wordt één kind geblinddoekt. Het ene kind leidt de ander naar de afgesproken plaats.

In huis
Kamers in huis
Verzamel spullen die in een bepaalde kamer in huis thuishoren, zoals bestek uit de keuken, een das uit de hal, een wekker uit de slaapkamer enz.
Praat met de kinderen over de verschillende kamers in huis. Laat de kinderen vertellen over hun eigen huis. Hoe ziet hun huis eruit? Welke kamer vinden ze het mooist/leukst? Hebben ze thuis een zolder of kelder? Zijn alle huizen hetzelfde?
Leg vervolgens alle voorwerpen die je verzameld hebt op tafel of laat de kinderen ze één voor één uit een tas halen. Wat is het? In welke kamer hoort het volgens jou thuis? Sorteer de voorwerpen. Leg ze bij de juiste kamer. Sommige voorwerpen zullen niet voor alle kinderen in dezelfde kamer thuishoren. Praat hierover.
Als alle voorwerpen een plekje gekregen hebben, kun je een spelletje doen over het huis, bijvoorbeeld enkele raadsels.

Geluiden in huis
Neem geluiden op in huis. Zorg dat je geluiden uit allerlei kamers hebt, zoals de telefoon, de waterkoker, de computer, de wekker, een hamer, de klok, de tv, spelende kinderen enz. Laat de kinderen raden uit welke kamer het geluid komt. Gebruik hier eventueel een praatplaat van het huis bij, waar de kinderen naar kunnen kijken terwijl ze luisteren. Sommige geluiden kun je in meerdere kamers horen.

Ruimtelijke oriëntatie lotto
Groepeer de kaartjes van de ruimtelijke oriëntatie lotto in de kring. Op deze kaartjes staan plaatjes die voor, achter, onder, boven en in voorstellen. Laat telkens één kaartje zien, bespreek met de kinderen wat dit is (de kip staat voor het hek) en leg het kaartje in de kring. Zo ontstaan er 5 groepjes met kaartjes in de kring.
Vervolgens geef je alle kinderen één kaartje in hun hand. Geef de opdracht: zoek de kinderen die hetzelfde kaartje (begrip) als jij hebben. Nu gaan de kinderen zelf op zoek en maken ze groepjes die op, in, onder etc. vertegenwoordigen.

Blokkenbouwsels (innemen van een standpunt)
Midden in de kring staan enkele blokkenbouwsels opgesteld. De kinderen kijken uit hoeveel blokken de bouwsels bestaan. Wat denken de kinderen? Hoe komt het dat er verschillende antwoorden zijn? Laat de kinderen vertellen hoe ze geteld hebben. Vervolgens zoek je met de groep een manier om de blokken makkelijker te tellen (uit elkaar halen). Nu kun je goed zien hoeveel blokken het zijn.
Zo kunnen er meerdere bouwsels gemaakt worden en vragen gesteld worden.
Bekijk de bouwsels met de kinderen van verschillende kanten. Hoeveel blokken staan er bij jou voorop? En hoeveel bij jou? Ook dit kan verschillen.
Tenslotte is het volgende spelletje leuk om te doen: leg 10 blokken naast elkaar, een stukje uit elkaar, in de kring. De kinderen doen de ogen dicht. Jij haalt een blok weg. De hoeveelste blok is weg? De eerste, de tweede, de derde... ? Spreek wel even met de kinderen af welk blok nummer 1 is en welke nummer 10!

De fotograaf
Voorbereiding: maak verschillende foto's van dingen/hoeken in je klas of van plekken in en rondom de school.
De kinderen gaan in tweetallen op zoek naar de plek waar de foto gemaakt is. Ze moeten via redeneren en voorstellen uitzoeken waar de fotograaf moet hebben gestaan om de foto te maken.

rekenen kleuters rekenen, kleuters

Construeren - Bouwen met blokken

Bouwen met aanwijzingen
Dit spelletje wordt door twee kinderen gespeeld. Zorg voor twee werkplekken en een tussenschot.
Eén kind maakt een eenvoudig bouwwerkje van maximaal vijf blokken. Het andere kind mag dit niet zien. Vervolgens gaat het kind wat een bouwwerk gemaakt heeft omschrijven hoe zijn/haar blokken staan. Het andere kind heeft ook vijf blokken en probeert aan de andere kant van het tussenschot hetzelfde bouwwerk te maken. Lukt dit?

Hoeveel blokken?
Midden in de kring staan enkele blokkenbouwsels opgesteld. De kinderen kijken uit hoeveel blokken de bouwsels bestaan. Wat denken de kinderen? Hoe komt het dat er verschillende antwoorden zijn? Laat de kinderen vertellen hoe ze geteld hebben. Vervolgens zoek je met de groep een manier om de blokken makkelijker te tellen (uit elkaar halen). Nu kun je goed zien hoeveel blokken het zijn. Zo kunnen er meerdere bouwsels gemaakt worden en vragen gesteld worden.
Speel als afsluiting het volgende spel: leg 10 blokken naast elkaar, een stukje uit elkaar, in de kring. De kinderen doen de ogen dicht. Jij haalt een blok weg. De hoeveelste blok is weg? De eerste, de tweede, de derde... ? Spreek wel even met de kinderen af welk blok nummer 1 is en welke nummer 10!

Vouwen
Richt een knutselhoek in met vouwblaadjes in allerlei soorten en maten en een vouwboek of vouwstappenplan wat de kinderen kunnen volgen. Op de site van meester Sander vind je digitale vouwinstructies en op de site van vouwjuf vind je vouwsels en vouwboeken.

vouwen, rekenen, meetkunde vouwen, rekenen, meetkunde

Nabouwen
Leg enkele plattegronden van eenvoudige bouwwerken in de bouwhoek. Zorg ook voor foto’s van gebouwen die ter inspiratiebron dienen. Maak een foto van de school en hang deze in de bouwhoek op.
De kinderen bouwen de plattegronden of gebouwen van de foto's na. Vertel ze hoe de blokken heten: een dunne rechthoek is een metselsteen, een dikke vierkante steen is een kubus.
Als uitdaging kun je werken met plattegronden met hoogtegetallen.

bouwen, inspiratie bouwen, inspiratie

Opereren met vormen en figuren

Puzzelen
Daag de kleuters uit tot het maken van de moeilijkste puzzels met het 'puzzelkampioenschap'. Geef ze een puzzelkaart, bespreek samen de regels en puzzelen maar! Na elke puzzel mag het kind een puzzelstuk op de kaart afkruisen. Een volle kaart betekent ...?

--> Download de puzzelkaart

kleuters, kleutergroep, lesidee, inspiratie, puzzelen, puzzelkaart, juf-Anke kleuters aan het puzzelen met de puzzelkaart

Patronen leggen en herhalen
Leg een patroon en laat de kinderen dit afmaken. Start met een eenvoudige reeks, bijvoorbeeld een rode knoop en een groene knoop, weer een rode knoop en weer een groene knoop enzovoorts. Breid dit uit naar moeilijkere reeksen. Op deze site vind je bij verschillende thema's opdrachtkaarten waarbij de kinderen de herhaling in een patroon moeten ontdekken en het patroon af moeten maken.

--> Bekijk de zaaikaartjes

Wat voor een doosje is dit?
Zoek van verschillende vormen doosjes telkens 2 dezelfde (bijv. 2 pakken hagelslag, 2 kleine doosjes thee). Haal 1 doosje uit elkaar, zodat je de uitslag van het doosje hebt. Het andere doosje laat je heel. Zet alle doosjes in de kring en leg de uitslagen er op z’n kop bij (anders zien de kinderen aan het opschrift al wat er in het doosje zat). Bij welk doosje hoort welke uitslag? Dit gaan we samen met de kinderen onderzoeken. Welk doosje zou bij deze uitslag passen? Waarom denk je dat? Welke vorm zou deze uitslag krijgen als je hem in elkaar vouwt? etc.
Vouw enkele uitslagen weer tot doosjes zodat de kinderen zien dat je van een plat stuk karton een doosje kan maken. Laat de kinderen tijdens de werkles zelf “kapotte” doosjes weer heel maken.

Tangrammen, mozaïek en vouwblaadjes
Laat kinderen figuren leggen met mozaïek of laat ze vlakken opvullen door vormen uit vouwblaadjes te knippen.

Ontdekdoos spiegelen
Maak een ontdekdoos met allerlei materialen om te spiegelen. Denk hierbij aan: spiegels, groot en klein, vergrootspiegel, lepel, 2 spiegels die in een hoek aan elkaar zijn getapet, blokjes en ander materiaal om te spiegelen, autospiegel, tandartsspiegel.
Doel: de kinderen laten experimenteren met spiegels, waardoor ze leren dat je met spiegels kunt verdubbelen als je in de spiegel kijkt. Je kunt ook dingen zien die je anders niet ziet, zoals jezelf.

Ontdekdoos licht & schaduw
Ook licht en schaduw is een zeer geschikt onderwerp om mee te experimenteren. Hier heb je voor nodig: een zaklamp, doorzichtig, gekleurd papier, een pot met water, een ontdekdoos met 2 gleuven aan de zijkant waar de lichtstralen van de zaklamp doorheen kunnen vallen.

Vormen en kleuren
Nodig: logiblokken
Bespreek aan de hand van logiblokken verschillende vormen en kleuren. Vraag de kinderen welke vorm ze zien en leg uit waarom de vorm zo heet: een driehoek heeft drie hoeken, tel maar mee!
Leg een aantal hoepels in de kring. Leg daar een paar logiblokken in, bijvoorbeeld in elke hoepel een andere kleur. Vraag de kinderen hoe de blokken gesorteerd zijn en laat ze er blokken bij leggen. Laat de kinderen telkens de kleur benoemen.
Daarna sorteer je de blokken op vorm, grootte of dikte en laat de kinderen er weer blokken bijleggen.
De logiblokken liggen in de hoepels. Geef de kinderen opdrachten: breng mij een blauw vierkant, pak 2 cirkels, geef iets roods, zet je voet op een rode blok, leg je elleboog op een geel vierkant, raak met je duim een blauwe cirkel aan enz.

Zoek iemand die...
Nodig: logiblokken
Een leuke start of juist afsluiting van een activiteit met de logiblokken:
Geef alle kinderen uit de groep een logiblok. Geef ze vervolgens de opdracht iemand te zoeken die hetzelfde kenmerk van logiblok heeft als zij zelf. De leerkracht bepaalt het kenmerk, op vorm, op kleur of op dikte. Dus geef de opdracht: 'zoek iemand die dezelfde vorm heeft als jij en ga bij elkaar staan'. De kinderen gaan op zoek en langzaam ontstaan er groepjes kinderen met hetzelfde kenmerk. Misschien hebben 2 kinderen hetzelfde, misschien wel 4. Als alle kinderen een maatje of meerdere maatjes gevonden hebben, kijk je met de hele groep of het klopt. Iedere groep mag zijn kenmerk noemen en laten zien.

Vormen ervaren
Nodig: Een aantal voorwerpen met een duidelijke vorm waar je er 2 van hebt, bijv. 2 grote knikkers, 2 vierkante bouwblokken, 2 driehoekige voorwerpen en 2 rechthoekige voorwerpen, bijv. balken uit de bouwhoek.
Verschillende rechthoekige, kartonnen dozen waar de voorwerpen in passen.
Van elk voorwerp zet je er één voor de klas en de andere voorwerpen stop je in dozen. Vertel de kinderen dat alle voorwerpen die ze zien ook in de dozen zitten. Zij moeten raden wat in welke doos zit.
Geef de dozen één voor één de kring rond. Laat de kinderen ermee schudden, de dozen op en neer bewegen, op de kop houden, luisteren enz. enz. Wat hoor je? Welke vorm zou het voorwerp hebben? Kan het rond zijn? Waarom wel/niet? Wat kan iets dat rond is wel en iets dat vierkant is niet?
Stel allerlei vragen en laat de kinderen onderzoeken en ontdekken.

Classificeren en ordenen - knopen
Met knopen kun je leuke classificeer-, sorteer- en ordenspelletjes doen. Nodig: veel knopen, allerlei soorten
Leg een knoop in de kring. Hoe ziet deze knoop eruit? Vertel de kinderen dat ze gaan leren knopen te 'sorteren' - knopen in groepjes te leggen.
Pak nog een knoop. Past deze knoop bij de knoop die al in de kring ligt? Waarom vinden de kinderen van wel of niet? Past de knoop erbij, leg hem er dan naast, past hij er niet bij, leg hem op een andere plek in de kring. Pak zo telkens een knoop en leg hem bij een groepje of apart. Herhaal hoe de knopen eruit zien, waarom een knoop bij een groepje hoort of juist niet.
De kinderen gaan na deze activiteit in groepjes aan tafel zitten. Ze krijgen per groepje een heleboel knopen. Deze gaan ze sorteren, maar... anders dan zojuist in de kring. Heb je de knopen in de kring op aantal gaatjes gesorteerd, dan moeten de kinderen nu iets anders bedenken! Laat ze zelf op ideeën komen. Er is van alles mogelijk (kleur, vorm, doorzichtig of niet, grootte).

knopen, rekenen, sorteren, ordenen, kleuren, tellen

Na de sorteeractiviteit wilden een aantal kinderen tijdens de werkles verder gaan met sorteren. Ze hebben ontzettend veel dezelfde knopen bij elkaar gezocht.

Classificeren en tellen - de schoenenwinkel
Laat alle kinderen de schoenen uitdoen en leg ze op een grote hoop. Doe nu allerlei activiteiten met de schoenen. Ga ze bijvoorbeeld tellen en kom dan tot de conclusie dat er iets niet klopt. Er zitten 20 kinderen in de klas en er liggen 40 schoenen? Dat kan toch helemaal niet! Weten de kinderen hoe dit kan?
Hoeveel veterschoenen liggen er? Hoeveel paar veterschoenen zijn dat?
Hoeveel laarsjes liggen er? Hoeveel schoenen met klittenband en hoeveel sandalen? enz. Classificeer door de schoenen op kenmerk bij elkaar te leggen.
Na het tellen kun je de schoenen met de kinderen gaan seriëren. Welke schoenen zijn groot of hoog? Welke schoenen zijn kleiner of laag? Maak rijtjes van hoog naar laag of van groot naar klein. Hiervoor moeten de kinderen de schoenen goed tegen elkaar houden en meten welke het grootst is of welke het kleinst.
Tenslotte mogen de kinderen de paren schoenen bij elkaar zoeken zodat alles weer klopt.
Als afsluiting is een raadspelletje leuk. Je beschrijft een paar schoenen en de kinderen moeten raden over welk paar jij het hebt of je houdt een paar schoenen omhoog en de kinderen moeten raden van wie dit paar is. (De eigenaar mag uiteraard niks verklappen!)

Classificeren - overeenkomsten en verschillen
Zoek telkens 2 materialen op die iets met elkaar te maken hebben, maar ook verschillend zijn. Bespreek met de kinderen de overeenkomsten en verschillen van elk paar. Bijv. een poes en een hond: beide zijn huisdieren, maar ze zien er anders uit, maken een ander geluid, eten wat anders. Een pen en een potlood: met beide kun je schrijven, maar in de pen zit inkt, in het potlood niet.
Een beker en een bord: je heb ze allebei nodig voor het ontbijt. Een bord is plat, je kunt er iets opleggen, een beker is hoger en je kunt er iets indoen.

Classificeren - draden van wol
Een spelletje met wol. Hiervoor heb je draden nodig van verschillende kleuren, lengtes en diktes. Geef elk kind een draadje.
Geef de kinderen vervolgens opdrachten, zoals de draden op kleur sorteren, de draden op lengte sorteren, de draden op dikte sorteren.
De draden op 2 of 3 kenmerken sorteren, zoals dik en rood, lang en blauw.
Iemand zoeken die en even lange draad heeft, iemand zoeken die een kortere draad heeft.
Meetopdrachtjes met de draad, zoals: past hij om je hoofd? Past hij om je arm? En om je buik?

Verhoudingen

Hokken voor dieren
Welk hok is voor welk dier? Bouw met blokken hokken voor dieren. Hierbij is het belangrijk te letten op de grootte van elk dier. Hoeveel ruimte heeft het dier nodig, hoe groot is het dier etc.

Hoe groot ben jij?
Hang een stuk behangrol op de deur. Hier gaan de kinderen om de beurt tegenaan staan. Meet alle kinderen op die manier.
Doe in de kring een activiteit waarbij je de lengte van kinderen vergelijkt. Kies 2 kinderen uit en vraag hoe we nu kunnen zien wie het grootst is? En wie is het grootst van de hele klas? Hoe kunnen we dat te weten komen? Wie is het kleinst? Kunnen we een rij maken van groot naar klein? Etc.

Madurodam
Zoek dingen in de klas die in het echt groter/kleiner zijn. Waarvan de verhoudingen dus niet kloppen. Hiermee kun je een mini-stad maken. Denk aan: dieren, auto's, huizen van Lego, Playmobil.


Downloads
- Rekenen met kleuters -

Rekendownloads bij de thema's

Bij verschillende thema's zijn werkbladen en spelletjes op het gebied van rekenen te vinden. Kijk bij de thema's, links in het menu en kies het thema waar je mee werkt. Onder het tabblad 'werkbladen' / 'downloads' vind je de rekenspelletjes. Een aantal van deze downloads vind je ook op deze pagina.

Cijferdoohoven

Met de cijferdoolhoven oefenen de kinderen het onthouden en volgen van een reeks, het herkennen van de getalsymbolen, de visuele waarneming en het doorzettingsvermogen. De cijferdoolhoven zijn er in drie niveau's. Het niveau met drie sterren bevat veel doodlopende weggetjes. Kijk bij de thema's in het menu of er cijferdoolhoven zijn in het thema waar je mee werkt.

--> Download de cijferdoolhoven 'onder water'
--> Download de cijferdoolhoven 'lente / pasen'
--> Download de cijferdoolhoven 'insecten'
--> Download de cijferdoolhoven 'natuur' / 'het bos'
--> Download de cijferdoolhoven 'ridders'
--> Download de cijferdoolhoven 'Sinterklaas'

cijferdoolhof, juf-Anke, tellen, cijfers, getallen, rekenen, kleuters, onderwijs cijferdoolhof, juf-Anke, tellen, cijfers, getallen, rekenen, kleuters, onderwijs

Kralenplankvoorbeelden

De kralenplankvoorbeelden vind je op de themapagina's. Hier vind je voorbeelden die niet op de themapagina's zijn onder te brengen.

Raar en Vinnie & Flos

Bij het prentenboek Raar van Mark Janssen en de voorleesboeken over Vinnie & Flos van Marte Jongbloed en Natascha Stenvert maakte ik kralenplankvoorbeelden voor kleuters.
--> Download de kralenplankvoorbeelden bij 'Raar'
--> Download de kralenplankvoorbeelden bij 'Vinnie & Flos'

kleuters, kralenplankvoorbeelden, coderen, juf-Anke

Kraak de code - coderen

Bij verschillende thema's op de site vind je kralenplankenpakketten met daarin een codeeropdracht. Ook maakte ik een leeg blad, wat de kinderen als vervanger van de kralenplank kunnen gebruiken en waar ze zelf op kunnen coderen.

---> Download het lege codeerblad: 'kleur de code'

kleur-de-code, coderen, programmeren, kleuters coderen, kralenplank

Getalkaarten

Bij verschillende thema's maakte ik getalkaarten met de getallen tot en met 12, 15 of 20. Met deze kaarten kun je gedurende het thema allerlei activiteiten doen. Suggesties vind je onder het tabblad 'inspiratie' hierboven.

--> Getalkaartjes getallen & hartjes
--> Getalkaartjes herfst
--> Getalkaartjes herfst met aantallen
--> Getalkaartjes Sinterklaas
--> Getalkaartjes Sinterklaas met aantallen
--> Getalkaartjes winter
--> Getalkaartjes Kikker
--> Getalkaartjes sprookjes - geitje Benjamin
--> Getalkaartjes Pasen
--> Getalkaartjes Igor Stippelkampioen
--> Getalkaartjes voetbal

getalkaarten, rekenen, kleuters getalkaarten, rekenen, kleuters

Huisnummerbingo

Geef de kinderen per tweetal een bingokaart en een potlood. Wandel rustig door het dorp of de wijk. De kinderen kijken goed naar de getallen op hun kaart. Als ze een huisnummer zien dat op de kaart staan, strepen ze dit door. Ze zoeken tot ze alle getallen gevonden hebben en roepen 'bingo!'.
De kinderen hoeven niet alle getallen te kunnen benoemen, het is voldoende om ze te herkennen. Er zijn twee verschillende bingokaarten.

--> Download de huisnummerbingo (1)
--> Download de huisnummerbingo (2)

huisnummerbingo, rekenen, kleuters huisnummerbingo, rekenen, kleuters, getallen, tellen, getalsymbolen, cijfers

Getallenlijn

Print de kaartjes op stevig papier. Knip alleen over de buitenste lijnen en vouw de kaartjes in drieën. Plak de randjes vast met plakband of een klein beetje lijm. Hang de kaartjes als driehoeken aan een lijn in de klas. Begin bijvoorbeeld met de getallen aan de voorkant.
Draai het getal dat je hebt aangeboden weg. Nu zien de kinderen de illustratie. Welk getal zit erachter verstopt?

--> Download de neutrale getallenlijn
--> Download de getallenlijn met Pompom
--> Download de getallenlijn met Raai

getallenlijn, kleuters, cijfers, getallen, inrichting getallenlijn, kleuters, cijfers, getallen, inrichting getallenlijn, kleuters, cijfers, getallen, inrichting

Getallenfeest

Vier een getallenfeestje waarbij de kinderen naar getallen op zoek gaan en bij elk getal een passend spel spelen.
De download bevat uitgewerkte spellenkaarten met de beschrijving van de spellen en aftekenkaarten voor de kinderen met daarop de getallen t/m 10 en t/m 12.

--> Download het getallenfeest

getallenfeest, cijfers, kleuters, getallen, rekenen, tellen, getalbegrip getallenfeest, cijfers, kleuters, getallen, rekenen, tellen, getalbegrip

Telkaartjes

Bij verschillende thema's maakte ik opdrachtkaartjes om het tellen en de getalsymbolen op speelse wijze te oefenen. De telkaartjes zijn een aanvulling voor de thematafel of themahoek/huishoek. De kinderen kunnen zelfstandig met de kaartjes aan de slag. Er zijn telkaartjes in de volgende thema's:

--> Download de logi-lijstjes (logiblokken)
--> Download de wintermaaltjes (herfst)
--> Download de heksensoepjes (herfst)
--> Download schoentjes vullen (Sinterklaas)
--> Download de warme wintertruitjes (winter)
--> Download de kerstkaartjes (Kerst)
--> Download paaseieren zoeken (Pasen)
--> Download vee voeren (lente en boerderij)
--> Download Rupsje Nooitgenoeg (lente en zomer)
--> Download de cactusbloemen (wilde westen)
--> Download de vrolijke veren (indianen)
--> Download de lunchlijstjes (dieren voeren in de dierentuin)
--> Download de muzieknoten (muziek)
--> Download toffees tellen (snoep, open en oma)

tellen, kleuters, telkaartjes, rekenen, getalbegrip, getallen, cijfers tellen, kleuters, getallen, cijfers, rekenen, getalbegrip

Voor Kleuteruniversiteit maakte ik onderstaande telkaartjes.
Deze downloads zijn uitgebreider dan de kaartjes op deze site:

--> De groentetuin (lente en boerderij)
--> Bloemenbosjes (lente en moederdag)
--> IJskaartjes (zomer)
--> Boodschappenbriefjes (supermarkt)
--> Kleurkaartjes (kleur en vorm / nieuw schooljaar)
--> Feestvlaggetjes (feest)
--> Pillenpotjes (ziek zijn)
--> Knopenkaartjes (winter)
--> Confettikaartjes (carnaval)
--> Schildknaapjes (ridders)
--> Bouwbriefjes (techniek)

telkaartjes, bloemen, lente, kleuters, getallen, cijfers, tellen telkaartjes, rekenen, kleuters

Weegkaartjes

Ook maakte ik weegkaartjes bij verschillende thema's. Met deze kaartjes oefenen de kinderen niet alleen het tellen en de getalsymbolen, maar ook het vergelijken van gewicht en de begrippen zwaar en licht. De weegkaartjes zijn een aanvulling voor de thematafel of themahoek/huishoek. De kinderen kunnen zelfstandig met de kaartjes aan de slag en er zijn verschillende niveau's. Er zijn weegkaartjes in de volgende thema's:

--> Download Wegen met Wobbel (herfst)
--> Download Wegen met de weegpiet (Sinterklaas)
--> Download Wegen met timmerman Teddy (techniek)
--> Download Wegen met Winnetu (indianen)

weegkaartjes, rekenen, meten, kleuters weegkaartjes, rekenen, meten, kleutersweegkaartjes, rekenen, meten, kleuters weegkaartjes, rekenen, meten, kleuters

Logiblokken

Logilijstjes
De logi-lijstjes zijn kleine opdrachtkaarten voor de logiblokken (te vergelijken met boodschappenlijstjes). Ze lopen op in moeilijkheidsgraad. Op één logi-lijstje staan 3 of 4 opdrachten. Introduceer de logi-lijstjes in de kring. Laat een lijstje zien en vraag een kind hier de juiste blokken bij te pakken. Wanneer dit goed lukt, kunnen de kinderen zelfstandig met de logi-lijsjtes aan de slag, tijdens de werkles of tijdens het winkelen in het kleur- en vormenwinkeltje.

--> Download de logi-lijstjes

logiblokken, kleur, vorm, logilijstjes, tellen, juf-Anke logiblokken, kleur, vorm, logilijstjes, tellen, juf-Anke

Logileggers
Voorbeeldkaarten voor de logiblokken. De kinderen leggen het voorbeeld na.

--> Download de logi-leggers

logiblokken, kleur, vorm, logileggers, tellen, juf-Anke

Bij het thema 'kleur en vorm' vind je meer suggesties voor de logiblokken.

Schatzoeken met Kikker - kleuren en vormen

Schatzoeken is een spel waarmee de kleuren en vormen worden geoefend. Het schatkaartje wordt onder een kikkerkaartje verstopt. Het kind noemt de vorm en kleur die op het kaartje staan. Is dit goed, dan mag het kind kijken of de schat onder het kikkerkaartje ligt. Wie vindt de schat? Een uitgebreidere uitleg vind je in de download.

--> Download 'Schatzoeken met Kikker'

rekenen, kleuters, tellen, getallen, dobbelen, spel rekenen, kleuters, tellen, getallen, dobbelen, spel

Rol en raap

Leg iets dat binnen het thema past boven de getallen op het spelblad. De kinderen gooien met de dobbelsteen en rapen dat wat bij het getal ligt gelijk aan het aantal gegooide ogen.

--> Download rol en raap - seizoenen
--> Download rol en raap - winter
--> Download rol en raap - ziekenhuis

rol-en-raap, kleuters, dobbelen, cijfers, getallen, tellen, rekenen rol-en-raap, kleuters, dobbelen, cijfers, getallen, tellen, rekenen

Tel en kleur

1: Gooi met de dobbelsteen en kleur het aantal dat je gegooid hebt in. Wie heeft al zijn ..... het eerst gekleurd?
2: Gooi met de dobbelsteen en gooi met de kleurendobbelsteen. Je kleurt het aantal dat je gegooid hebt in met de kleur die je gegooid hebt, bijv. 5 rode ..., 3 blauwe ..... Wie heeft alles het eerst gekleurd?

Op de site vind je bij de verschillende thema's nog meer 'Tel en kleur' downloads.

--> Downlaod tel en kleur - herfst
--> Download tel en kleur - Sinterklaas
--> Download tel en kleur - Kerst
--> Download tel en kleur - winter
--> Download tel en kleur - Carnaval
--> Download tel en kleur - feest
--> Download tel en kleur - lente
--> Download tel en kleur Pasen
--> Download tel en kleur - krokodil
--> Download tel en kleur - seizoenen

rekenen, kleuters, tellen, getallen, dobbelen, spel rekenen, kleuters, tellen, getallen, dobbelen, spel

Getallenrace

Met de getallenrace oefenen de kinderen spelenderwijs het synchroon tellen, het herkennen van getalbeelden op de dobbelsteen en het herkennen van getalsymbolen. Bij verschillende thema's op de site vind je een getallenrace.

--> Download de getallenrace 'seizoenen'
--> Download de getallenrace 'herfst'
--> Download de getallenrace 'Kerst'
--> Download de getallenrace 'ziekenhuis'
--> Download de getallenrace 'winter'
--> Download de getallenrace 'ruimte'
--> Download de getallenrace 'voetbal'
--> Download de getallenrace 'de autocoureur'

tellen, cijfers, getallen, dobbelsteen, rekenen, kleuters tellen, cijfers, getallen, dobbelsteen, rekenen, kleuters

Kikker en schildpad - positioneren op de getallenlijn

Bepaal van tevoren je doel: Wil je de getallenrij tot 10 oefenen, tot 20 of tot 30? Print de benodigde getallen uit of schrijf de getallen op kaartjes. Leg de getallen met de kinderen op de juiste volgorde in de kring.
Leg de kikker aan het begin van de getallenlijn (voor de 1) en de schildpad aan het eind (achter de 10, 20 of 30).
Neem een getal in gedachte. De kinderen mogen raden. Vertel of het geraden getal te hoog of te laag is. Verplaats de kikker naar rechts wanneer het getal meer moet zijn en verplaats de schildpad naar links als het getal minder moet zijn.
Bijv. Jij hebt 7 in gedachte. Een kind raadt 4. Dit is te laag. Verplaats de kikker, schuif hem over de 1, 2, 3 en 4. De getallen tussen de schildpad en de kikker kunnen nog geraden worden. Nu wordt 8 geraden. Dit is te hoog. Verplaats de schildpad naar de 8. De getallen tussen 4 en 8 blijven over. Ga zo verder. Wie raadt het getal?

--> Download het spel 'Kikker en schildpad'
--> Download het spel in de paasvariant
--> Download het spel in de variant met Kikker en Haas

rekenen, kleuters, tellen, getallen, dobbelen, spel rekenen, kleuters, tellen, getallen, dobbelen, spel rekenen, kleuters, tellen, getallen, dobbelen, spel

Bellen blazen, tel- en rekenspel

Dit spel wordt met 2 kinderen gespeeld. Je hebt het spelbord (gelamineerd) nodig, 3 dobbelstenen en voor elk kind 10 fiches of blokjes (of stenen van 4 op een rij), voor elk kind een andere kleur. Speler 1 speelt bijv. met geel en speler 2 met rood.
Gooi om de beurt met de dobbelstenen. Tel de ogen van de 3 dobbelstenen bij elkaar op.
Leg een fiche op de uitkomst. Dan wisselt de beurt.
Maar: wanneer je dezelfde uitkomst weer gooit, mag je een fiche bovenop je fiche leggen. Bellen waar 2 fiches van dezelfde kleur op liggen mogen niet meer door een andere speler ingepikt worden!! Ligt er op een bel waarvan jij de uitkomst gegooid hebt een fiche van de andere speler? Dan mag je dit fiche weghalen en terug aan de speler geven. Je mag er dan een fiche van jouw kleur op leggen.
Wie is zijn 10 fiches het eerst kwijt?

Dit spel kan ook individueel of in een groep gespeeld worden. De regels zijn dan wat anders. Je gooit om de beurt met 3 dobbelstenen, telt de ogen op en kleurt het getal dat je gooide in op het werkblad. Gooi je een getal dat al gekleurd is, dan heb je pech en is je beurt voorbij.
Wie heeft het eerst alle getallen of een van tevoren bepaald aantal (bijv. 10) ingekleurd?

--> Download het spel

rekenen, kleuters, tellen, getallen, dobbelen, spel


Kleikaarten

Met kleikaarten oefenen de kinderen niet alleen de fijne motoriek, maar ook het herkennen van de getallen en het tellen. Bij verschillende thema's op de site vind je kleikaarten.

---> Download kleikaarten voor de seizoenen

kleikaart, rekenen, tellen, kleuters, getallen, motoriek, klei kleikaart, rekenen, tellen, kleuters, getallen, motoriek, klei

Rol de dobbelsteen

Speel dit spel met een groepje van ongeveer 4 kinderen. Print het werkblad voor elk kind. Eén kind gooit met de dobbelsteen/dobbelstenen en kleurt het getal dat gegooid is in op zijn/haar werkblad. Gooit het kind de volgende beurt hetzelfde getal? Dan gaat de beurt naar de volgende en kun je niks kleuren. Wie heeft al zijn getallen het eerst ingekleurd?

Op de site vind je bij de verschillende thema's nog meer 'Rol de dobbelsteen' downloads.

--> Download Rol de dobbelsteen - herfst
--> Download Rol de dobbelsteen - Sinterklaas
--> Download Rol de dobbelsteen - Kerst
--> Download Rol de dobbelsteen - winter
--> Download Rol de dobbelsteen - carnaval
--> Download Rol de dobbelsteen - Pasen
--> Download Rol de dobbelsteen - feest
--> Download Rol de dobbelsteen - Igor Stippelkampioen

rol-de-dobbelsteen, rekenen, tellen, kleuters, download

download een gratis lespakket voor kleuters voor de vastentijd

een mooi voorleesboek voor kleuters over pasen

een boek over een eigenwijze geit, leuk voor de Kinderboekenweek

een mooi prentenboek voor kleuters van de schijfster van Help! Een verrassing!

Volop ideeën en inspiratie bij de mooiste prentenboeken voor kleuters van Juf Anke

Door op deze boeken te klikken word je doorverwezen naar Bol.com. #affiliate